Open brief aan de minister van TCT
01 Feb 2013, 02:00
foto


Amsterdam, februari 2013

Geachte heer minister,

De afgelopen weken heb ik in Surinaamse media gelezen dat ons land de ambitie heeft om een top toeristenland te worden. Dit valt toe te juichten, hoewel we ons kunnen afvragen hoe realistisch dat is. Maar laten wij in dit geval het land toch het bekende voordeel van de twijfel geven.

Een van de basisvoorwaarden voor bedrijven – en zie Suriname in dit geval als een groot bedrijf - om succes te hebben, is klantvriendelijkheid. En daar schort het zowel bij de handel als bij de overheid nogal aan, hoewel ik moet zeggen dat de situatie in de winkels aanmerkelijk verbeterd is, in vergelijking met enkele jaren geleden.

In de laatste week van december overleden, binnen vier dagen, mijn schoonvader en schoonmoeder een natuurlijke dood. Mijn vrouw, dochter, ik en andere naaste familie reisden halsoverkop naar Suriname voor de uitvaart/begrafenis. De dienstverlening op Schiphol - bij de balie voor het kopen van de toeristenkaart (hierover straks nog een opmerking) en het inchecken - verliep vlekkeloos en ook de service van de SLM was prima.

Het vliegtuig landde op nieuwjaarsdag om 16.00 uur op de Johan Adolf Pengelluchthaven. Om kwart over vier stond ik als elfde in de rij van 60-plussers. Al vanuit mijn positie kon ik zien dat de ambtenaar niet vaardig was met de computer. Hij deed erg onhandig met de muis. Toen ik om 16.55 uur (!)- dus na bijna driekwartier wachten - aan de beurt was bleek mij opnieuw dat de ambtenaar van computergebruik geen kaas gegeten had. Letter voor letter (het zogenoemde piki karu) tikte hij de paspoortgegevens in. Toen ik mijn paspoort terug kreeg, legde ik de ambtenaar het doel van onze reis uit met verzoek of mijn familie die in de rij voor niet-ingezetenen stond, niet eerder geholpen kan worden. Het antwoord was dat ‘de mensen de rij moesten volgen’. De afhandeling van niet-ingezetenen, inclusief 60-plussers, was toevertrouwd aan twee personen!

Meneer de minister, ik begrijp wel dat regels moeten worden nageleefd, maar zeg dat dan op een beetje vriendelijke (in dit geval menselijke) manier, gelet op het verdriet. Opvallend was dat de ambtenaar die de houders van een Surinaams paspoort moest afhandelen, snel klaar was. Waarom die ook niet ingeschakeld om anderen te helpen? Het was een vlucht met bijna 250 personen.

Toen ik bij de bagageband aankwam rolden de koffers al voorbij. Na ongeveer een kwartier wachten kwam onze eerste bagage aan en binnen een half uur had ik alles. Intussen stond mijn familie nog in de rij. Om 17.40 uur, dus na bijna anderhalf uur in de rij gestaan te hebben was de ‘ellende’ voorbij voor de rest van de familie. Als eerste kwam mijn 19-jarige dochter, die vertelde dat ze aan een ‘kruisverhoor’ was onderworpen door de dienstdoende ambtenaar. Alle bagage was intussen aangevoerd, op de grond geplaatst en de band stond stil, terwijl er nog passagiers door de Immigratie moesten!

Ruim een half jaar geleden verbrandde mijn dochter zich in haar gezicht aan een strijkijzer en daar heeft ze een litteken aan overgehouden. De ambtenaar bij de Immigratie vond dat de foto in het paspoort niet gelijkend was. Hij wilde weten wat er was gebeurd, wanneer de foto was gemaakt, enz. Vermoedde uw ambtenaar dat een meisje van 19 met een vals paspoort reist? Wat voor zin hadden al de vragen? Een oplettende ambtenaar zou zich moeten hebben herinnerd dat hij ruim een half uur eerder iemand met dezelfde naam had gesproken en dat het om een bijzondere situatie ging. Ik besef wel dat mensen hun werk nauwgezet willen/moeten doen. Maar men moet ook zodanig opgeleid zijn om situaties in te schatten/te beoordelen.

Terug naar de bagage. Weet u, heer minister. Jaren geleden was het zo dat al visiteerde de douane een passagier niet, betrokkene toch werd gecontroleerd of hij de juiste bagage bij zich had. Wat nu gebeurt, is dat door de trage gang van zaken bij de Immigratie, mensen niet op tijd zijn om hun bagage te pakken. Het gevaar bestaat dat iemand - bewust of onbewust - een niet aan hem/haar toebehorende koffer - kan meenemen, zonder dat iemand er iets van merkt.
Laat mij een wat overdreven voorbeeld geven: mijn vrouw had in haar bagage speciaal voor haar overleden moeder gemaakte kleding, inclusief hoofddoek en andere zaken voor de begrafenis van haar ouders zitten. Kunt u zich voorstellen wat het betekend zou hebben als iemand haar koffer had meegenomen?
Tot zover de JAP-luchthaven.

