OAS geeft Suriname twee maanden voor reactie klacht Jankie

De Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten heeft na vijf jaar gereageerd op de klacht die Mahin Jankie en zes anderen indienden over de toescheidingsovereenkomst. De Mensenrechten Commissie van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) gaf Suriname op 20 april de gelegenheid te reageren op de klacht, die in mei 2005 was ingediend. De staat Suriname moet binnen twee maanden een reactie geven aan de Mensenrechten Commissie.

Jankie zegt dat de klacht onder meer inhoudt dat Surinaamse Nederlanders die onder Artikel 5 lid 2 & 3 van de toescheidingsovereenkomst vallen, niet in alle opzichte als Surinaams Staatsburger worden behandeld. Zij moeten volgens Jankie in strijd met het Toescheidingsverdrag tussen Suriname en Nederland, Tractenblad 1975 Nr. 132 een visum voor Suriname aanvragen en worden zij niet in alle opzichte als Surinaams staatsburger behandeld.

De circa 20.000 Surinaamse Nederlanders die in Suriname wonen hebben volgens hem ten onrechte niet aan de verkiezingen van 25 mei 2005 en 2010 kunnen deelnemen. “Kun je dan spreken van eerlijk verlopen verkiezingen?”. Er is ook geklaagd over de oneerlijke Kiesregeling en dat een hoger beroep in Suriname feitelijk een farce is.

De kanton- en hofrechters zijn in wisselende formaties, rechters van beide instanties. Zo is er tot nu toe geen invulling gegeven aan het Constitutioneel Hof volgens de Grondwet. Ook is er geklaagd over de langdurige processen in Suriname. Zo is in 1999 ingediende bodemprocedure over de toescheidingsovereenkomst pas na tien jaar, in 2009 door het Eerste Kantongerecht in behandeling genomen.