Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 120
28 Oct 2012, 20:00
foto


“Je kan zeggen wat je wil, maar een paar jeugdparlementariërs geven het goede voorbeeld.”
“Jonge bezems vegen ferm.”
“Die oudjes zitten meer te fitten op elkaar, en politieke signalen te geven als hun partijpolitieke belangen in het gedrang komen.”
“Oh, dat gedoe waarbij familie Paul Koekeloer geen kworum gaf; ze waren met die dijktoestand bezig.”
“Ik blijf erbij: als de voorzitter of diens vervanger er is, dan open je die vergadering, al zijn er maar tien leden in de zaal. Anders straf je de aanwezigen.”
“En dan?”
“Dan noem je heel hard wie er wel zijn, wie op tijd een geldige afmelding hebben doorgestuurd en dan noem je heel duidelijk de namen van de afwezigen, je laat de griffier die namen herhalen en dan begin je de vergadering met de ingekomen stukken.”
“Dat mag niet, je hebt geen kworum.”
“Waar staat dat? Je mag niet stemmen of gerichte beraadslagingen voeren die voorafgaan aan een stemming als je geen kworum hebt.”
“Ja, inderdaad, meester leti, net zoals zijn hoofdtaak is: lesgeven en niet wegblijven en melden dat hij ziek is.”
“Da wat doet hij hier?”
“Hij heeft nu een vrij blokuur, plus hij geeft drankles hier.”
“Ik stuur je de klas...eh.. bar dalijk uit, dwarsligger.”
“Dus dat hele kworumgedoe is maar nep.”
“En al kan je niet vergaderen, je kan altijd je volk dat een probleem heeft, gaan opzoeken en hun case vastleggen. Dan ziet het volk ook op wie het gestemd heeft.”
“Juist, net zoals die ene jeugdparlementariër uit Albina doet. Die heeft de boodschap begrepen. Uit zichzelf neemt die een stukje verantwoordelijkheid op zich om een kwestie tussen ouders en de schooldirecteur daar naar de minister te brengen.”
“Maar ik snap nog niet zo goed wat daar aan de hand is. Opeens willen ouders dat de schooldirecteur weg moet, want ze deugt van geen kant.”
“In ons land is dat een sociaal signaal dat betrokkene streng is, maatregelen neemt die niet in goede aarde vallen en niet wil meevaren met de stroming van de Marowijne.”
“Net zoiets als met die directeur van HAVO-2; die moest ook weg, volgens de leerkrachten dan.”
“En de oprisping tegen tante Shirley herzelf, zij moest ook weg, volgens haar stafleden.”
“Tante Shirley is lekkertjes gebleven en waar staat die staf-cabale met Pineut nu?”
“Beide kanten moesten water in hun Palm doen. Anders schroeit hij je keel.”
“Dat weet jij goed, hè, Palmzuiper!”
“Je zeurt. Ik ontsmet m’n keelholte.”
“Maar in dat geval van Albina: heeft de inspectie Onderwijs afdeling Marowijne ergens een rapport hierover geschreven? Want zoiets lijkt me niet iets van vandaag de dag te zijn.”
“Is daar dan niet permanent iemand van de Inspectie gevestigd?”
“Ach, tijdens mijn jaren op school heb ik twee keer een inspecteur gezien, die kwam met een oud-koloniale attitude even zeggen wat je allemaal fout deed als leerkracht.”
“Een soort politieman van onderwijs dus.”
“Moest je ook plat op de vloer van het lokaal?”
“En een andere groep Jeugdparlementariërs is naar Nickerie getogen, om daar te oriënteren.”
“O ja, ze zijn naar die kinder- en jeugdopvangtehuizen gegaan, heel goed, want er gebeuren soms daar dingen die het daglicht niet kunnen verdragen.”
“En als zaken dankzij de pers naar buiten komen, worden allerlei juridische verdedigingsmechanismen in stelling gebracht om vermeende pedofielen en kindermishandelaars vrij te pleiten.”
“Ik zou de jeugdparlementariërs adviseren vaker en langer en liefst onverwachts naar zulke tehuizen te gaan. Eet, drink en blijf daar een avondje slapen, dan ga je misschien mooie dingen opmerken.”
“Ze zijn ook naar het jeugdcellenhuis gegaan.”
“Wat is dat voor onding? Jeugdigen zet je toch niet in een cellenhuis?”
“Dat is onze manier van opvoeden: sluit ze op, zet ze op water en brood, wiep’ding flink, kos’ding ondersteboven, ja, dat is die boy, want sommige van die jongelui zijn rasechte crimineeltjes.”
