Nederlandse ambassade helpt bij archeologisch onderzoek

De Nederlandse ambassade heeft haar hulp toegezegd aan het archeologische onderzoek naar het massagraf van 30 juli 1902 op de suikerplantage Mariënburg. Tijdelijk zaakgelastigde R.J.Petri van de Nederlandse vertegenwoordiging in Paramaribo heeft de toezegging schriftelijk bevestigd aan de Stichting Cultuureducatie.

Archeoloog Benjamin Mitrasingh, voorzitter van de stichting, ziet licht in de tunnel. Hij is al jaren bezig om gedaan te krijgen dat het onderzoek een keer gedaan wordt. Ten tijde van voormalig minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, Glen Sankatsingh, zijn in de jaren 1983-1984 boringen gedaan en vooronderzoek gepleegd naar het massagraf. “Het moet voor eens en altijd duidelijk zijn waar het graf ligt en als we geen botten vinden, omdat er ongebluste kalk op de lichamen was gegooid, dat weten we dat dan ook.” De Nederlandse ambassade wil inkomen met de deskundigen die nodig zullen zijn.

Ook minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse zaken heeft zich bereid verklaard het archeologisch onderzoek ambtelijk te coördineren. De bewindsman beschouwt het als de onthulling van een mysterie na 110 jaar. Hij heeft laten doorschemeren dat het goed zou passen in het kader van de herdenking van 140 jaar Hindostaanse immigratie op 5 juni 2013. Mitrasingh benadrukt dat het onderzoek in “vriendschap met elkaar gedaan gedaan moet worden. Er moet geen schuldvraag zijn bij geen van de partijen. We willen het raadsel zoveel mogelijk samen met elkaar oplossen”, zegt hij aan Starnieuws.

Sjak Shie weigert
Intussen heeft Shabier Ishaak, voorzitter van de Stichting Hindostaanse Immigratie, begin oktober schriftelijk de hulp van president Desi Bouterse gevraagd voor het onderzoek. Projectdrager van Stichting Cultuurmaatschappij NV Mariënburg, Michel Sjak Shie, heeft in een brief op 23 september dit jaar de toestemming voor het onderzoek op het terrein van het voormalige suikerplantage geweigerd. In de brief liet hij minister Moestadja weten dat het beter is de kwestie te laten rusten. “Helaas niet kan worden ingegaan op het verzoek van de heer drs. B.S. Mitrasingh om opgravingen te doen op zoek naar resten in het massagraf te Mariënburg. In gesprekken met bewoners van Mariënburg is duidelijk gebleken dat zij liever zien dat deze zaak met rust gelaten wordt”, schrijft Sjak Shie in de brief.

De Stichting Cultuurmaatschappij NV Mariënburg is sinds 1995 onder zijn toezicht geplaatst. Voorzitter Ishaak wil dat president Bouterse, in deze de werkgever van Sjak Shie, zijn gezag doet gelden en toestemming geeft voor het onderzoek.
Dat mensen warm lopen voor het onderzoek blijkt ook uit de toezegging van ondernemer Alimahomed die heeft aangeboden om met de helicopter boven Mariënburg middels luchtfoto’s het massagraf te lokaliseren. De kosten voor de lucht zijn voor zijn rekening.

Op 29 juli, 110 jaar geleden, werd James Mavor toen directeur van Mariënburg, doodgekapt door de Hindostaanse arbeiders. Hij wilde de rietprijs niet verhogen en viel de vrouwen van de arbeiders lastig. Daags daarna, op 30 juli, kwamen de militairen vanuit Frederiksdorp naar Mariënburg, waardoor de gemoederen nog meer in beroering kwamen. De militairen schoten gericht op de arbeiders, die wilden voorkomen dat de daders werden meegenomen. Bij de beschieting zijn 17 arbeiders direct overleden. Daarna kwamen nog enkelen om. De 17 arbeiders zijn in een massagraf begraven op het terrein van Mariënburg. Volgens verslagen is er ongebluste kalk op de lichamen gegooid, waardoor deze niet meer te vinden zouden zijn.