NCCR heeft geen wettelijke grondslag als nationaal instituut
02 Nov 2012, 15:55
foto
De coördinator van NCCR, overste Jerry Slijngaard (rechts) in gesprek met de ministers Lamuré Latour van Defensie (links) en Winston Lackin van Buitenlandse Zaken tijdens een schorsing.


Het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) bestaat niet bij wet en ook niet bij staatsbesluit. Het instituut is bij de eerste grote overstroming in 2006 in het binnenland opgericht en benoemd, maar heeft geen wettelijke status.

Tot nu toe was dat op nationaal niveau geen enkel probleem. Nu echter Suriname op het punt staat zich te binden aan een overeenkomst voor het oprichten van een Caribisch Rampenbeheersingsinstituut, wordt de juridische kwestie belangrijk. Elk lidland van de Caricom zal dan een eigen rampenbeheersingsinstituut moeten hebben dat gerechtigd is namens dat land activiteiten, opdrachten en controle werkzaamheden uit te voeren.

Burger gelijk betrokken
De regering heeft besloten toe te treden tot het regionaal instituut. De ontwerpwet wordt vandaag behandeld en straks aangenomen in het parlement. De commissie die deze ontwerpwet voor sluiten van de overeenkomst heeft voorbereid, stelt dringende vragen en maakt diverse kritische opmerkingen.

Commissievoorzitter André Misikaba wijst erop dat in het algemeen de toetreding van Suriname tot internationale of regionale verdragen zich beperken tot het niveau van de regering. Bij dit verdrag gaat het echter om een direct effect op elke burger in het land. Het Caribische Rampenbeheersingsinstituut zal een beslissende rol hebben bij rampen. Het regelt de ondersteuning van de lidlanden, het voorkomen van de rampen, de voorbereidingen, de bestrijding en de nazorg bij rampen.

Bij wet instellen
Het probleem is dat zonder een bij wet ingesteld nationale rampen beheersingsinstituut het lidland mogelijk niet in aanmerking komt voor bepaalde fondsen. Ook niet voor het laten trainen van hulpverleners volgens modellen van het Caribische instituut en andere zaken die direct betrekking hebben op preventie, voorlichting, bestrijding en nazorg bij een ramp. Misikaba en Henk Ramnandanlal hebben benadrukt dat Suriname zich niet weer klakkeloos aan een verdrag moet binden zonder daarvoor de consequenties onder de loep te nemen.

Misikaba vraagt of de regering een plan heeft om de gemeenschap op dit regionale rampenbestrijdingsinstituut voor te bereiden. Daarnaast heeft hij tal van vragen over de verplichtingen, financieel als organisatorisch die Suriname bij het oprichten van het regionaal instituut zal hebben.

Baat bij aansluiting
Suriname heeft er alle baat bij zich aan te sluiten bij dit regionale instituut. Het land behoort tot een van de serieuze risico landen als door klimaatverandering de zeespiegel gaat stijgen. Niet de lage kust, maar het feit dat 90 procent van de economische activiteiten in het kustgebied plaatsvinden, maakt het risico erg hoog. Misikaba pleit voor een betere positionering en betrokkenheid van het NCCR en andere instituten zoals de universiteit. Minister Lamuré Latour van Defensie heeft tijdens het beantwoorden van vragen beloofd dat het NCCR bij wet zal worden ingesteld.

De regering komt zo meteen in tweede ronde aan het woord. Er waren geen vragen vanuit De Nationale Assemblee meer na antwoorden van Latour en minister Winston Lackin van Buitenlandse Zaken. De vergadering is geschorst voor het indienen van nota's van wijzigingen.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May