Lula’s naaste medewerker schuldig aan corruptie

Het Hooggerechtshof in Brazilië heeft een top assistent van de voormalige Braziliaanse president, Luiz Inacio Lula da Silva, schuldig bevonden aan corruptie. Jose Dirceu, Lula's stafchef van 2003 tot 2005, is veroordeeld voor het runnen van een programma dat publieke middelen gebruikte om de steun van oppositiepartijen in het congres te kopen.

Hij ontkent dat het programma ooit heeft bestaan en zegt dat de beschuldigingen politiek zijn. Lula, die enorm populair blijft in Brazilië, werd niet betrokken bij de zaak.

Het voormalige hoofd van Lula Workers Party, Jose Genoino, en zijn penningmeester, Delubio Soares, werden ook veroordeeld door een meerderheid van de rechters van het Hooggerechtshof. Ze riskeren gevangenisstraffen van twee tot twaalf jaar. Het vonnis zal echter nog niet worden geveld, zolang de gehele rechtszitting niet is afgesloten. Een lange beroepsprocedure is ook waarschijnlijk.

Grote maandelijkse uitkering
Dirceu is een voormalige linkse rebel die vocht tegen de militaire regering van Brazilië in de jaren 1970. Hij werd uiteindelijk verbannen naar Cuba. Samen met Lula, was hij één van de oprichters van de Workers Party (PT) en was hij één van de naaste politieke bondgenoten van de voormalige president. Volgens Dirceu hebben rechtse media en politici de beschuldigingen verzonnen om de regering te laten vallen.

Het schandaal, dat in 2005 uitbrak, dreigde gedurende een periode Lula’s regering te overspoelen, maar hij werd het daarop volgend jaar comfortabel herkozen als president.

De zaak werd bekend als de Mensalao of de ‘ Grote maandelijkse uitkering’. De centrale stelling is dat illegale betalingen en uitkeringen werden betaald aan leden van het Congres, in ruil voor steun aan de regering bij cruciale stemmingen. Het duurde vele jaren voordat de zaak het Hooggerechtshof in Brasilia bereikte.

Test
De rechtszaak met 37 verdachten wordt gezien als een belangrijke test voor het vermogen van Brazilië om zijn politici ter verantwoording te roepen voor corruptie. Een aantal van de verdachten, onder wie politici en zakenlieden, zeggen dat politici van de oppositie en delen van de media het schandaal uitbuiten. Volgens hen was het programma gewoon een manier om de schulden van de campagne af te lossen, ofschoon illegaal, gebruikelijk is in de Braziliaanse politiek.

Anderen ontkennen elke betrokkenheid bij het kopen van politieke steun. Lula is niet rechtstreeks betrokken bij de zaak en heeft ontkend enige kennis van deze regeling te hebben. Hij eindigde zijn presidentschap in 2010 en blijft een populaire persoon in het Braziliaanse politieke leven.