Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 141
24 Mar 2013, 21:53
foto


“Beste Jules, weet je dat het recht ook goed krom kan zijn?”
“Oh, jawel, in dat geval wordt het recht gesproken, net zoals je een krom stuk staal recht kan trekken.”
“Maar al spreek je iets recht, het blijft krom.”
“Weet ik ook, maar dan heeft ‘recht’ gezegevierd.”
“Dus niet hét Recht heeft gezegevierd, maar ‘recht’ heeft over ‘krom’ gezegevierd.”
“En wat gebeurt er dan met krom?”
“Dat verdwijnt in de doofpot, of beter: in de krompot.”
“Wat zitten jullie te mekkeren over recht en krom? Mi lob ‘schuin.”
“Daarom ben jij een schuinsmarcheerder.”
“Kijk, ik had het over recht en krom, in het kader van de soms rare kronkelingen die in naam van Het Recht plaatsvinden.”
“Oh, dus dát bedoel je. Ja, zeker, dan is er geen sprake meer van rechtspraak, maar van krompraat.”
“Maar binnen het Recht zijn er dan genoeg mogelijkheden om zo een krompraat aan de kaak te stellen.”
“Noem dan een recent voorbeeld.”
“Okay, neem die case van die brandweermannen die met loeiende sirene langs een roadblock van de politie rijden en daarna worden klemgereden door de agenten. Blijkt dat zij goedbetalende illegalen langs de politie wilden loodsen.”
“O ja, die case.”
“Dus volg die stappen: de rechter-commissaris, de rc, toetst of de in verzekeringstelling van die twee brandweerlieden inzake mensensmokkel terecht is.”
“Praat toch normale taal.”
“Dus een rechter met een aparte taak kijkt of dat gevangen houden van die twee spuitgasten volgens de wet is.”
“En wat heeft die rc beslist?”
“Dat die gasten vrijgelaten moesten worden.”
“Heb je ooit. Maar wat waren de overwegingen van die rechter om zo een beslissing te nemen?”
“Kijk, alvast begint het met iets vreemds: brandweerlieden rukken uit omdat ze een oproep hebben gehad dat er iemand aan de Oost West, vóór die roadblock te Burnside, met autopech langs de kant van de weg staat en de hulp van de brandweer nodig had.”
“Sinds wanneer rukt de brandweer bij autopech uit?”
“Sinds ze horen: Ej, John, mi fas dja ien wan tori, kong cover mi.”
“Volgens mij hebben ze deze grap echt niet voor het eerst uitgehaald.”
“Alleen als je auto in brand staat, bel je de brandweer.”
“Misschien waren mensen bekneld geraakt.”
“Maar dan moet ook de politie erbij zijn.”
“Dus de volgende keer als je met pech langs de kant van de weg staat, bel de brandweer en we komen meteen langs, met loeiende sirene.”
“Maar hou je dollars wel klaar.”
“Maar alle binnenkomende calls moeten genoteerd worden. Wie had er dan gebeld? Wat was zijn nummer?”
“Natuurlijk was er net daar een technical error, dat nummer is niet terug te vinden.”
“En ook niet die transporteur die met zogenaamde pech langs de weg stond.”
“The Burnside Transporter, rule number one, draag je lading aan de brandweer over.”
“The Totness-connection.”
“En de Transporter gaat dan snel terug naar zijn Backtrack-connection om het volgende pakketje op te halen.”
“Goed, dus de Totness-connection rijdt met loeiende sirene langs de roadblock naar de gestrande Backtrack-connection, niets aan de hand, misschien staat een stuk Coroniezwamp in de regentijd in brand; in dit land is alles mogelijk.”
“En wat gebeurde er toen?”
“Iets vreemds. Toen ze op de plek van de melding kwamen, zagen ze dat het probleem opgelost was.”
“Goed, dus loos alarm voor onze ANWBrandweer. Ze keren die wagen en willen terugkeren.”
“Nou, ik zie nog steeds niets illegaals.”
“Wachte nò, toen ze terug wilden rijden, werd hen een lift gevraagd.”
“Waw, je staat dus aan de kant van de weg, omdat the Transporter I je om de een of andere reden niet verder kan transporteren, dan vraag je aan de Transporter II een lift.”