Ik heb telefonisch contact gehad met enkele overheidskantoren. Het is niet te geloven hoe klantonvriendelijk de telefoon wordt beantwoord. Het begint met een kort: ‘Ja’. Ik noem mijn naam en dan volgt weer ‘ja’. Ik vraag: met wie spreek ik: ‘met … (dan komt er een voornaam). En pas na aandringen wordt het ministerie genoemd. Toegegeven: ik heb ook contact gehad met ambtenaren die heel beleefd waren en op de juiste manier de telefoon opnamen en de correcte informatie gaven.

Even terug naar Schiphol: een toeristenkaart kost 20 euro en geldt voor drie maanden. Maar wat blijkt? Als men binnen die periode op en neer reist moet men weer een kaart kopen. De kaart is dus voor eenmalig gebruik. Men mag er drie maanden in Suriname mee verblijven. Mijn vrouw die in november al naar Suriname (11 dagen) was geweest i.v.m. ziekte van haar moeder moest in januari dus weer een kaart kopen. Is dat inderdaad de bedoeling?
Ik heb in Suriname zowel van het particuliere als van het openbaar vervoer (NVB) gebruik gemaakt en ik moet zeggen dat de dienstverlening nogal meeviel. Het kan beter, maar klagen doe ik niet.

Ik heb ook enkele keren een stadswandeling gemaakt. De indruk die ik daarbij kreeg is dat de autoriteiten er van uitgaan dat Paramaribo bestaat uit de uitgaanssector (omgeving Torarica, ’t Vat, Waterkant en het Onafhankelijkheidsplein). Wat dit laatste betreft: Het verplaatsen en herinrichten van het Vlaggenplein vind ik een pracht idee. Maar waanzinnige vind ik het besluit om dwars over het grote plein een betegeld looppad te maken en het groen van het kleine plein bij het Hoekhuis, waar het Vlaggenplein was te vervangen door kiezelstenen. Voor de rest kan ik de omgeving waarderen.

Maar heer minister, de toerist komt niet naar Suriname voor alleen het uitgaansgebied wat de stad betreft. Hij wil er meer van zien. Ik heb enkele stadswandelingen gemaakt en ik viel van de ene in de andere verbazing. Loszittende tegels, en dan niet enkele, maar vele vierkante meters. Zelf ben ik enkele keren bijna gestruikeld. Half afgemaakt werk. Ik zag bijvoorbeeld op de hoek van de Henck Arronstraat en de Klipstenenstraat een bord waarop is aangekondigd dat in 2011 werkzaamheden zouden beginnen voor herinrichting van de Domineestraat. We leven nu begin 2013, de werkzaamheden zijn al afgerond en het bord staat er nog. Overigens in een hoek van 90 graden staat het genoemde bord op twee stalen palen, er staat op nog geen meter afstand een houten paal met de straatnamen en er staat nog een bord met het alarmnummer van de brandweer opgehangen aan twee palen. Een wirwar van palen, waarlangs de voetganger zijn weg moet zien te vinden.

Als minister verplaatst u zich hoogstwaarschijnlijk in uw luxe auto en heeft u geen idee hoe onze binnenstad en aangrenzende straten eruit zien. Is het misschien een idee, meneer de minister dat u uw collega van Openbare Werken en uw beider verantwoordelijke stafmedewerkers uitnodigt om een stadswandeling te maken, opdat u zelf kan zien hoe toeristonvriendelijk – en ik vergat het bijna – rolstoelonvriendelijk (vooral wat betreft de winkels) - de binnenstad van Paramaribo is.

Geachte heer minister, ik woon nu 12 jaar in Nederland, maar Suriname blijft mijn land en daarom wil ik – en ik denk net als u – dat wij trots zouden moeten zijn op onze stad. Maar zoals die er nu bij ligt is er daar op dit moment geen enkele reden voor. Veel geld hoeven noodingrepen, waarmee veel bereikt kan worden, niet te kosten. Het gaat erom dat u en uw collega’s de mensen aan het werk zetten en er op (laten) toezien dat ze waar voor hun salaris leveren. Daar hebben de belastingbetalers en de toeristen recht op. En die toeristen willen ook geen vervallen historische gebouwen zien, maar prachtig cultureel erfgoed. Laat ook dat een visitekaartje zijn.

En dan nog even dit: terug in Nederland waren wij binnen 30 seconden door de paspoortcontrole! En het was ook een volle vlucht.

Luciën de Freitas
(oud-verslaggever in Suriname)
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May