Asgarali moet alsnog medegebracht worden

Irwin Kanhai, raadsman ven Errol Alibux, wees de krijgraad in de militaire kamer erop dat de getuige John Asgarali medegebracht moet worden. Hij benadrukte dat hij in de burgerkamer medegebracht moest worden, maar bij de zaak tegen Alibux is hij gewoon gedagvaard. "Het zijn twee verschillende kamers en wij staan erop dat het Openbaar Ministerie deze getuige opspoort, want hij trekt conclusies waarover ik hem vragen wil stellen", aldus Kanhai.

Na een schorsing besloot de krijgsraad dat Asgarali bij de volgende zitting medegebracht moet worden. De waarnemend auditeur militair, Roy Elgin zal hier uitvoering aan geven, maar volgens hem heeft het Openbaar Ministerie alle moeite gedaan om de getuige op te sporen. De president van de krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor zei dat Asgarali correct is gedagvaard, maar dat zijn medebrenging op de zitting van 23 juni wordt gelast. Hij is ook in de zaak tegen Stephanus Dendoe als getuige opgebracht. De advocaat Kathleen Brandon stond er ook op dat Asgarali nader gehoord wordt. Dit is ook gehonoreerd.

Tijdens de behandeling van de zaak tegen Alibux werd de verklaring van Rita Chin voorgelezen. Deze getuige was gehoord in de zaak-Bouterse. Kanhai had er moeite mee dat deze getuigenis gebruikt wordt tegen zijn cliënt Alibux. Na een schorsing verklaarde Valstein-Montnor dat de verdachten een relatie met elkaar hebben, ook al zijn het verschillende zaken. "Het is Bouterse cum suis (en de zijnen). Daarom kunnen getuigenissen tegen andere mede-verdachten ook gebruikt worden. Hoewel Kanhai hier niet mee eens was, moest hij zijn hoofd buigen.

Bij de behandeling van de zaak Iwan Krolis merkte Kanhai op dat Joyce Rahman, die in Nederland woont, aanwezig was op de zitting maar zijn cliënt werd niet opgeroepen ter terechtzitting. Elgin gooide het op een misverstand. Hij dacht dat Krolis voor langere tijd afwezig zou zijn, terwijl hij op een eerdere zitting meegedeeld had dat hij moest deelnemen aan een repetitie van Suripop en daarom op die dag niet aanwezig kon zijn. Kanhai wilde weten of op het verzoek tot rechtshulpverdrag met Nederland de naam van zijn cliënt Krolis ook vermeld stond. Als zijn naam niet uitdrukkelijk vermeld stond, kunnen de verklaringen niet gebruikt worden in deze zaak. Elgin kon niet gelijk antwoorden, waardoor deze zaak werd uitgesteld.

In de zaak Benny Brondenstein wil het Openbaar Militair nog de getuige Henk Venoaks horen. De verdediging heeft geen getuigen. Er waren verder weinig ontwikkelingen in de militaire kamer. De zitting werd iets na vier uit gesloten.