“En wat deden onze spuitjongens?”
“Er staat in de krant: uit goedhartigheid boden ze deze personen een lift aan, ze maar wisten niet dat het om illegalen ging.”
“En volgens hun advocaat blijkt uit het dossier duidelijk dat de spuitgasten zich niet hebben schuldig gemaakt aan mensensmokkel, maar uit goedheid gehandeld hebben, en dat ze daarom ten onrechte als verdachten zijn aangemerkt.”
“Dus die olo zit hem in dat niet haarscherp opgesteld dossier; zeker weer zo een natte-vingerwerk, waardoor een scherpe advocaat de rc kan aantonen dat de aanhouding van zijn cliënten onrechtmatig is.”
“Maar wattebout het met loeiende sirene terugrijden langs die roadblock? Je mag toch niet zomaar je sirene aandoen, wetende dat je daardoor niet zomaar gestopt kan worden?”
“Agenten doen het ook om zo snel hun schatje, hun ditje, datje en watje snel langs drukke kruispunten te brengen.”
“Breng me snel weer naar huis, nò Ronald, zet die sirene aan, dan zijn we er eerder.”
“Maar dat schatje wordt dan niet als illegale langs een roadblock vervoerd.”
“En als je zo eerlijk en menslievend bent, dan zet je geen sirene zomaar aan om langs die roadblock te komen; je stopt netjes en zegt:”Collega-beambte, ik heb uit humanitair oogpunt een paar gestrande passagiers een lift gegeven. Kijk ze hier. Gheeta, talk to the man, nah; Nevil, say helloow to the officer; Donna, show your face, and your bundle ‘In God wer trust’ and Li’ll Sheena, come here, show the officers your fourteen years old lekkers; he won’t eat you op. Mooi mang, oen kan psa now, brada? See you later in Totness, dan m’o sit’ie kong.”
“Maar als je moet delen, wordt die totale lekkers smaller. Dus we gaan niet delen en gaan met loeiende sirene langs.”
“En dan gaan wij met nog loeiendere sirene achter jou aan. From here Tot Ness with the Cash.”
“Sirene long baka sirene. Wat een vertoning moet dat zijn geweest.”
“En waarom stopte die barmhartige Samaritaan-brandweermáán dan niet meteen en moest de politie hem eerst klem rijden? Hij deed toch niets strafbaars?”
“Heren, even excuus, maar waarover hebben jullie het? Wie moet er delen met wie en wat is die lekkers?”
“Oh jongste sopibrada in ons midden, wat moet je nog veel leren.”
“Heb je het niet door, jonge broeder, dat zo een strategisch gelegen roadblock een bron van heftige extra-inkomsten is?”
“Ja, dat weet ik, boetes om de staatskas te spekken...”
“Ha, ha, ha, hij moet inderdaad nog veel leren, voor de staatskas, ha, ha, ha.”
“Maar in deze case heeft het OM hoger beroep aangetekend tegen de beslissing van de rc om die twee spuitgasten los te laten.”
“Dan is het duidelijk dat de beslissing van de rc om die twee goedhartige brandblussers vrij te laten, niet op harde gronden is gestoeld.”
“Zou daar misschien een lekkers zijn gegeven?”
“Wie weet. Dat zie je in vele speelfilms, dus het kan. Maar ga het bewijzen; er zullen geen getuigen zijn.”
“Gebeurt overal, mang, laten we nou niet doen alsof het alleen bij de rechterlijke macht zou gebeuren. In het onderwijs ken ik ettelijke gevallen dat een leerkracht tijdens de rapportvergadering opeens een repetitiecijfer aanpast en daardoor krijgt een leerling op zijn derde kwartaalrapport net een vijfkommadrie, en op z’n eindrapport net een vijfkommavijf, is een zesje en daarmee is hij over naar de examenklas.”
“Maar dit gebeurt niet alleen bij de onderwijsmacht, maar ook bij de vreemdelingendienstmacht....”
“En bij de valserijbewijsmacht....”
“En wattebout bij de valse ID-macht...”
“En wat zeg je bij de gronduitgiftetjoekoemacht....”
“En de imortheffings-asibubafraudemacht?”
