Regering heeft diaspora en geen ‘die ras spora’ beleid

Minister Winston Lackin van Buitenlandse Zaken heeft dinsdag in De Nationale Assemblee verduidelijkt dat de regering wel degelijk een diaspora beleid heeft. Dat beleid is echter niet gebaseerd op een bepaalde groep Surinamers. “Let u wel mevrouw de voorzitter. De regering heeft een diaspora en geen ‘die ras spora’ beleid”, zei lackin met nadruk.

De bewindsman beantwoordde hiermee de vraag van onder andere parlementariër Chandrikapersad Santokhi (VHP/Nieuw Front) die wilde weten wat het beleid van de regering is voor Surinamers in diaspora en met name personen in Nederland. De VHP, waar Santokhi voorzitter van is, maakt zich bijzonder sterk voor betrekken van Surinamers in diaspora.

Speciaal model ontwikkeld
Lackin gaf een uiteenzetting van het diaspora beleid van de regering en noemde het begrip van sectorale honoraire consuls, dat in Amsterdam (Nederland ) een creatie is van jonge Surinamers en nu door de regering de gelegenheid wordt gegeven er inhoud aan te geven. Het begrip regelt de diaspora van Surinamers overal ter wereld en heeft volgens Lackin niets te maken met ras, maar is gebaseerd op de mogelijkheden, respect en vooral de disciplines van studerende Surinamers. Van het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben de jongeren die het model hebben ontwikkeld nu alle gelegenheid gekregen een jaar lang dit project als een proefschrift uit te werken.

Lackin gaf aan dat de Nederlandse overheid het model heeft overgenomen. Het model gaat ervan uit dat waar deze Surinamers zich ook bevinden zij iets kunnen betekenen voor hun land. Dit model wordt door Lackin gehanteerd voor studenten en Surinamers overal ter wereld. “Ik ben als minister persoonlijk met deze groepen in overleg. Dat is het concept dat we hebben met diaspora”, zei Lackin.