Miskin maakt alsnog kennis met milieu-instituut Nimos

Minister Michael Miskin van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (ATM) heeft vandaag alsnog een kennismakingsbezoek gebracht aan het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (Nimos). Het bezoek van de bewindsman die vergezeld was van ATM-directeur Steven Relyveld, komt zes maanden na zijn aantreden als minister op dit ministerie.

Bij zijn aantreden was er sprake van dat het Nimos niet langer bij ATM zou behoren, maar bij een ander ministerie zou worden ondergebracht. Of deze plannen nog doorgaan kon Miskin de directie en medewerkers van het instituut niet zeggen. “Ik heb wel begrepen dat er een nieuwe taakbeschrijving is voor enkele ministeries. Dat moet nog geformaliseerd worden, maar waar het Nimos naar toe gaat en als het nog gebeurt, kan ik niet zeggen”, zei hij.

Verdeelde meningen
In de maand april van dit jaar, is er bij de reshuffling van ministers gesproken over het eventueel onderbrengen van het Nimos bij het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer. In het Ontwikkelingsplan is het instituut daadwerkelijk verbonden aan dit ministerie. Vernomen wordt dat er binnen de coalitie verdeelde meningen zijn. Een deel vindt dat het Nimos rechtstreeks onder de president moet vallen, zoals dat het geval is geweest bij de oprichting van het instituut. Een ander deel is van mening dat het Nimos bij een ministerie moet worden ondergebracht. Het Nimos zal komend jaar zijn 15-jarig bestaan vieren. Dit instituut is opgericht met structuren van de Inter-Amerikaanse ontwikkelingsbank. Nimos is nu administratief ingedeeld bij ATM.

Sterkere positie
Miskin en zijn directeur hebben bij het bezoek een presentatie gekregen over de doelstellingen, taken, interne structuur en activiteiten van het Nimos. De presentatie werd verzorgd door waarnemend directeur Cedric Nelom van het Nimos. Hij gaf aan dat vanuit het instituut gewerkt zal worden aan het milieubewustzijn van vooral bedrijven en instituten. Daarnaast zullen training van het personeel, wetgeving en het toevertrouwen van een strengere controlerende positie voor het Nimos belangrijk zijn. Vooral op het gebied van milieuvervuiling, met name geluidsoverlast, wil het instituut meer voorlichting geven en controle uitoefenen.

Miskin gaf aan de rol en positie van het milieu-instituut te onderkennen. Zowel hij als Relyveld benadrukte dat het upgraden van het personeel met trainingen belangrijk is. Hiervoor hebben zij hun medewerking toegezegd. In een vragenronde hebben de medewerkers van het Nimos vragen gesteld over hun rechtspositie en die van het instituut, trainingsmogelijkheden en het op lijn brengen van de interne structuren en posities binnen het instituut.