Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 128
23 Dec 2012, 22:00
foto


“Hebben jullie het gehoord? Lanti geeft kerstpakketten aan zijn dienaren met vervallen producten erin.”
“Weer zo een hardnekkig opgeblazen nonsens: geen enkel product in die pakketten was vervallen. Ik geloof dat een pak chips net na kerst zou vervallen.”
“Wel, in plaats van foe klage breeduit, mi b’o vr…eh, njam a chips lik eerst. Op tijd op, in je buik, geen probleem tok?”
“Men doet alsof zo een product meteen, één seconde over twaalf middernacht na die vervaldatum, meteen dodelijk giftig wordt.”
“Ja, maar Hindoes kregen runddingens in blik, moslems varkensdingens, vegetariërs vleesdingens, diabeten suikerdingen, hoge bloedrukkers zoutdingen, dat kan toch niet? Die Robert Mehr-Ali moest meer rekening houden met deze gevoelige dingen!”
“Jazzes; wat een stel ontevredenen, het zijn maar een aantal die zo een lawaai maken en daarmee de massa willen opjutten. Ze geven je al iets wat ze je niet hoefden te geven, dan ga je allerlei opmerkingen maken. Het zou wat moois zijn als je met al die ‘ik eet dit niet, en die eet dat niet en zus drinkt zo niet en broer ruikt zus niet, neef lust nicht niet, buurman slikt buurvrouw niet’-dingen rekening moet houden als je een kerstpakket samenstelt. Dat wordt ondoenlijk.”
“En heb je die honderden behoeftigen die van het Leger des Heils een pakket hebben gehad, horen klagen over rund, varken, kip, verval of vegetarisch?”
“Wel, bij ons aan het werk ruilen we. Neem me varken, geef me je rund, neem me pruimen, geef me die zoete popcorn. Nee, dat wijntje hou ik. Neem die gekke rode vruchtenpatja-patja maar van me.’ En wat niemand kan ruilen, wordt bij elkaar in een mooi mandje bij de bezoekersingang gezet. Voordat je denkt, is alles weg. Klaar toch?”
“Bepaalde mensen, die het niet kunnen zien dat een bepaalde politieke partij binnen deze regering wat doet voor z’n ambtenaren, zijn volgens mij uit een soort van primitieve volksjaloezie zo breeduit gaan jengelen en bengelen in de media.”
“Ja, maar als je als overheid belooft: een pakket ter waarde van 150 srd, dan moet het wel die waarde hebben.”
“En niet volzitten met dingen die handelaren het hele jaar door aan zelfs de zwervers niet kwijt konden of dingen die tegen de vervaldatum aan zitten. Dan ben je die spullen als handelaar mooi zonder verlies en zelfs met extra winst aan de overheid kwijt.”
“Daarom zeg ik: geef ze een waardebon van 150 srd dat ze bij een viertal supermarkets tot en met maart kunnen verzilveren tegen welke goederen ze willen.”
“En als ze een jaar lang niet hebben verzuimd, geef ze eentje van 350 srd in februari erbij. Zo motiveer je mensen en niet met holle frasen en moralistisch gebabbel.”
”Ja, dan kunnen ze bij Bombémarkt gaan, of bij Bestsmart of bij Rhoi’s in Noord of Rhoi’s in Zuid gaan.”
“De slimmerikken wachten tot de piena-moeng februari, dan gaan ze Kombeën, Tjoiën of Bestmarten. What you, meester.”
“Ik sta geestelijk voedsel voor: geef ze allemaal ook een boekenbon van 100 srd; dan kopen ze iets van blijvende waarde en niet iets dat er daags daarna van onderen in afgewerkte vorm weer uitkomt.”
“Hé, mang meester, wat saai, wat ongezellig zo een boekenbon in het pakket. Dan nou moet je stoppen met eten.”
“Dat zou velen hun gezondheid goed doen.”
“Daarom drink ik dit geestrijk vocht.”
“En dan dat gedoe met die pagara-estafette, opeens zo een heisa sinds de korpschef zei dat hij er niet zo een grote voorstander van is.”
“Dat is z’n goed recht, en ik ga echt niet in die drukte, dat oorverdovend lawaai en die giftige rook staan. Maar als anderen tot van ver overzee komen om dit mee te maken, doe maar.”
“En als de DC de vergunning geeft, dan moeten de werkarmen van de staat, zoals politie en brandweer, zorgen voor de nodige veiligheid.”
“En ik weet niet wat sommigen zeuren met ‘het moet aan de Waterkant gehouden worden.’ Dat is de beste manier om met die rivierwind erbij de boel in de fik te steken.”
“Vooral die bouwval vanaf Sociale Zaken. Wat een schande.”
“Plus in de binnenstad gaat het nu geordend toe, niet opeens die winkelier die links van je begint en dan opeens die andere winkelier net achter. Dan hangt de ene z’n pagara aan z’n balkon, dan doet de andere dat midden op straat. En er zijn gelukkig geen vuurpijlen bij, want die zijn gevaarlijk.”
