CBvS oneens met visie Oemrawsingh
02 Oct 2012, 22:00
foto


De Centrale Bank van Suriname (CBvS) vindt de analyse van Sunil Oemrawsingh (Japin/NPS) in de media eenzijdig en incorrect. De bank vindt het noodzakelijk om in te gaan op het artikel.

Naar aanleiding van het bericht verschenen op Starnieuws.com waarin de conclusie wordt getrokken dat de Centrale Bank van Suriname het oneens zou zijn met het geschetste fiscaal -, financieel – en monetair kader en de uitkomsten hiervan vanaf het aantreden van de regering-Bouterse tijdens de jaarrede van Z.E. President van de Republiek van Suriname, D.D. Bouterse, van 27 september 2012, deelt de Bank mee dat hiervan volstrekt geen sprake is.

De Centrale Bank van Suriname distantieert zich stellig van de incorrecte wijze waarop het genoemd bericht een verband legt tussen enerzijds een analyse van de midden - en lange termijn macro-economische vooruitzichten voor Suriname en anderzijds een beschouwing van de fiscaal-financiële huishouding per oktober 2010. De Bank wenst te benadrukken dat de strekking van de aanhef van het artikel, namelijk ‘ Hoefdraad en IMF Weerleggen Beweringen Bouterse’ ’ - zoals genoemd geheel bezijdens de juistheid van argumenten van de President van de Centrale Bank is. De Bank constateert dat vele aspecten uit hun context zijn gehaald en bovendien ook incorrect zijn weergegeven in termen van de tijdshorizon en de hieraan maatregelen, die zijn getroffen om een stabiel financieel-monetair beleid en daaraan gerelateerd succes te kunnen garanderen. De Bank acht deze betiteling van het bericht dan ook tendentieus en misleidend.

De Centrale Bank van Suriname betreurt het dan ook ten zeerste dat een interview van haar Bankpresident afgestaan aan een buitenlandse krant uit de context van ontwikkelingsperspectieven van de economie en de potentiële economische sectoren van Suriname is gehaald. Dit interview, welke gepubliceerd is in oktober 2011, had als raamwerk de visie over de toekomstige richting en beleid voor de Surinaamse economie evenals een focus op de rol van internationale financieel-economische samenwerkingsverbanden, die hierbij zullen worden aangegaan. Dit, als een inherent uitvloeisel van het nieuw regeringsbeleid en de visie van de financieel-monetaire autoriteiten om de geconstateerde onevenwichtigheden in de Surinaamse economie gestadig weg te werken. Anno 2012, overigens met succes.

Het verstevigen van de samenwerkingsverbanden vanwege de financiële autoriteiten met de IDB, de Wereldbank, inclusief het lidmaatschap aangaan van het IFC, en anderen, en zich richten op een beleid van concessionele leningen en het bevorderen van “Public-Private Partnerships” voor grote projecten geeft ook aan dat het financieel-monetair beleid ten aanzien van ontwikkelingsvraagstukken zich richt op duurzame partnerships met gerenommeerde internationale financiële instituten.
De CBvS beklemtoont dat als autonome monetaire autoriteit zij zich zal blijven inzetten voor waarborgen, c.q. herstellen, van macro-economische stabiliteit als voorwaarde van groei. De Bank bevestigt haar inspanningen in de periode september 2010 tot heden voor het verwijderen van macro-economische onevenwichtigheden, zoals de divergentie van de officiële wisselkoers ten opzichte van het evenwichtsniveau, bepaald aan de hand van de externe concurrentiekracht van de nationale munt. Het vereffenen van de vele uitstaande binnenlandse – en buitenlandse schulden, geven duidelijk blijk van een coherent financieel-monetair beleid. Eveneens behoort het terugdringen van het begrotingstekort, zoals ontstaan in 2009 en verergerd tijdens het eerste halfjaar van 2010 door de relatieve hoge overheidsuitgaven, tot de gezamenlijke verworvenheid van de financieel-monetaire autoriteiten, i.c. het Ministerie van Financiën en de Centrale Bank van Suriname.

Het IMF staff rapport van 2011 heeft over de fiscale situatie en de schuld in de periode 2009-2010 het volgende gemeld: “ The overall fiscal deficit shifted from a surplus of 2.2 percent of GDP during 2007-08 to a deficit of 3.3 percent of GDP during 2009-10. Lower tax revenues were only offset in part by higher nontax revenue from the state-owned oil company and grant disbursements. However, both current and capital expenditures rose significantly, reflecting elevated spending prior to the elections, including on goods and services and in connection with the civil service wage reforms. In 2009 and the first half of 2010, the deficit was financed in part by a build-up of domestic payment arrears (estimated at about 1 percent of GDP at end-2010). Public debt rose from 18 percent of GDP in 2008 to 21.6 percent in 2010.” Bovendien kan worden geconcludeerd dat tijdens de vorige regering de waarschuwing van het IMF in de wind was geslagen. Dat het Fonds toen al zorgen had geuit, vermeldt zij geheel transparant als volgt: “Past surveillance. During the 2009 Article IV consultation, Directors encouraged the authorities to avoid unsustainable increases in spending and recommended a gradual implementation of the second phase of the wage reform (FISO-2). In the event, current and capital expenditures rose significantly, particularly ahead of the May 2010 elections.”
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May