Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 140
17 Mar 2013, 20:30
foto


“Heren, wat gebeurt er in ons land? Meer dan 500 mensen verliezen hun baan bij het Diakonessenhuis.”
“Lees dat bericht goed, mang! Als dat ziekenhuis sluit, dan pas.”
“Maar zo een bericht zou toch niet in de krant komen als dat ziekenhuis niet zou sluiten?”
“Maar wie zegt dat ze gaan sluiten?”
“De voorzitter van de personeelsbond van het ziekenhuis.”
“Ach, ja, zeg dat toch meteen, mang. Dat is gewoon stemmingmakerij.”
“Wat bedoel je? Die voorzitter zegt dat werknemers bang zijn en niet weten waar ze aan toe zijn. Ze willen verzekerd zijn van hun arbeidsplaats.”
“Hoezo? Dreigt de directie met inkrimping, dus met ontslag van werknemers?”
“Nee, dat weer niet, maar die bondsvoorzitter redeneert zo: Er is een slepend conflict tussen directie en het medisch personeel...”
“Correctie: met een deel van de specialisten, zo langzamerhand het langst slepend arbeidsgeschil in Suriname...”
“Whatever, en die actievoerende medici nemen geen nieuwe patiënten meer op in het Diakonessenhuis en daardoor zal dit ziekenhuis straks zijn deuren moeten sluiten en dan zullen de personeelsleden op straat komen.”
“Waw, wat denkt de vakbond erg ver vooruit; meestal denken ze tot de volgende staking of loonsverhoging.”
“Jij hebt wat tegen de vakbond, omdat je die meisjes in je winkel met de goedkoopste salarissen in Suriname zoet houdt.”
“Maar wat ik niet begrijp, is dat in datzelfde artikel diezelfde voorzitter zegt dat het tot op dit moment nog niet merkbaar is dat er geen nieuwe patiënten in het ziekenhuis worden opgenomen, maar dat we langzaamaan het moment naderen waarbij het ziekenhuis leegloopt.”
“Maar als daar tot op dit moment niets van te merken is, wanneer begint dan die leegloop?”
“Daarom noem ik dit bericht tendentieus; het geeft de waarheid niet weer en het heeft een bepaalde bedoeling , misschien om iets wat nog niet aan de gang is, juist op gang te brengen.”
“Dan zou je die berichtgeving dat onze munt gaat devalueren, ook tendentieus noemen.”
“Jazeker, vanwege de komende paas-importen is er een licht valutatekort, dus dan wakker je het vuurtje aan met deze berichtgeving, en dan hoop je dat er paniek op de valutamarkt ontstaat en het een chaos wordt en dat de regering dan valt, en dan kunnen bepaalde lieden overnemen om te gaan rommelen en frommelen.”
“Maar heb je niet gezien wie dat tendentieus valuta-bericht ondertekend hebben? Wacht, kijk ‘t hier op m’n mobiel.”
“Oh die, ach nee, dan maak ik me geen zorgen, laten we maar doorgaan met onze ziekenhuis-analyse. We hadden het over dat bericht van die op handen zijnde sluiting.”
“Maar waarom zou een gerenommeerde vakbondsman zoiets stellen?”
“Ik zou het niet weten.”
“Ik heb wel mijn vermoedens, wacht, la me m’n glas leegdrinken, dan heb ik wat meer brandstof fo me hersencellen om jullie te vertellen....gloek, gloek, gloek....”
“Volgens mij heeft de sopie door de jaren heen al het grootste deel van je hersencellen opgebrand.”
“Zijn verstandelijke vermogens draaien nu op reserve-cellen, wisten jullie dat niet?”
“Zeuren jullie even niet, nò? Jullie zijn geen haar beter. Kijk, luister, bij dat ziekenhuis is er een groepje specialisten dat actie voert; meer de jongere haantjes die nog een verdien-traject hebben te gaan om die rijdende asjo-bakken op vier wielen aan te schaffen, grote huizen te bouwen en jaarlijks dure buitenlandse reizen te maken.”
“Ach, jaloers gezeur van je; ze werken keihard voor hun geld.”
”Laat ze dit in elk willekeurig buitenlands ziekenhuis proberen, waar ze tegen een keiharde belastingsregelgeving, ziekenhuisprocedures en concurrentie van vakgenoten moeten opbotsen.”
“Hier is geen buitenland. En die ongenuanceerde bedekte verwijten naar onze hardwerkende specialisten toe zijn gestoeld op een primitieve vorm van dorpsjaloezie bij jou, omdat je door je zuiperij je medische studie niet hebt afgemaakt.”
