Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 109
12 Aug 2012, 20:00
foto


“Dus als ik de krant opensla, lees ik allerlei zieke dingen; je vraagt je soms af wie nou niet lekker is: degene die het feit veroorzaakt, degene die het opschrijft of degene die het leest.”
“Soms alle drie, denk ik.”
“Doe zoals ik: lees geen krant meer.”
“Jij bent gestoord.”
“Lieb’ing, hij leest z’n glas.”
“Laat’em glas lezen, totdat politie Para hem een blaastest laat doen; ze gaan daar verhoogde controle uitoefenen vooral op chauffeurs in verband met de vakantie.”
“Laat ook BOG die vakantieoorden tjekken op dagoeworong in plaats van mosterd na de maaltijd-voorlichting te geven en toeristen tot tjekker te bevorderen.”
“Maar waarom moet een ieder bij een wegcontrole gestopt worden? Dat is irritant en lijkt meer op ‘wijzen hoe machtig je bent.”
“Ja, rij er maar op los, dan wijs je hoe geweldig jij met je gaspedaal bent.”
“Ach, jij praat nu met verhitte hersens. Luister rustig wat ik je vertel. Ik zag laatst bij een drukke rotonde een groepje van vijf dames en heren verkeersagenten staan. Ze stonden op een stukje vluchtheuvel lekker luchtig met elkaar te praten, maar steeds keken ze naar de verkeersstroom om hen heen. Maar ze gingen geen geweldigheid spelen door iedereen te stoppen en naar hun rijbewijs te vragen.”
“En, had dat staan daar effect?”
“Mi boi, ik heb nog nooit een rotonde zo netjes en ordelijk zien functioneren: niemand sneed, niemand boorde, niemand tutterde zelfs, niemand had haast. Dat n’a mang: de agenten moeten duidelijk zichtbaar zijn, maar niet de hele boel ophouden. Als ze een voertuig verdacht zien rijden met zenuwachtig doende figuren erin, dan treden ze natuurlijk meteen op. Pluimpje voor die groep agenten!”
“En kijk iets hier in die krant, heb je ooit, twee jongens, met verschrikkelijke brandwonden; tweede en derdegraadsverbrandingen staat hier.”
“Hé, la me zien, jakkes, kijk die ene, poti, aan beide benen.”
“Sa ding boi doe?”
“Ga weer krant lezen, dan zal je het weten.”
“Ze zijn een verfspuitbus gaan verwarmen.”
“Wat!!! A no kang!!! Je creëert zodoende een brandgranaat. Hoe komen ze op het idee?”
“Als je die spuitbus verwarmt, en dan de verf op je fiets spuit, krijgt het een psychedelic effect.”
“Kijk dat effect nu: voor de rest van je leven verminkt. Wat erg.”
“Weet je dat een buurjongen van me zijn ene oog heeft verloren omdat hij een lege petfles samen met erfvuil aan het verbranden was?”
“Weer zo een afwijking van velen in dit land: hun zucht, hun krasi, om erf- en keukenvuil te verbranden. Zo vergiftig je de lucht in je omgeving en veroorzaak je grasbranden.”
“En petflessen mogen sowieso niet worden verbrand. Maar hoe heeft hij z’n oog dan verloren?”
“Die literpetfles was afgesloten, de lucht erin werd sterk verhit, zette uit en die schroefdop werd als een kogel van de fles geschoten, recht in z’n gezicht.”
“Maar die jongens met die spuitbus zaten in een berghok met een jerrycan gasoline in de buurt. Da a spuitbus soetoe en a ollie tik vlam.”
“Nee, er staat: toen de spuitbus ontplofte, verspreidde het vuur zich in de richting van de gasoline.’ Dus a gasoline no tik vlam.”
“Ja, maar hier staat dat de huisgenoten op het geschreeuw van de jongens afkwamen en zagen dat zij in brand stonden. Ze gooiden water over hen.’ Dus die benzine brandde.”
“Nee, het kan ook die verf uit die ontplofte spuitbus zijn.”
“Is die jerrycan met benzine nou ontploft, ja of nee.”
“Volgens mij niet, anders waren die jongens er niet meer en dat hele berghok ook niet.”
“Zie je waarom ik geen krant meer lees? Door deze onduidelijke dingen.”
“Da ga ze op de redactie helpen, dan!”
“Ach, hij zoekt een reden om z’n analfabeet gedrag goed te praten.”
“Nou, maar soms begrijp ik het ook niet meer. Kijk, hier staat dat een benadeelde een dief achterna gaat en hem aanrijdt. Hij rijdt hem omver, bedoelen ze. En dan pas lees je dat er een tweede dief was, want die is tijdig opzij gesprongen, anders was die ook de pineux.”
