Moestadja maakt indruk met lezing plurale samenleving

Minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken heeft woensdag indruk gemaakt op de ACP/EU-parlementaire vergadering met zijn lezing ‘Eenheid in verscheidenheid. De harmonische, plurale Surinaamse samenleving’. De lezing werd op het programma van de ACP/EU-parlementaire vergadering gebracht als een leermoment voor de 97 ACP en de 27 Europese landen. De inleiding van de bewindsman sloot aan op de debatten van het ACP-EU parlement over het etnisch geweld dat momenteel gaande is in Mali. Bij die debatten is enorme bezorgdheid geuit over het etnisch geweld waarbij veel slachtoffers vallen.

Moestadja, van huis uit antropoloog, heeft in zijn presentatie ontkracht dat door multiculturele samenlevingen met al hun verschillen, een harmonische samenleving onmogelijk maken. Volgens de minister heeft etnisch geweld een totaal andere grondslag. “Ik herinner u er echter aan dat weinig plurale samenlevingen zich kenmerken door etnische conflicten. In het nieuws worden juist de zeldzame gevallen van soms extreme etnische botsingen uitvergroot. Wat vaak niet wordt gemeld is dat er dikwijls sprake is van economische, politieke en historische belangen die samenvallen met de etnische groepen”, zegt Moestadja. Volgens hem ontstaat daardoor de indruk dat etnische pluraliteit een probleem is. “Wij in Suriname hebben die ervaring niet. De doden die wij in de Surinaamse politieke geschiedenis hebben te betreuren, zijn gevallen tijdens stakingen, betogingen, en militair optreden. In geen enkel geval was er sprake van etnische onlusten. Dat geldt ook voor spanningen op terreinen als religie en taal. Suriname is niet alleen een beknopte uitgave van de wereld, maar ook, zoals een andere auteur dat formuleerde, een “raciaal paradijs”.

Goed leiderschap
Moestadja gaf eerst een historisch beeld van hoe overal ter wereld plurale samenlevingen tot stand komen. Volgens hem is daarbij belangrijk hoe met de verschillen wordt omgegaan, de rechten die deze verschillende groepen in hun cultuuropvattingen hebben aangenomen en het respect van de centrale overheid voor die pluriformiteit. De minister heeft sterk benadrukt dat leiderschap dat op een juiste manier weet om te gaan hiermee van essentieel belang is. “In deze verspreiding hebben voormalige heersers een belangrijk aandeel gehad, doordat zij gebieden herindeelden en volkeren uiteen joegen. Die situatie geldt niet voor Suriname. De pluraliteit van de Surinaamse bevolking is wel een koloniale erfenis en meer in het bijzonder een voortvloeisel van de exploitatie van een plantage-economie, maar wij zijn bij elkaar gebracht en niet uit elkaar gejaagd", doceerde Moestadja.

De minister zegt niet te zullen ontkennen dat er in Suriname soms spanningen zijn. Maar die zijn niet van die omvang en intensiteit dat we ons echt zorgen om maken. Wij weten ook dat etnische groepen hun meningsverschillen bloedig uit kunnen vechten. Ook in de regio zijn er voorbeelden daarvan. Maar wij zijn ervan overtuigd dat cultureel plurale samenlevingen niet perse problematisch zijn en dat een krampachtige houding hieromtrent misplaatst is. Komend tot de oplossing van het probleem met Suriname als voorbeeld zegt Moestadja dat het succes van een vreedzame plurale samenleving afhankelijk is van drie grootheden: de opvatting van de plurale samenleving, het streven naar een etnisch neutrale staat, en de erkenning dat etnische groepen geen gevaar zijn om nuttige sociale eenheden te creëren.

Etnisch neutraal
Volgens de spreker moet etniciteit binnen een samenleving als een neutraliteit worden gezien en bewaard. De inrichting van de staat zal daarom ook etnisch neutraal moeten zijn. Het is geen afwijking maar een normale samenleving, dat de staat etnisch neutraal dient te en dat etnische groepen nuttig en nodig zijn voor burgers. Moestadja zegt dat dit leidt tot een filosofie die de maatschappelijke vrede en vrijheid in Suriname kenmerkt. Die filosofie is samengevat in het credo “eenheid in verscheidenheid.

“Wij vinden het vanzelfsprekend dat de etnische groepen van elkaar verschillen en elk hun eigen leefstijl hebben. Wij vinden het normaal dat wij één nationaliteit bezitten en samen een samenleving vormen. Het klinkt ingewikkeld, maar het is onze dagelijkse werkelijkheid, de eenheid zit ín de acceptatie van de verscheidenheid. Wij allen vinden het normaal en ook goed dat wij niet hetzelfde zijn. Dat is onze kracht. Dat maakt mogelijk dat wij groepsverschillen niet als hinderlijk ervaren en samen verdergaan. Hierin verschillen wij van veel andere landen die vinden dat de culturele verschillen tussen groepen een gevaar vormen en moeten worden weggewerkt. Wij vinden van niet en hebben dat probleemloos waargemaakt. Hierin vinden wij ons een voorbeeld voor veel andere samenlevingen. Ik hoop u daarvan overtuigd te hebben”, stelde Moestadja.
De verwachting is dat vandaag op basis van de discussies en de lezing van Moestadja een resolutie zal worden ingenomen ten aanzien van Mali.