Kwaliteit bestuur en instituten basis voor ontwikkeling
19 Jan 2013, 12:30
foto
Er is veel belangstelling voor de eendaagse conferentie van de VHP in het KKF-gebouw.


VHP-voorzitter Chandrikapersad Santokhi vindt dat institutionele capaciteit en de kwaliteit van het bestuur de basisvoorwaarden zijn voor lange termijn ontwikkeling. Deze basisvoorwaarden zijn zó belangrijk, dat de conclusie getrokken kan worden dat ‘goed bestuur’, dé bepalende factor is voor duurzame groei van voorspoed. Dit zei Santokhi vandaag tijdens zijn openingstoespraak van de nationale conferentie 'Dialoog en Consensus over een duurzame toekomst; Aanzet tot Surinames 2030 Vision'.

Santokhi hield zijn gehoor voor dat onderzoeken gedaan zijn naar hoe sommige landen zich voorspoedig ontwikkelden en andere niet uit hun armoede kwamen, terwijl zij min of meer dezelfde ontwikkelingsmogelijkheden hadden. "De belangrijkste conclusie uit die onderzoeken was dat ‘good governance’ - goed bestuur - een grotere bepalende factor was voor ontwikkeling dan het hebben van veel donoren, veel geld of een rijkdom aan grondstoffen", stelde Santokhi.

Vertrouwen in bestuur
Landen zonder donoren en zonder grondstoffen maar met goed bestuur ontwikkelden zich beter, vlugger en duurzamer, dan landen met grote rijkdommen en donoren, maar waar het bestuur zwak was. Onder ‘good governance’ vielen zaken als wet en recht, sterke en deskundige instituties, en investeringen in goed en hoog onderwijs voor hun bevolkingen. Sterke, deskundige en rechtvaardige instituties bepalen de kracht en de kwaliteit, en daarmede het vertrouwen in het bestuur.

De VHP-voorzitter zei dat het gaat om de kwaliteit en het vertrouwen in de volksvertegenwoordiging, de regering, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, het gezag van monetaire autoriteiten, het vertrouwen in de staatsinrichting en in de instanties die er deel van uitmaken. Vertrouwen dat diensten die belast zijn met de toebedeling van productiemiddelen grond en kapitaal, dat ook rechtvaardig doen: dat wij die diensten graag willen vertrouwen.

Rechtsstaat verbeteren
Sommige doelen en voorwaarden kunnen kort en krachtig geformuleerd worden zonder kans op misverstand. De essentie van de rechtsstaat bijvoorbeeld kan kort worden samengevat namelijk ‘dat de rechtstatelijkheid in ons handelen zal altijd de boventoon moeten voeren’. Als wij ons land toetsen aan deze gedachte, moeten we vaststellen dat wij de rechtsstaat aanmerkelijk kunnen verbeteren.
Maar in veel van de basisvoorwaarden voor een institutioneel sterk land is er voldoende gelegenheid om eigentijdse nieuwe oplossingen te zoeken en te vinden.

Er wordt bijvoorbeeld reeds geruime tijd gediscussieerd of wij een presidentieel stelsel of een parlementair stelsel wensen. Een duidelijk voorbeeld is ook ons kiesstelsel. Tot nu toe hebben de kleinere districten en het binnenland bij verkiezingen een relatief grotere invloed gehad. Is dat iets wat moet blijven, of zijn wij zover dat ieders stem evenveel gewicht heeft, dus ‘one man one vote’ en kunnen we gaan naar een meer rechtvaardig kiesstelsel.

Samen sterker
De VHP-voorzitter hield zijn gehoor voor dat het bedrijfsleven, boerenorganisaties, ngo’s, religieuze organisaties en jongerenorganisaties, sterke deskundige instituties zijn moeten zijn. De toekomst is niet alleen een staatsaangelegenheid, maar is gebaat bij de samenwerking van nationale partners. "Hoe beter elke partner, hoe groter het vertrouwen en de ontwikkeling. Zij die mij kennen, kennen ook mijn lijfspreuk: ‘Alleen sterk, samen sterker!’ De kracht en het gezag van de instituten bepaalt de kracht en het gezag van het bestuur, en daardoor de kracht en de kwaliteit van het bestuur van de natie. Ontwikkelen van een beleid en regelgeving op het gebied van Openbaarheid van bestuur zal in dit kader een onmisbare voorwaarde zijn", benadrukte Santokhi.

Een ander belangwekkende conclusie uit de studies ging over landen met grote minerale rijkdommen als bauxiet, olie en goud. Talrijk waren de voorbeelden van landen, ook uit onze regio, die zich rijk rekenden aan hun natuurlijke hulpbronnen. Ze verwaarloosden de overige economische sectoren, hadden slappe en corrupte bestuurlijke instituties, verwaarloosden de concurrentiekracht van hun economie en bleven tenslotte berooid achter. Hun bevolkingen hadden uiteindelijk weinig tot geen profijt uit de rijkdommen: zij hadden slechts de illusie van rijkdom gekend. Wat hun kans op ontwikkeling moest worden, werd voor hun de ‘mineral curse’, de ‘grondstoffenvloek’.

"Die lessen zijn voor ons relevant, ze wijzen de weg, zodat wij de economie scherp concurrerend houden, en strategisch blijven denken en handelen.
Het IMF en beoordelingsbureaus complimenteren Suriname voor goed macro economisch bestuur: die complimenten zijn terecht. Maar tegelijkertijd vragen die instellingen ook aandacht voor de Surinaamse uitvoeringscapaciteit, institutionele ontwikkeling en diversificatie van de economie. Het zijn vaststellingen waarvan wij weten dat ze waar zijn", stelde de VHP-voorman.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May