“Daar kan oom Paultje Loehoer-koekkeloer van meepraten, na z’n illegale vuurwerkshow in Nickerie.”
“Maar zoals altijd praat Papa Paultjie ook dit goed, met de ex-gewonden netjes op een stoel en al lachend in beeld.”
“En natuurlijk wordt hem de hand boven het hoofd gehouden, want zonder hem geen stabiele coalitie, geen quorum.”
“Net zoals hij bij de vorige regering deed.”
“Maar Paul Pienter heeft deze keer de hitte van de publieke opinie gevoeld.”
“Net als toen journaliste Erna Avianko het begin 2003 het voor hem beerde dat hij aan contestanten van dat miss Djawa contest had zitten te frunniken.”
“En later bleek zelfs dat hij onaangekondigd door hun kleedruimte liep.”
“Lieb’a tori, dat is voorbij.”
“Zijn z’n streken dan voorbij? Hij richt deze regering net als de vorige ten gronde.”
“Opa Ronalds paard van Troje. Jaaah, now m’e laf joe, jaaah.”
“Als men grondje-pik-Paultje z’n gaan laat gang, eeh, z’n gang laat gaan, alleen maar om zelf ongestoord voort te kunnen slobberen en men met zoete broodjes strooit om den volke zoet te houden, da waar maak jij je druk om?”
“Maar ik hoorde onze Comraad Kassa, de grote motor achter de pagara-estafette, deze tori goed bepleiten via de radio.”
“Ik hoop dat al die handelaren die zo mooi verdienen aan die pagara-estafette ook mooi zorgen dat die vuurwerksnippers meteen worden opgeruimd en niet nadat de regen ze tot één patja-patje heeft gemaakt en de helft in het riool is gespoeld. Dan moeten uit belastingsgeld kosten worden gemaakt om de riolen weer schoon te krijgen!”
“Heeft Comraad Kassa ook verteld waarom hij in de sporthal tijdens een basketballwedstrijd zo tekeer ging tegen de scheidsrechter en tegen mensen uit het publiek?”
“Ook daar steekt hij vuurwerk af, verbaal en met termen welteverstaan.”
“Eh, oen lieb mi mati Comraad!”
“Volgens mij had hij wat vuurwater tot zich genomen, dan gaan je hersencellen wat hoger branden, en je tong wat losser zitten, net als bij ons hier.”
“Sommige mensen, van hoog tot laag, van Paramaribo tot Moengo, van Comraad tot Lonnieman kunnen hun driften op het sportveld niet altijd even goed bedwingen.”
“Kijk waartoe dat in Nederland heeft geleid: internationale schande wegens het doodschoppen van een grensrechter.”
“En natuurlijk, ook daar hoor je dan over de dader: het is toch zo een lieve jongen, die doet geen vlieg kwaad, die is zo rustig en behulpzaam…”
“Ja, dat verhaaltje horen we hier ook vaak.”
“Maar weet je wat op Yoogi rijmt?”
“Boogi, Woogi, Soopi, Poopi.”
“Ja, dat ook, maar ook: Goopi.”
“Yoogi rijmt niet helemaal op Goopi.”
“Inderdaad meester: die ene krijgt bij voorkeur landbouwgrond om te verkavelen, die andere bij voorkeur bosconcessies van Bruynzeel om te exploiteren.”
“Dat moet nog onderzocht worden.”
“En dat punt in de motie van DNA baart Baas zorgen.”
“Het baart mij zorgen dat dát hém zorgen baart. Onderzoek is toch geen daad van vijandschap? Tenminste, als alles richtig is verlopen.”
“Mahinder mág! Hij heeft er als elke Surinamer recht op en het was vrij domein en hij heeft alle procedures netjes gevolgd.”
“Dat klopt allemaal, maar waar het bij mij en bij velen in de gemeenschap om gaat, is: hoe kon het bij hem, zoals bij onze Commewijnevriend Shailindra, en sommige anderen zo snel gaan.”
“Ja, volledig met je eens. En voor de grote massa, die evenveel rechten heeft als Mahinder, Shailindra en noem nog zo een paar, duurt het jaren van loperij en steeds horen: uw aanvraag is in behandeling, uw stukken zijn kwijtgeraakt of: de derde aanvrager na u heeft het gehad, omdat zijn stukken het eerst werden bekeken en in orde werden bevonden.”
“En ik zeg: zo lang men dit systeem handhaaft, gaat dit ongezond voortrekken van vriendjes en politieke koeparies door blijven gaan, al dat ruimtelijk gebabbel van die grondministers toen en nu ten spijt.”
“Wat moet er dan veranderen?”
“Jullie zijn het vergeten! Versluiert de sopie jullie herinnering zo erg? Ik heb het al zo vaak gezegd: het moet bij ministerieel besluit worden vastgelegd, dat de eerste aanvrager daadwerkelijk als eerst geholpen moet worden en als zijn stukken niet in orde blijken te zijn of dat hij al een stuk grond heeft gehad, dan pas gaat men naar nummer twee die heeft aangevraagd en dan naar nummer drie. En men springt niet opeens naar de zestiende aanvrager omdat die een vriendje van een topper is of omdat hij flink met tjoekoes kan smijten.”