“Hé, ja, die ene P. reed toch een vermeende bouwmaterialendief over, da later a lijk f’a onfortuinlijke sneesie datie verdwijn uit’a mortuarium?”
“En die andere P. stond toch ook op de lijst van Minov-medewerkers die een ‘geen bezwaar’-advies van ex-minister Zuster-geld hebben gekregen om heeeeel goedkoop een verwaarloosde conciërge- of schoolhoofdwoning met stukje schoolterrein te mogen kopen.”
“Maar onze Grondminister zal die beschikkingen niet tekenen.”
“Terecht, goed zo, eindelijk weer eentje die dat gesjoemel met domeingrond grondig aanpakt.”
“Totdat hij coalitievoorzittersbelangen niet wil behartigen, dan wordt hij ook wekkemaaid.”
“Poti, net als die visser die in Nickerie dokte voor een tractorgrasmaaier en werd weggemaaid. Dingen gebeuren in dit land, jongoe.”
“Maar dan moet Onderwijs die dienstwoningen bij die scholen niet zo verwaarlozen; anders open je de weg voor dit soort knevelarijen.”
“En als je het aantal bevoordeelden leest, dan gaat het om zeker een dozijn van die woningen.”
“Ja, maar moeten die uit belastingsgeld gerenoveerd worden om er wie in te zetten?”
“Ik vind: geef ze die woning, maar voor een hogere prijs, gewoon de grondwaarde met nog wat erbij voor die bouwval, en dan mogen ze uit eigen zak de boel renoveren en doorverkopen, want dat gaan ze doen. Ze gaan er echt niet zelf in wonen. Nou, dan kost het de belastingbetaler geen cent; dat brengt juist wat op bij de toewijzing en straks bij de verkoop en daarna bij de huurwaardebelasting.”
“Nu brengen die woningen alleen maar houtluizen, ratten en brandgevaarlijke djunkies op.”
“Maar zo gaat een stuk schoolterrein verloren.”
“Da wat? Wat werd er tot nu toe met dat stukje schoolterrein gedaan?”
“Liever renoveert men die woningen met belastingsgeld en zet men er tijdelijk mensen in die hun woning door brand hebben verloren of uit hun huurhuis zijn gezet.”
“Breng die huizen dan onder bij een bona fide stichting, Stichting Noodhuizen bijvoorbeeld.”
“Nee, voor dit soort bevolkingssteun is er geen ruimte, wel voor allerlei populistische zoethoudertjes.”
“Noem ze, noem ze.”
“Wat zeg je van dat zogenaamde verlagen van de eerste levensbehoeften? Twintig artikelen gaan met een paar centen omlaag en driehonderd andere gaan met een paar kwartjes omhoog.”
“Maar dat wil dit volk toch? Voor de gek gehouden worden en bij de volgende verkiezing weer als kippen zonder kop gaan stemmen of thuis dokken omdat ze niet weten op wie ze moeten stemmen.”
“Praat niet zo negatief, mang. Ook in andere landen gaat zeker 30 % niet naar de stembus.”
“En wattebout die subsidie van die bushouders? Die is halverwege het jaar gewoon op.”
“Net nu het schooljaar voorbij is, wat opvallend goed berekend. Dus wiens ding bushouder ow staak now, din no mang dupeer leerling moro. En tegen midden oktober zorgen ze er wel voor om weer een tjaka-tjaka voor ze te storten.”
“Maar je mag een inbreker toch niet moedwillig van z’n sokken rijden?”
“Hier staat dat het getypeerd kan worden als een noodweerexces. De benadeelde bevindt zich in een zodanige toestand en shock dat hij de dief in z’n auto achterna ging.”
“Je bedoelt: hij was zo blind van drift, dat hij ze met z’n auto tot moes wilde rijden.”
“Ach, overdrijf nou niet, jij zou hetzelfde hebben gedaan.”
“Als je in een shock bent, kan en mag je geen auto rijden.”
“Laten we niet teveel op de medische verklaring van woorden letten.”
“Dan moet men die woorden niet zomaar gebruiken.”
“Maar dit is mooi: hier staat dat het om een doorlopende gebeurtenis ging, dus dan mag het. Als die bestuurder tevens benadeelde de dief, nee, de dieven uit het oog had verloren en vervolgens weer zou hebben gezien en hun dan omver zou hebben gereden, dan was het een andere situatie, dan zou het buitenproportioneel zijn.”
“Wat voor geouwe*&^%# is dit? Dus als je ze vijf seconden uit het oog verliest, een zwaar beladen houttruck reed bijvoorbeeld net voorbij, en je ziet ze dan weer rennen, dan doe je wel iets strafbaars als je ze dan moedwillig aanrijdt?”