“Jij moet minder kletsen als je drinkt, want door ze zo te behandelen, maak je van allemaal echte criminelen. Ze komen al uit een wazige oudersituatie.”
“Daarom is die opvang van Opa Doellie zo een lichtend voorbeeld. Tot uit het buitenland komt men de aanpak bekijken. Geef ze onderwijs, leer ze met de computer werken, desnoods mogen ze ook spelletjes erop spelen, dat is veel beter dan gouden kettinkjes wegrukken om hun honger te stillen, en geef ze korting op hun detentie als ze slagen, zoals laatst een aantal is geslaagd.”
“Zeer bemoedigend. En leer ze een vak, zet zulke jongelui dan liever op de payrol van Lanti in plaats van een hoop politiek geregelden die alleen maar gratis hun tank willen vullen, dienstreizen willen maken, à la dol voor eten en drank declareren, ja, dat is toch ook crimineel gedrag?”
“En dat wordt niet afgestraft, want ‘dat zijn mijn partijmensjen en mijn partij ondersteunt de kowaliesjie en als je mijn mensjen wat durft te doen, ga ik je politieke sjiegnalen geve.”
“Ha, het zit je niet lekker dat gewiekste Paul jouw Ramon, alias de Pimp-my-wagon-champion, een hak heeft gezet. Ramon moest terugkrabbelen met die torie van het niet afbouwen van die dijk in Commewijne.”
“Ja, maar mensen zoeken het zelf als ze langs de dijk gaan bouwen, al heb je toestemming gehad van de DC.”
“Laat die ex-DC dan voor de kosten van ontruiming opdraaien; hij heeft toch toen toestemming gegeven?”
“De wet voorziet daar niet in.”
“Je vraagt je soms af waarin de wet dan wel voorziet.”
“Maar de Waterkant moet mooi zijn als die EU-ACP-top hier is: pimp my Waterside, eeh, ....Wottercont...”
“Eh, zeg geen nonsens als je geen Engels weet te praten.”
“Onze mensen weten goed te organiseren, dankzij onze Ontspannings Centrum Eerste Rijweg-ervaring. Je gaat zien: die EU-ACP-top zal nog lang napraten over die lekkere, leuke, smakelijke, borrelige top die ze hier hebben gehad.”
“Pimp the Boitenlonderrs.”
“Maar ergens las ik tak daarom Baas moef gha Nickerie foe hoor’a 25 novemberparade drape.”
“Waarom zou hij. Hij mag z’n parade waar dan ook in den lande houden. Zo test hij meteen de mobiliteit en de logistiek van zijn leger uit.”
“Ik ben benieuwd of ze dat museumstuk, die Bofroe, de enige nog puffende en sukkelende DAF-YP gaan inzetten.”
“Als je dat kevaarte op de Kwatta gas geeft richting Nickerie, stoot het een rookgordijn uitlaatgas uit, die de lucht tot Moengo verduistert.”
“Eh, hou op, no overdrijf zo. Je maakt ons rollend materieel belachelijk.”
“Rijden die Owroekoekoes, of hoe die pantserwagens uit Brazilië ook heetten, nog?”
“Urutu, analfabeet.”
“En die Caravelle, hebben jullie die ook nog?”
“Gunst mang, die Caravelle was dat lawaaierige straalvliegtuig met z’n twee motoren aan z’n staart. Wat je bedoelt, is die Cascavelle.”
“Die YP was beter, jammer tak oen mol ding. Die ene waarmee wijlen Rambocus richting Saramacca vluchtte, staat als een wit monument bij de achteringang van MBK-noord.”
“Wat praat je voor code? Wat is MBK-noord?”
“Jakkes mang, jullie weten ook geen snars. Memre Boekoe Kazerne noordzijde, dat betekent het.”
“En wat bedoelen jullie met Romeo Bravo?”
“Zo spellen we letters als we berichten via de radio moeten doorgeven. Romeo Bravo staat voor de letters R en B.”
“Dan zullen we het niet hebben over Delta Bravo.”
“Maar die vorige: Romeo Victor, werd Papa Zulu genoemd.”
“Praten jullie normaal, nò? Ik begrijp er niets meer van.”
“Dat is ook de bedoeling.”
“Maar moet een parade op de onafhankelijkheidsdag altijd in de hoofdstad gehouden worden?”
“Tja, het is usance, gewoonte, maar het is volgens mij geen wet van Meden en Perzen.”
“Net zoals je niet elke assembleevergadering in het assembleegebouw hoeft te houden.”
“Ik heb geen tijd om me met dit soort discussies bezig te houden; ik moet m’n hypotheek aflossen.”
“Komt ervan als je steeds een snellere wagen wil kopen.”
