Reactie Minov op 'Ouders Sophia’s Lust I gaan in actie'

Het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) heeft kennis genomen van de uitspraken die op 30 oktober in Starnieuws over de sluiting van de Openbare school Sophia’s Lust 1 zijn verschenen.
Het is het ministerie ernst voort te gaan met het ingezette proces van verbetering van onderwijs- voorzieningen. Een traject waarbij afgewogen inzichten bepalend zijn bij het maken van keuzes.

De roep van leerkrachten en ouders om onder kindvriendelijke omstandigheden het onderwijs te doen verzorgen op deze school dateert vanaf 2010. Noch de eigenaar van het gebouw waarin deze school gehuisvest, noch de het ministerie of enig assembleelid heeft ooit in voldoende mate gehoor gegeven aan deze kreet. In een gesprek met de directeur van Onderwijs, heeft de eigenaar van het gebouw aangegeven niets te zullen doen aan de restauratie daar hij zelf over het gebouw wil beschikken (Surinaamse Moslim Associatie). Afgesproken was om in het schooljaar 2012/2013 deze leerlingen een andere school aan te bieden in de omgeving. Helaas was de bouw van extra leslokalen op Sophia's Lust II niet op tijd klaar om deze leerlingen een andere plek aan te bieden. Het ministerie heeft in de afgelopen dagen met ouders en leerkrachten vergaderd waarbij is afgesproken om een groot deel van de leerlingen per 1 november te plaatsen op Sohia’s Lust II, aangezien de lokalen inmiddels zijn afgebouwd.

Terwijl de onderdirecteur dacht samen met de ouders te zijn gekomen tot een aanvaardbare oplossing, bleek dat de dag daarop het assembleelid Amzad Abdoel zich met deze zaak is gaan bemoeien, waardoor ouders het eerder genomen besluit hebben verlaten en zich zijn gaan beroepen op het feit dat zij hun kinderen niet op een school zullen plaatsen waar er voornamelijk marron kinderen zijn.

Deze uitlating heeft het assembleelid Abdoel in hoogsteigen persoon geuit tegen de directeur van Onderwijs. Wij vragen ons af of het onderwijsproces telkenmale verstoord moet worden door emotioneel ingegeven beslissingen, zoals die genomen door assembleelid Abdoel. Het valt te betreuren dat de heer Abdoel het persoonlijk belang hoger stelt dan het algemeen onderwijsbelang.

De heer Abdoel is nimmer op het ministerie geweest om ontvangen te worden. Hij is telefonisch aangehoord door de directeur van Onderwijs. De heer Abdoel had als volksvertegenwoordiger beter moeten weten dat het aandragen van oplossingen tijd vergt, zeker als er meerdere partijen erbij betrokken zijn. Indien de heer Abdoel daadwerkelijk wilde weten welke de ontwikkelingen zijn geweest had hij zich in verbinding kunnen stellen met de directeur of onderdirecteur van Onderwijs, dan had hij het antwoord ook wel gehad. Het valt daarom te betreuren dat assembleelid Abdoel dergelijke onverantwoordelijke en ondoordachte uitspraken in de media doet. Wij hadden van het assembleelid Abdoel een andere houding verwacht.

De directeur van Onderwijs,
Mevrouw Grace Malm-Lackin