“Ach, gezeur. De honden blaffen en de karavaan trekt verder. Kijk, luister, het merendeel van de specialisten, meer de ouderen, werkt gewoon door en blijft gewoon patiënten opnemen, vandaar dat er nauwelijks wat te merken is van minder patiëntenopname.”
“Zelfs Hoogie is daar ter observatie opgenomen, maar z’n toestand is gelukkig stabiel.”
“Maar waarom dan de bezorgdheid van Rob Naar’tdorp, want hij wil met alle actoren in het conflict gaan praten om de rust in het ziekenhuis terug te brengen.”
“Of zal hij met z’n gesprekken juist de onrust vergroten zoals met z’n bericht in de krant? Het is toch algemeen bekend dat ook de bond die Ganga Ramstyle-directeur niet lust?”
“Kijk, luister, mijn analyse is dat dat groepje actievoerende specialisten niet volgens de nieuwe richtlijnen van de directie wil werken, omdat er dan veel minder aan hun specialistische strijkstok blijft hangen en zij nu zelfs zover zijn gegaan om hun eed van Hypotalamus...”
“Hippocrates, koebie, dat is de medische eed van die oud-Griekse geneesheer, die je als arts moet afleggen...”
”Ik zweer bij Apollo, bij Asklepios, bij Hygieia, bij Panaceia en bij alle goden en godinnen, terwijl ik hen allen als getuige oproep, naar mijn vermogen en oordeel des onderscheids dezen eed en deze verbintenis ten uitvoer te zullen....”
“Ja, ja, als je je studie had afgemaakt, had je dit ook mogen zweren.”
“Weer een eed die velen zeggen, maar vaak vanwege pecunia non olet niet navolgen.”
“Wat betekent dat Petuniaschool ding?”
“Nee, jongste zuiplap in ons midden: pecunia is geld, vandaar misschien dat Hollandse ‘poen’. Geld stinkt niet, wil dit zeggen. Zie je, zo leer je zelfs al zuipend Latijn van ons.”
“Goed, ja, dus dat ze hun dokters-sweri overboord hebben gegooid door geen patiënten meer op te nemen, alleen maar om pressie op de directie te kunnen uitoefenen, denkende dat de hele gemeenschap zich brullend, schuimbekkend en met ontblote tanden op die directie zou werpen en dat die gehate Ganga-man jankend, met de staat tussen de pootjes de directiekamer zou uitrennen en z’n ontslag zou indienen.”
“Hé Kries, volgens mij kunnen die specialistische haantjes het ook niet hebben dat iemand die op jou lijkt hun de les komt lezen.”
“Dat geluid heb ik vanaf het begin ook gehoord en ik denk dat het etnisch aspect zeker niet uit het oog verloren moet worden.”
“In ieder geval blijkt dat Baboe Gangam-style nog altijd stevig op z’n directeursstoel zit en op z’n Belforiaanse manier keihard zegt dat er juist vele andere specialisten zijn die de plaats van de actievoerenden willen innemen.”
“En wat is dan je kijk-luister conclusie?”
“Gewoon, simpel: de actievoerende specialisten hebben nu steun gevraagd van de vakbond om schot in hun zaak te brengen, om die Ganga-man een kopje kleiner te maken, net zoals de vakbeweging die minister van Justitie kwijt wil, want we willen in dit land niet graag een strak beleid, maar liever een losjes beleid waar een ieder maar van alles mag en de directie door de vingers kijkt om de lieve vrede maar te bewaren.”
“Daarom willen die duizenden werklozen liever een overheidsbaantje.”
“Maar die Belforman moet wel z’n gemaakte afspraken met de vakbond nakomen, anders had hij geen afspraken moeten maken.”
“Maar als na alle bemiddelingspogingen, tot zelfs door het hoogste gezag in het land, geen verandering in die ziekenhuiszaak is gekomen, wat wil die beste, brave Rob Naar’tdorp dan bereiken?”
“GWS, Gado Wan Sabi.”
“Geachte Masra Sopi Mang, alias Kijk-Luister, zegt u me dan waarom de directie al jaren deze Ganga-ramman ondanks alle acties en zelfs na een rechtszaak gewoon blijft handhaven als directeur? Niemand kan me tot nu toe daar duidelijk antwoord op geven.”
“Zal ik dat zeggen? Kijk, luister, dat is omdat ze daar na tientallen jaren eindelijk iemand hebben die de tent strak heeft geordend, die free-for-all tot een einde heeft gemaakt en de zaak uit de rode cijfers heeft gehaald.”