“En vergeet de bosconcessieGopymacht niet...”
“En waar laat je de goudconcessiesadHokmacht dan?”
“En de GeefChineespaspoort10.000dallamacht...”
“En niet te vergeten de nepwinnaarstraatcoderloterijmacht.”
“Macht maakt corrupt.”
“Dan moet je geen macht aan mensen geven.”
“Dat kan ook niet. Daarom zei ik: Zet macht tegen macht om macht te controleren op macht. Meer kan je niet doen.”
“En zet geen likkers en slijmerds in die assemblee, maar kritische waakhonden, die stukken kunnen lezen, analyseren en haarfijn uitrafelen. De regering keihard controleren is hun taak, al zijn ze coalitie of oppositie, maakt niet uit.”
“Maar zijn die twee spuitgasten nou vrijgelaten of niet?”
“Hangende het hoger beroep blijven ze ingesloten.”
”Goed zo, want het is duidelijk dat hier geen sprake is van zuivere koffie.”
“Het ergste vind ik die simplistische en doorzichtige argumentatie om hen los te krijgen; ik bedoel: het lijkt alsof men denkt dat we koebeesten zijn met het verstand van een witte muis.”
“Macht maakt ook dom, dus.”
“Maar er is nog zo een vreemd rechtsgeval, maar nu is het het Parket dat een verdachte op grond van een simplistische argumentatie vrijlaat.”
“Djiem’na tori.”
“Die ene wondernemer die gestolen goederen gestolkt had, is in vrijheid is gesteld.”
“Wat? Maar wat is de argumentatie in deze kwestie dan? Ook een aanslag op onze verstandelijke vermogens?”
“Jazeker. Luister...”
“Je bent ‘kijk’ vergeten.”
“Inderdaad, kijk-luister, in dezen heeft niet een rc de man in vrijheid gesteld, maar het Parket.”
“Wat is dat, het Parket? Ik ken die parketvloeren van Bruynzeel, en als je zegt: je zit in een moeilijk parket, maar dit Parket...”
“Oh jongere in ons midden, wat leer je veel van ons. Het Parket is het juridisch centrum van het Openbaar Ministerie. Dus als je op last van hen in vrijheid wordt gesteld, zal het heel vreemd zijn als datzelfde OM daartegen in beroep gaat.”
“Dus die Stolker is definitief vrij.”
“Dacht ik ook, ja.”
“Maar wat was dan de argumentatie?”
“Kijk, luister, er waren in totaal vier mannen aangehouden; die Stolker-opkoper en die drie stelers. Het Parket heeft die Stolker en één van die dieven vrijgelaten; die twee anderen zijn verwezen naar de rc. Die zal dan de rechtmatigheid van de in verzekeringstelling van deze twee nagaan.”
“Maar waarom mocht de rc ook de rechtmatigheid van de in verzekeringstelling van die eerste twee, die Stolker en zeker de hoofdmatador-dief, niet nagaan? Dan is het Parket op de stoel van de rc gaan zitten.”
“Dat mag volgens mij.”
“Maar dan vind ik het vreemd dat het Parket/OM twee wel op eigen houtje vrijlaat en die twee anderen laat toetsen door de rc.”
“Alle vier vrijlaten zou een beetje faja zijn. En: eerlijk zullen we alles delen, suikergoed en marsepein, toch?”
“Deze koffie ruikt ook niet best, hij ruikt naar stilstaand slootwater.”
“Heren, nee, laten we niet met insinuaties komen; het OM weet wat het doet.”
“Net als de rc in dat geval van die brandlifters.”
“De advocaat van die Stolker zegt dat zijn cliënt veel goederen opkoopt en niet wist dat deze van diefstal afkomstig waren.”
“Staat dat geschreven op de goederen die je via de achterdeur opkoopt?”
“Hij heeft ze niet gekocht, maar geruild voor een tweedehandse auto.”
“Wie accepteert nou een oude auto ter waarde van hooguit 25.000 srd als betaling voor goederen ter waarde van 114.000 srd? Dan is het toch duidelijk dat die goederen niet gekocht en met een kleine winst doorverkocht worden, maar van diefstal afkomstig zijn?”
