Procureur-generaal Trinidad probeert te overleven

“Politieke overleving”, noemt procureur-generaal Anand Ramlogan van Trinidad en Tobago de oproep van oppositieleider Keith Rowley dat hij moet aftreden als gevolg van de controverse over artikel 34. Dit wetsproduct zou ertoe kunnen leiden dat aanklachten over corruptie tegen meer dan een dozijn mensen die daarvan worden beschuldigd, komen weg te vallen. Ook twee verdachte zakenlieden die de Verenigde Staten van Amerika uitgeleverd willen, zouden onder deze wet vallen.

Premier Kamla Persad-Bissessar kondigde afgelopen donderdag het ontslag aan van minister van Justitie Herbert Volney. Toen al gingen stemmen op om ook Ramlogan de laan uit te sturen. De premier sprak van misleiding van de regering door Volney die een parlementslid is van de regerende coalitie.

Sprekend tot verslaggevers bij de Industrial Court, Port-of-Spain, waar hij aanwezig was bij de opening van het nieuwe rechtstermijn, zei Ramlogan dat Volney de volledige verantwoordelijkheid aanvaard. Hij zei dat wat wordt gepresenteerd op de kabinet vergaderingen of zelfs bestuursvergaderingen niet zoals gewoonlijk een schatting is. De handelingen van het kabinet zijn gebaseerd op opmerkingen van Volney dat de opperrechter de verkondiging en de te volgen procedure had ondersteund.

Ministeriële verantwoordelijkheid
"De beleidsminister neemt de verantwoordelijkheid voor zijn portefeuille en dat is de reden waarom de minister-president de beslissing nam in de gegeven omstandigheden," verklaarde Ramlogan. Volgens hem zijn er twee sectoren van civiel recht en strafrecht. Zij specialiteit is burgerrecht en niet strafrecht, verduidelijkte hij.

Ofschoon hij als procureur-generaal de juridisch adviseur is van het kabinet, "hebben we toen het ministerie van Justitie in leven werd geroepen, de criminele portefeuille aan dit departement toegewezen en is de toewijzing van de ministeriële verantwoordelijkheid over strafwetgeving en de hervorming van het strafrechtelijk systeem in het officieel publicatieblad bekendgemaakt.”

Medewerkers met expertise in het strafrecht zouden worden geplaatst bij het ministerie van Justitie en zouden de minister adviseren. Ramlogan zei dat ministers geen goden waren en zouden handelen op advies van technocraten en de expertise die zich onder hun departement bevond.

Advocaten oppositie
Ramlogan zei dat de leden van de oppositie en de onafhankelijke senatoren stemden voor de sectie en wanneer de administratie van Justitie (strafbare Proceedings) Act 2011 was uitgeroepen, zouden toepassingen op grond van artikel 34 mogelijk zijn geweest.

"Er zijn veel advocaten die zitten in de oppositie en het moest niet aan hun aandacht zijn ontsnapt. De bijkomende zaken die zoals beloofd tijdens het debat moesten worden opgezet, konden de legaliteit niet teniet doen, toen de wet werd aangenomen; die dingen zijn louter procedureel, "zei hij.