Bondscoach Zwamborn pleit voor visie en organisatie

“Het gaat erom dat er mensen met visie en know how worden binnengehaald om het Surinaamse voetbal tot ontwikkeling te brengen.” Dat zegt voetbaltrainer Kees Zwamborn die de afgelopen vier maanden als bondscoach werkte bij de SVB (Surinaamse voetbalbond). Vanavond vliegt Zwamborn terug naar Nederland. Eerder op de dag overhandigde hij het verslag van zijn bevindingen aan de SVB. Ook de KNVB krijgt een exemplaar van het verder vertrouwelijke rapport. Zwamborn wil wel een paar aanbevelingen prijs geven.

“Het belangrijkste is dat er hard gewerkt wordt aan een betere organisatie van het Surinaamse voetbal. Zowel bij de clubs als bij de bond. Er zou snel een eind moeten komen aan de polarisatie tussen de voetbalbond en de clubs. Daarmee zouden we veel ruis kunnen wegnemen. Op zichzelf is het niet zo ingewikkeld om gezamenlijk afspraken te maken over bijvoorbeeld competitieschema, transferbeleid en amateurstatus. Nu is er geen sprake van consequente regelgeving. Soms wordt geschermd met het FIFA-reglementen maar dat is van toepassing bij profspelers. Dergelijke misverstanden gelden net zo goed voor clubs als voor de bond.”

In tegenstelling tot zijn voorgangers, die via de KNVB voor een paar weken naar Suriname kwamen, heeft Zwamborn langere tijd het Surinaamse voetbal kunnen observeren. Als bondscoach heeft hij het matige trainingsbezoek, de discipline en mentaliteit van voetballers meegemaakt. Natuurlijk heeft hij daar een mening over maar tegelijkertijd realiseert hij zich maar al te goed dat zoiets niet in een handomdraai valt te veranderen: “Ik wil niet overkomen als een roepende in de woestijn. Het is heel lastig om bestaande structuren en gewoontes te veranderen. Suriname is klein, iedereen kent elkaar en ik heb gemerkt dat mensen snel in de verdediging gaan zodra er kritiek komt. En als ik zeg dat politieke en eigen belangen nogal eens een rol spelen, vertel ik ook niets nieuws.”

Zijn conclusie komt erop neer dat het niet zo goed gaat met het Surinaams voetbal. Neem alleen de lange voetballoze periode van mei tot oktober, de clubs uit de topsectie die lukraak spelers bij elkaar wegkopen of het gebrek aan beleving op het veld. Problemen genoeg maar Zwamborn kijkt liever naar mogelijke oplossingen: “Ik denk dat het goed zou zijn wanneer er gedegen voorlichting zou komen. Vanuit een gemeenschappelijk uitgangspunt moeten clubs, bond en lidbonden dan in goed overleg bekijken wat goed is voor het voetbal. Maar om dat goed aan te pakken is wel een duidelijke visie nodig en voldoende know how.”

Van begin af aan was duidelijk dat Zwamborn voor een bepaalde periode naar Suriname zou komen. In drie maanden zou hij zich een beeld vormen van het Surinaamse voetbal. Vanuit de praktijk: door de nationale selecties onder zijn hoede te nemen en de trainersopleidingen te observeren: “Nu wordt via de media de indruk gewekt dat het al dan niet verlengen van mijn verblijf zou afhangen van mijn gezinssituatie. Alsof ik dat argument er nu ineens bij heb gehaald. Dat klopt niet. Ik heb tijdens de eerste persconferentie al aangegeven dat ik niet al te lang van huis wilde zijn. We hebben van begin af aan een periode van een paar maanden afgesproken en daar is zelfs een maand bijgekomen. Over mijn salaris doen trouwens ook allerlei verhalen de ronde. Laat ik het erop houden dat ik er prima mijn vaste lasten in Nederland van kan betalen.”

En voor de duidelijkheid: de trainer heeft de deur niet dichtgegooid. Zwamborn heeft voor de komende maanden een schema van trainingen en oefenwedstrijden opgesteld om het nationale elftal zo goed mogelijk voor te bereiden op het kwalificatietoernooi om de Digicel-cup in augustus: “Het is nu aan mijn assistenten, Kenneth Jaliens en Ricardo Winter, om daarmee aan de slag te gaan. Mocht het nou zo zijn dat de komende maanden de trainingsopkomst heel goed is en de voorbereiding prima verloopt, dan kunnen we altijd bekijken of ik erbij ben tijdens de kwalificatiewedstrijden. De komende periode heb ik in elk geval regelmatig contact met de trainers.”

(tekst en foto: Diederik Samwel)