“Ach nee, hij heeft verklaard dat hij het niet wist, dus hij wist het niet, punt-uit.”
“Ik denk dat iets anders hier flink heeft gepraat, om dit simpel gepraat te accepteren als doorslaggevend argument.”
“Dat is wat jij denkt; je kan het niet bewijzen.”
“Feit is dat op grond van zo een flodderige verklaring de man vrijkomt.”
“En op grond van welke verklaring is ook die ene dief vrijgelaten?”
“GWS, Gado Wan Sabi.”
“Maar wat nu, die goederen zijn gestolen door die drie jongens en er is aangifte gedaan van die diefstal.”
“Netjes die case oplossen: Stap 1: de Stalker geeft die goederen via die ene ook vrijgelaten dief netjes terug aan den eigenaar. Stap 2: die jongen geeft daarbij die auto die als betaling diende netjes terug aan Stolker. Stap 3: de benadeelde trekt z’n aanklacht van diefstal in, want de goederen zijn terug, eventueel krijgt hij een kleine compensatie. Stap 4: de resterende jongens worden ook losgelaten, na toetsing van de rc. Die kan bijvoorbeeld zeggen: als een van jullie al door het Parket is losgelaten, op grond waarvan moet ik jullie twee dan nog vasthouden?”
“Ach, zo werkt dat!”
“Ach jongeman, dat kan je in elke tweederangs Amerikaanse politiespeelfilm zien, doe nou niet zo verbaasd.”
“Maar dat is in de film, dit is echt.”
“Volg die poespas met die nepwinnaars bij de Straatcoderloterij en je gaat nog meer oplichtersspeelfilm in de praktijk zien.”
“En heb je je niet afgevraagd waarom splinternieuwe radarapparatuur die zeker 12 miljoen US dollar heeft gekost, al die twee jaar ongebruikt op Zanderij licht te rotten?”
“Wat? Waarom?”
“Omdat onze overheid onze luchtverkeersleiders niet in staat wil stellen om gebruik te maken van de gratis beurzen om in het buitenland opgeleid te worden tot radarcontrollers.”
“Maar die beurzen zijn toch gratis? Dan waarmee moet de staat dan inkomen?”
“Voor de kosten van verblijf en voeding, misschien een paar tienduizend dollar in totaal.”
“Jakkes, wat een krentenkakkerij! Maar voor andere zaken worden er wel grif miljoenen dollars vrijgemaakt.”
“Met deze apparatuur kan elke vliegbeweging boven Suriname gelokaliseerd worden en als zo een overvliegend vliegtuig van onze radardiensten gebruik wil maken, moet het 500 usd betalen.”
“Ach, hoeveel levert dat ons op? Dagelijks vliegen er maar een paar vliegtuigen over. En niet allemaal zullen gebruik van onze radardiensten willen maken.”
“Zie je weer dat je domme dingen zegt als je niet goed geïnformeerd bent? Per dag vliegen er zeker 140 vliegtuigen over ons land.”
“Wat? Stel dat van die 140 er 40 van onze diensten gebruik maken, dan lopen we op jaarbasis zo een 7 miljoen US dollar mis.”
“Dat zei die ondervoorzitter van de SATCA ook.”
“Maar waarom wil de staat dan niet investeren om die luchtverkeersleiders te laten trainen om deze apparatuur te gebruiken? We kunnen dan elk vliegtuig boven ons grondgebied, dag en vooral nacht volgen.”
“Beste jongste zuiplap in ons midden, begrijp je niet dat daar juist dat grote gevaar van dit systeem zti? Weet je hoeveel illegale goud- en cokka- en mensensmokkelvluchten opeens zichtbaar zullen worden?”
“Nee, dit gaat te ver. Dus om die reden ligt die dure apparatuur daar te verpieteren en kan men controllers geen daggelden geven om die gratis trainingen te gaan volgen? Alleen omdat schimmige machten achter de schermen dan opeens niet meer ongemerkt met hun vliegtuigjes hun tories kunnen uitvoeren? Nee, dat kan niet. Heeft men zo een macht tot binnen de overheid?”
“Laat maar, beste jonge vriend. Zuip maar rustig door. Heren, proost op onze groeiende en bloeiende economie.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May