Staatsraad: Continuering gevoerde beleid noodzakelijk

Continuering van het gevoerde beleid, zij het met enkele aanpassingen, is noodzakelijk om de geloofwaardigheid van de regering als geheel en van de president in het bijzonder te vergroten. De Staatsraad stelt dat na beoordeling van de begroting 2013.

Bij zijn stelling heeft de raad in overweging genomen de ervaringen, belevingen en commentaren die de staatsraadsleden in hun dagelijks functioneren ervaren met het gevoerde regeringsbeleid en de verwachtingen die worden gekoesterd. Tegelijkertijd wijst de raad erop dat door het ontbreken van de Financiële Nota hij niet in staat is geweest concrete voorstellen te doen over de aanpassing c.q. wijziging van het beleid op de verschillende ministeries om het algemene begrotingstekort terug te dringen, “wat nodig is voor de kredietpositie van ons land”.

De raad heeft de aangegeven beleidsvoornemens getest aan de realisatiecijfers over het jaar 2011 en de gedeeltelijke realisatie over het jaar 2012 waarbij is gebleken dat de werkelijke realisatie in het jaar 2011 ongeveer 50% bedroeg, terwijl de halfjaarlijkse realisatie in het jaar 2012 ongeveer 22%. “Hieruit blijkt dat de realisatie in 2012 ver beneden het begrotingsbedrag is gebleven, waardoor niet gesproken kan worden over een reëel begrotingstekort, maar een geschat tekort, wat met zich meebrengt dat delen van het voorgenomen beleid niet worden uitgevoerd.”

Mogelijkheid scheppen
Voorts acht de raad het noodzakelijk dat in de begroting de mogelijkheid wordt geschapen, niet gerealiseerde delen van de begroting na halfjaarlijkse evaluatie over te boeken naar andere noodzakelijke delen van het beleid, die door gebrek aan middelen worden gestagneerd.

Een commissie die de Staatsraad had ingesteld op 13 september 2012 moest een preadvies aan de raad uitbrengen over de begroting. De commissie heeft de begrotingen van de ministeries onderworpen aan bepaalde criteria en heeft deze apart beoordeeld, uitgaande van het betreffende beleidsgebied . Bij een deel van de begroting constateert de commissie dat er geen terugkoppeling c.q. overeenstemming is met het Ontwikkelingsplan 2012-2016.

Harold Ramdhani was de coördinator van de commissie die verder bestond uit de leden M. Aaron, Ch. Akkal-Ramautar, C. Alendy, R. Apinsa, R. Baptista, G. Gangaram Panday, M. Jong Tjien Fa, M. Kerpens, A. Koornaar, R. Mac Donald en E. Snijders. De commissie had de ministeries naar beleidsgebieden opgedeeld in drie clusters, de ontwikkelingscluster, de beheerscluster en de sociale cluster.