“Ga niet racen langs lantidang, want je ziet waartoe dat kan leiden: wagi spat uit elkaar tegen paal.”
“De slag was van dien aard, dat kofferbakdeksel flei kmopo tot helemaal tot over de goot.”
“Je zal daar net even je hond uitlaten dan kofferbakdeksel flei tik’ie.”
“Motorblok eruit gescheurd.”
“Wagen in twee stukken gebroken, wan see plak n’a paal, tra see verdwijn ien gotro.”
“Meester, joe sab mechanica, hoe snel hebben ze gereden, denk je?”
“Men zegt: zo een 130 km per uur.”
“No boi, kijk alleen hoe ver dat kofferbakdeksel is geslingerd, dies n’a zeker 180 go miet 200.”
“En bij deze snelheden is een kleine verzakking in de weg voldoende om die wagen als een kanonskogel te lanceren.”
“Dan die jongeman sa tik wan Daftruck. Ik denk dat snelheid daar zeker ook een rol heeft gespeeld.”
“Sowiso, als je ziet wat voor snelheden die bromfietsers ontwikkelen, je houdt je hart en bloedvatenstelsel vast.”
“Maar ook trucks met container of houtblokken of zand zie je ver boven de veertig op drukke wegen racen.”
“Maar we kunnen dit snelheidsgedrag maar niet veranderen.”
“Je hoort alleen maar moralistisch gebabbel in de trant van: de weggebruikers moeten zich aan de regels houden, ze moeten hun snelheden in acht nemen, ze moeten dit, ze moeten dat.”
”Ach, wie moet luisteren naar deze wijze woorden, luistert niet, hoort ze niet eens.”
“Gewoon net als in Nederland: heb je die verhoogde boetes gezien die de Tweede Kamer daar heeft goedgekeurd, of zijn ze met nog met dat proces bezig?
“Daarom rijden ze daar als Godsvrezende neuroten: hier mag ik maar 80, hier kan ik 100, hier mag ik niet inhalen, kijk: niet-onderbroken streep op de as van de weg, dat is zo een boete van 150 euro of zoiets, en elke tien kilometer boven de toegestane snelheid is zoveel euro boete erbij.”
“Ik denk dat dat alleen helpt, en dat geld direct betalen, anders word je wagen in beslag genomen.”
“Ga dit beleid in dit uitgestrekt dorp uitvoeren, met al die vriendjespolitiek en tje-poti-mentaliteit en geef-me-een-brik, no beambte?”
“En een effectief programma’s als ‘Skoowtoe kies mi’ verdwijnt om allerlei duistere redenen van de buis en in de plaats komt dat goedkoop schoolmeesterachtig gebabbel waar niemand naar luistert.”
“Dan denk ik dat we maar zo gaan blijven: laat men maar zichzelf en anderen kapotracen en bij elk gruwelijk verkeersongeval komen we dan weer met tientallen moeilijk uitvoerbare oplossingsmodellen, na een week zijn we de boel vergeten, alles blijft zoals het was, tot de volgende bizarre verkeersramp.”
“Ik blijf het zeggen: maak een goeie racebaan voor die jongens, lekker buiten de stad, op de savanne, bij Zanderij, dan kunnen ze meteen vliegen als ze snel genoeg rijden, en als daar auto’s uit elkaar spatten en kofferbakdeksels rondvliegen, ach, zonder gevaar voor toevallige voorbijgangers.”
“Inderdaad, een soort Death Race. N’a dat ding jongens lobi, ook die boys met die motro’s. Laat maar lekker daar racen, in plaats van geld en moeite te besteden aan flitspalen en onzichtbare verkeersagenten.”
“Hé, nu pas komt Jules, waar was je?”
“Ben die resten van die jongste brand gaan kijken.”
“Zijn ze het puin al aan ‘t ruimen?”
“Nee, wel is het trottoir vrij, maar alles is op de terreinen op hopen gestoten.”
“Mooi uitzicht als straks de Europarlementariërs binnenrijden.”
“Die loodsen ze via een alternatieve route naar hun hotels.”
“Ben benieuwd hoe lang het duurt voordat deze rommel is weggedozerd.”
“Het moet nog afkoelen.”
“Ze moeten nog lijken zoeken onder het puin.”
“Alleen maar opschuif, een reden zoeken om niet te werken. Bekende gwenti in den lande.”
“Dan ga jij de boel opruimen, dan.”
“Doe ik, en ik presenteer de rekening aan families wiens verlaten en verwaarloosde rommels de een na de andere in de fik vliegen.”
“Ja, detective, comma, brandmeester, proost op ons vuurwater.”
“Ja, proost.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May