VES-voorzitter Sowma: Economische groei is fragiel
12 Aug 2012, 16:30
foto


De Vereniging van Economisten in Suriname (VES) is bezorgd over het bewustzijn rond de economische groei die het land nu meemaakt. “Die groei is zo fragiel als het maar wezen kan. Er is geen eigen verdienste op basis van in de eerste plaats meer productiviteit en is de groei volledig afhankelijk van de internationale markt en de internationale prijzen voor grondstoffen die in Suriname voorkomen”, zegt VES-voorzitter Waddy Sowma aan Starnieuws.

Een ernstig zorgpunt voor de economisten is dat deze situatie niet oneindig is en dat tussen de 10 en 15 jaar de grondstoffen niet meer aanwezig zullen zijn. De groei van de Surinaamse economie, die hoofdzakelijk gebaseerd is op de mijnbouwsector, heeft geen alternatieven voor na die periode. “Dat is heel zorgwekkend”, benadrukt Sowma.

Gunstige internationale prijzen
De VES-voorman die een economische analyse maakt over de afgelopen twee jaar waarin de regering Bouterse aan het bewind is, zegt dat dit helemaal niets te maken heeft met de politiek. “We zijn geen politici. De formule om de economie van het land te analyseren, is dezelfde als toen het niet goed ging in Suriname. Dus heeft het met de regering niets te maken. Overigens de groei die we nu meemaken is niet vanwege een politiek beleid, maar door de gunstige internationale prijzen voor goud en olie. Het draait juist daarom, omdat we als land geen plan hebben voor onze economie over 15 jaar”.

Sowma vindt het positief dat vanuit de regering een begin gemaakt is voor het instellen van een spaarfonds voor de meeropbrengsten uit de mijnbouwsector. De vraag is nog wel waar het fonds voor gebruikt zal worden. Volgens Sowma zou dat niet moeten zijn om te proberen de economie na 15 jaar draaiende te houden en het staatshuishouden te financieren. “We moeten met dat geld een bepaalde sector tot ontwikkeling brengen die ons op termijn voor langere periode economische groei kan bezorgen. Een belangrijke sector die daarvoor in aanmerking komt, is volgens de VES-voorman het onderwijs. “We zullen die sector moeten afstemmen op de toekomst. Een kennis van grondstoffen economie bijvoorbeeld. Op die manier kunnen we afkomen van een grondstoffen producent te zijn en overgaan tot een productie economie”, zegt Sowma.

Productiviteit niet verhoogd
Een ander zorgpunt waar de VES op zal blijven wijzen, is dat een economische groei van 4 tot 5 procent geen evenredige sociale groei is. Sowma zegt te kunnen begrijpen dat wanneer vakbonden aangeven dat prijzen omhoog gaan zij daarvoor gecompenseerd willen worden. “Maar we kunnen zeker geen verhoogd consumptiegedrag willen, simpelweg omdat de productiviteit niet omhoog is gegaan. De productiviteit die er is bijgekomen, is op basis van de vraag en de gunstige internationale prijsontwikkeling”.

Sowma zegt dat als er gecompenseerd moet worden naar de arbeidsklasse, dat een reële en geen nominale compensatie moet zijn. Bedrijven die slechts in omzet zijn gegroeid, kunnen geen compensatie geven omdat het alleen om de cijfers gaat en niet om productie. “Dat is interen”, meent Sowma. Hij wijst er op dat de groei niet vergeleken moet worden met die van bijvoorbeeld China met een piek van 11 procent, waar veel meer mee gedaan kan worden.

Studie model
De VES die dit jaar 40 jaar bestaat, is nu bezig in een denktank na te gaan welk model het beste zou zijn voor de economie om na de zogenaamde zeven vette jaren toch economische groei te blijven realiseren. De vereniging zal met studies, discussies en thema gesprekken een model uitwerken. Dat zal aan de regering worden aangeboden in een economische prognose rapportage.

Sowma zegt vooral geen politieke analyse te maken over de afgelopen twee jaar. Niet als voorzitter van de VES en ook niet namens de vereniging. “Natuurlijk heb ik mijn persoonlijke mening daarover en zie je sociale en maatschappelijke gebeurtenissen waarover je een mening vormt. Maar elke uitspraak die ik zou doen daarover of de vereniging, zal inbreuk plegen op de realiteit van de economische cijfers die niet alleen nationaal maar ook internationaal getoetst zijn”. Sowma zegt dat sociale en maatschappelijke aspecten in feite niets te maken hebben met de economie, ze hebben er wel invloed op maar zijn geen bepalende meetfactoren. Zaken als criminaliteit, politieke of sociale onrust bepalen niet de groei van de economie.

Wilfred Leeuwin
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May