“Maar zo moet elke manager zijn tent draaien; kijk maar naar alle grote succesvolle bedrijven in binnen- en buitenland.”
“Maar daarom blijft de leiding hem handhaven. Het is net als een strenge directeur die orde en tucht heeft teruggebracht op een school en de slagingspercentages zijn sindsdien met sprongen omhooggegaan.”
“En ouders slapen drie avonden voor de poort van de school, alleen maar om hun kind daar ingeschreven te krijgen.”
“Dus men slaapt niet voor een school omdat er een tekort aan scholen is.”
“Laten we doorgaan met deze beeldspraak. Deze strenge directeur heeft zelfs het regelmatig verzuim van de leerkrachten een halt toegeroepen, door te eisen dat elk verzuimde lesuur ingehaald moet worden en niet met een attest dat je bij bepaalde artsen kan kopen.”
“Pecunia non olet.”
“En verzuim van leerlingen bij een repetitie of schoolonderzoek alleen wordt toegestaan met een opnamebriefje van het ziekenhuis.”
“Ja, we gaan door: en die strenge directeur heeft het massaal laatkomen van de leerlingen een halt toegeroepen door ze een boete van 1 srd per laatkomst te laten betalen.”
“Maar arme ouders klagen om deze maatregel.”
“Dat komt vooral omdat zij nu vroeger moeten opstaan om ervoor te kunnen zorgen dat hun kinderen op tijd op school komen, daarom klagen ze.”
“We gaan verder met de beeldspraak van ons schoolhoofd, meester Gangbang. Ook die stinkende troep in de toiletten bestaat niet meer sinds een toiletjuf, een grote, stevige tante die net als de minister van Justitie een door de Lieve Heer gegeven gezicht heeft dat niet op lachen is gebaseerd en die voor elke Kleine een kwartje en voor elke Grote een bankoe vraagt en die je als leerling bont en blauw bokt als je een morserij in dat toilet heb gemaakt.”
“En ik ga door met deze beeldspraak: deze zelfde directeur heeft ook meteen een eind gemaakt aan die mode van leerlingen om in perioden van repetities, SO’s of mondelinge examens in trance te raken.”
“Hoe heeft hij dat trance-probleem bezworen? Door geestelijken te laten bidden.”
“Maar sommige van die geestelijken raken zelf in trance als ze een dienst in hun kerk leiden.”
“Dan hoe heeft die directeur uit jullie beeldspraak dan het tranceprobleem bezworen? Heeft hij die hypnotiseur, die Don Wather, erbij gehaald?”
“Geen Don Walther, mang, dat is de schrijver, nee, Don Spencer, die leerlingen hypnotiseert en ‘shut up’ op het podium laat schreeuwen.”
“Dan hoe heeft die verzonnen strenge schooldirecteur van je het trance-probleem op zijn school opgelost?”
“Gewoon: op een ochtend heeft hij een niet al te stevig kussen vol kippenveren aan een tak van de boom bij de vlaggenmast opgehangen. Nadat de vlag gehesen was, zei hij luid: ‘Kijk beste scholieren, zo behandel ik leerlingen die in trance zijn geraakt. Dat kussen daar is zo een leerling; in die leerling zit de duivel, hier is mijn tamarindetakzweep, kijk, zo sla ik de duivel eruit.” Da a mang wiep’a koensoe zodanig, dat a heer’ tori bos opo, en al die kippenveren dwarrelden over het schoolplein. En toen daags daarna twee meisjes bij de toiletten in trance raakten en tekeer gingen, kwam onze strenge directeur met z’n tamarinde-zweep eraan, zei aan de toiletmevrouw:’Vrouw Corrie hoor’ wanf’ding, mik mi wiep’a didibri poer uit ing skieng.’ Wel, dan vrouw Corrie graab wan f’ding trance-lady’s, meester hief de zweep en opeens a meisje bari:’Nee meester, no nak mi, wai, wai, ik wil geen zweep.”
“En wat deed die andere in deze fantasie van jou?”
“Wel die keek met grote ogen toe en schreeuwde:”Wai, ik ook niet!” en die trance was ook uit haar gevaren zoals die vogel door die motor van dat SLM-vliegtuig vloog.”
“Kan gebeuren, gelukkig konden ze veilig en wel naar Hato terugkeren.”