“Ja, wel vreemd. En hoe bewijs je dat je ze constant, dus als een doorlopende zaak, in het oog hebt gehad?”
“Wordt hier niet moedwillig iets met allerlei losseflodder juridische termen goedgepraat?”
“Toch wel opvallend dat de benadeelde zich met familienaam en alles laat noemen in het bericht.”
“Mang, kies ding foermang mooi, dan moesten ze niet bij anderen gaan stelen.”
“Dan kijk weer een ander ding hier: die wanstaltige, afzichtelijke, pompeuze, lelijke, sta-in-de-weg zijnde bloempotten aan het Onafhankelijkheidsplein blijven tot eind van het jaar daar staan.”
“Intussen zijn er al vijf vernield. Er staat hier: mensen weten niet goed om te gaan met staatseigendommen.”
“Met andere woorden: mensen nemen een zwaar voorwerp en slaan die dingen moedwillig kapot. Wat is dat nou voor een rare insinuatie? Zo barbaars zijn we echt niet!”
“Da hoe gaan die dingen één voor één kapot en is er zelfs eentje gestolen?”
“Simpel, omdat ze in de weg staan. Die dingen horen daar gewoon niet thuis.”
“Ik vraag me af wie er op dit onzalige idee is gekomen om 30 maal 500 srd belastingsgeld te verspillen aan deze, deze,...deze,.. eh deze hersenschim.”
“Men wilde het plein verfraaien.”
“Voor wie? Wij hebben meer behoefte aan fiets- en voetpaden aan drukke wegen, zoals de Nieuw Weer, de Coppename, de Franchepane, de Lala Rookh, de Kwatta, waar nog kan, en ga zo voort.”
“Liever dat dan allerlei fly overs.”
“Dan hoe ga je die fieles aan de Van het Hogerhuysstraat oplossen?”
“Echt niet met fly overs en dat soort toestanden vanaf Molenpad tot Highway en vanaf daar blijft dezelfde ellende bestaan: een smalle Highway en een smalle Indira Ghandiweg.”
“Ik zeg: de Van het Hogerhyusstraat vierbaans eenrichting vanaf Kwakoe de stad uit en Highway tot Taut Lie Faut ook, en Indira Ghandiweg vanaf bijv. De Nieuwe Grond eenrichtings naar de stad over die nieuwe brug bij Saron.”
“Jij bent dronken.”
“Jij zeker niet.”
“Maar dan zit je straks met die opstopping bij die nieuwe rotonde bij de Saronschool en de Hernhutterstraat, want die brug over de Nieuwe Domineekreek naar de Corantijnstraat en Marowijnesteraat willen ze skippen.”
“Niemand legt uit waarom. Gewoon, die tweede brug gaan we niet bouwen. Klaar.”
“Dan zit dat verkeer straks vanaf de Latourrotonde tot de Poelpantjerotonde muurvast.”
“We zijn meesters in het uitvoeren van halve maatregelen en verminkte oplossingen vanwege een hoop eigen belangen die de voorkeur hebben.”
“Men heeft niet door dat Lelydorp en Paramaribo met het gebied ertussen tot en met Uitkijk, de Vijfde Rijweg en het Garnizoenspad over tien tot vijftien jaar één grote stad zal zijn met zo een half miljoen inwoners. Men slaapt daar aan de top.”
“Inderdaad, hoe gaat men een half miljoen mensen van voldoende stroom, water, huisvesting, scholen, goede wegen en openbaar vervoer enzo voorzien?”
“Tja, verder denken dan de volgende verkiezing is niet het sterkste punt van onze politici.”
“Daarom bestaat het woord ‘toekomst’ niet in het Sranan.”
“Ach, onzin, niet daarom.”
“Maar het is wel opvallend.”
“Dan maken we er een woord voor: tukomstie.”
“Dat is gewoon een verbastering van ‘toekomst.”
“Djonsrokong of Asakong.”
“Lijkt teveel op Asago. Plus hoe zeg je ‘de’ toekomst? A Asakong? A djonsrokong? Teveel lettergrepen. Sprekers zijn gemakzuchtig.”
“Goed, wattebout: Aikong? Of Kongso? Of: a Tratam, vanuit: a tra tamara.”
“Goedgekeurd. Klinkt lekker modern. Dus a regering moes denki a tratam foe Sranan. Dat wordt een zware klus: het woord is er al, maar nu de invulling; de uitvoering is het probleem.”
“Geef mijn glas liever invulling, dan oen sa denki a tratam.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May