“Dus wie eerst aanvraagt, moet eerst geholpen worden, en dat bij wet vastleggen.”
“Dat is dat ding, dan is het afgelopen met dit bevoordelen. Kijk die concessies van Bruynzeel, een andere orga had al een aanvraag daarop lopen, maar Goopi poopi kreeg eerder.”
“En nog wel drie concessies van in toaal 93.000 hectare, waarom zoveel voor een pas beginnende ondernemer? Was eenderde deel niet genoeg en tweederde naar die eerste aanvrager, de IDCS, een staatsbedrijf, dus een gemeenschapsbezit? Waarom moet 940 miljoen vierkante meter, ja, jullie kijken met grote ogen, 940.000.000 m², naar één Surinamer gaan, omdat hij zangvogeltjesvriend van de top is?”
“Terwijl andere Surinamers bloed, zweet en tranen moeten plengen om 500 m² te krijgen?”
“Is deze maatschappelijke oneerlijkheid die ook deze regering de das zal omdoen.”
“Dat wens je, hè, dan kan die geboorde-emmerclub van je weer aantreden.”
“Echt niet, ik wil ook dat dit bevoordelen van politieke koeparies nou eens ophoudt.”
“Hoe ga je dit stoppen? Mission Impossible.”
“Door een niet-politieke president te kiezen.”
“Hoor weer een nonsens. Hoe ga je een niet-politieke president kiezen?”
“Nou, we hebben er zeker drie gehad, en ze hebben het goed gedaan, ondanks allerlei gewroetsel om hun heen.”
“Welke drie bedoel je?”
“Johan Ferrier, Henk Chin A Sen en waarnemend pres Ramdat Missier. Na hun begon de rij van politieke presidenten en hoe opvallend, ook dat vriendjes-geregel en de grootste sociaal-economische afgang ooit in onze historie.”
“Da wat zeg je van nu? Economische opleving van jewelste.”
“Dat is niet dankzij welke toevallige president dan ook. Dat is dankzij ons, wij die daar keihard voor werken, zonder bevoordeeld te worden dankzij politieke slijmerij.”
“Ha, je bent gewoon jaloers op anderen die met wat handigheidjes aan hun trekken komen. Jij zou dat ook gedaan hebben als je daartoe de gelegenheid had gekregen. Kom me niet zeggen dat dat niet waar is.”
“Dan gaan we met dit ding blijven, want ik zie niet in hoe we een niet-politieke president gaan kiezen, zonder politieke plaksels om hem heen.”
“Daarom ga ik niet stemmen.”
“Nog dommer. Dan laat je het helemaal in handen van die opgejutte massa die zingend en vlaggen wapperend wel gaat stemmen en daarna vijf jaren gaat zitten klagen. Door ook te gaan stemmen, maak je tenminste de kiesdeler zwaarder, breng je misschien toch iets goeds aan de macht als tegenwicht voor die populistische mooipraters die omringd zijn door plakvliegen en koeparies.”
“Heren, maar al bekvechtend hier is intussen weer een jaar aan het verstrijken. Onze jaarkalender loopt af, net als die Maya kalender, en wat gebeurt er dan? Einde van de wereld?”
“Echt niet. Er begint gewoon een nieuwe kalender.”
“Wat kunnen mensen, zelfs hoog ontwikkelden, toch zo simplistisch bijgelovig zijn.”
“Heren, ik geloof in ‘leven’ en niet in ‘ondergang’. Ik zeg dus: proost op het leven en mag ik jullie een zalig kerstfeest toewensen, ook de heidenen onder jullie die de bar als biecht-, zang-, preek- en bidruimte gebruiken. Moge de spirit van dit wereldfeest ook jullie doordríngen en tot jullie dóórdringen.”
“Waarom sticht je geen kerk of een politieke partij? Je krijgt zo grond en wordt zo rijk met dit glad gepraat van je.”
“Ach, ik ga dat toch allemaal moeten achterlaten. Ik wens jullie dan ook een zalig kerstfeest, al zeggen jullie soms hatelijke dingen tegen me, na lob’oen lob mi so.”
“Natuurlijk, natuurlijk, djiem wan brasa, brada, al hebben we onze verschillen van mening, we blijven vrienden.”
“En geen enkele buitenlander met z’n splijtzwammen haalt ons uit elkaar.”
“Ja mang, jij ook zalig kerst, en jij ook.”
”Ai, ai, hetzelfde, ai, ai.”
“Ja, thanks, hetzelfde, djiem wan brasa, ja mang en jij betaalt vandaag toch?”
“No boi…, ach, nou ja, toe maar.”
“Yeaaah voor onze broeder, wat een kerstpakket, dies no verval.”
“Dies na beval en bijval, yeaaah.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May