“Maar geen enkele official kon de ochtend daarop de beleefdheid opbrengen om de passagiers op de vlucht van Zanderij naar Georgetown mede te delen dat hun vlucht vanwege ‘roasted birdwings’ was afgelast; een security-medewerker van Zanderij moest dat bij de ingang van de vertrekhal doen. Geen enkele SLM-official te bekennen en natuurlijk kan je niemand bereiken. Alles dokt.”
“Dan wil trusted wings de vleugels uitslaan naar andere Caraibische bestemmingen?”
“En weer naar het binnenland vliegen? Dan kijk hoe ze hun passagiers steeds behandelen? En in zulke gevallen kan je steevast niemand bereiken, alle opgegeven telefoonnummers ten spijt.”
”Wel lees je van uur tot uur hoe het met de vogelroastedmotor is gesteld. Maar dat soort verhaaltjes hebben die gedupeerde passagiers niet nodig. Die willen weten wanneer ze vervoerd zullen worden.”
“En hoe liep het af met die collega van je?”
“Komt u morgen terug. Okay, ze komt de ochtend daarop weer terug: weer is de flight gecanceld. Ze had haar nummer achtergelaten, toch hebben ze haar niet gebeld. Ze is toen met Hum Air naar Georgetown gevlogen om haar connectieflight toch te halen.”
“En dan kunnen ze de passagiers bij de incheck van de vertraagde vlucht van Belem via Cayenne naar Zanderij niet gezegd worden dat Cayenne niet meer zal worden aangedaan. Wat een communicatie.”
“En in wat voor wrakkig vliegtuig vliegen ze? De airco werkt niet en er vliegt daarom een technicus aan boord mee.”
“Kon die toen tijdens de vlucht niet even die vogel uit die motor hebben gehaald?”
“En als Melvin de Bouwman nu zegt: ‘Verkoop ook naast Telesur ook de aandelen van de SLM’, ga je horen: nee, niet onze national carrier, onze trots, onze arbeidsplaatsen, onze dit, onze dat.”
“Maar kijk hoe ze hun klanten behandelen.”
“Like Frusted Things.”
“Of ze moeten zo een Ganga-man als bij Diakonessen daar als directeur zetten; die zwabbert de boel daar schoon. Maar dan ga je opeens horen: piloten nemen geen passagiers meer, cabinepersoneel is onzeker van hun arbeidsplaatsen, bond vindt: er zal een leegloop aan passagiers ontstaan, het bedrijf gaat sluiten, de rust moet wederkeren.”
”Maar binnen een jaar maakt dat bedrijf eindelijk weer winst.”
“Maar wattebout zo een Gang-gamman zetten om die mensonterende rommel daar bij Vreemdelingendienst op te ruimen? Mensen worden daar als beesten behandeld.”
“Overdrijf je nu niet een beetje?”
“Echt niet. Zie dat artikel in de zaterdagse krant, met foto’s. Vier loketten die zeven mensen per loket per uur verwerken, dan is die wachtkamer net zo groot als m’n keuken en staat er een rij in die moderne slavenloods tot buiten.”
“Die sfeer van het koeliedepot uit de negentiende eeuw is gebleven. Laat men deze moderne slavernijtoestanden aan de kaak stellen, dan steeds maar die uit het koloniale verleden.”
“Als men dit filmt en naar de Hoge Raad voor Mensenrechten van de VN stuurt, dan schrikken zij zich een delerium en krijgen we onze zoveelste internationale uitbrander.”
“Wat een toestand: mensensmokkel in brandweerwagens, illegale toestanden in bar-restaurants die niet allen hun masterkey van de kamers, maar ook gestolen spullen Stolken.”
“Ik dacht het al: er is daar echt iets niet pluis toen ik die camerabeelden zag.”
“Maar de politie haalde wel snel de losse handjes en voetjes tevoorschijn.”
“Mooi voorbeeld voor de rechters in opleiding die erbij waren.”
“En dan die toestand bij de straatcodeloterij: aan de ene kant zeggen belanghebbenden: er is niets van ons aan de hand, is die software.”
“Ja, net als dat dienstmeisje die, poti, met de ragebol de dure kroonluchter van mevrouw van het plafond naar beneden raagt, bram, plengeleng. Joosje? Ja mevrouw! Na joe mik mi diri lampoe fadong? Nee mevrouw, is nie ik, n’a ragebol.”
“En aan de andere kant zegt men: er is wel wat aan de hand, wacht maar het politieonderzoek af. Dus aan beide kanten wacht men op die manier het onderzoek af.”
Daar drinken we op. Heren, proost op het politieonderzoek.”

Rappa
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May