Mulo-leerlingen ‘benadeeld’ door fouten in examenwerk

Leerkrachten van zeker vier muloscholen kunnen het niet over zich heen laten gaan dat bij het examenwerk voor dit onderwijsniveau er ’kardinale fouten’ zouden zijn gemaakt door het Examenbureau. Bij de vakken Geschiedenis en Aardrijkskunde zouden in het examenwerk vragen en antwoorden zijn opgenomen die fout zijn. In zeker één geval is bij de meerkeuze antwoorden het juiste antwoord niet vermeld, of wordt door het Examenbureau juist een foutief antwoord als goed gerekend, zeggen deze leerkrachten.

Ulrich Rodgers, hoofd van het Examenbureau, ontkent tegenover Starnieuws dat er iets mis zou zijn. Volgens hem is het elk jaar weer het geval dat enkele leerkrachten kritiek hebben op het examenwerk. “Maar we hebben het nagetrokken en er is niets mis ermee”, zegt Rodgers.

Foutieve gegevens
De leerkrachten zeggen dat leerlingen ernstig zijn benadeeld. Voor hen is het een slecht imago wanneer publiekelijk foutieve antwoorden als correct worden aangeduid. Erger vinden zij het dat nu de kans bestaat dat vanuit het onderwijssysteem foutieve gegevens in de vakken aardrijkskunde en geschiedenis blijven bestaan en verder worden gedoceerd.

Ook de onderwijsdeskundige Hein Ragoebar die voor het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling trainingen verzorgt aan leerkrachten, zegt dat hij het Examenbureau en de directeur van het Minov, schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de fouten in het opstelwerk. Een leerkracht zegt het examenwerk van dit jaar vergeleken te hebben met dat van enkele jaren terug. Daar staat dezelfde vraag met de juiste antwoordmogelijkheden, terwijl dit jaar het werk gewoon fout is opgesteld.

Meerdere goede antwoorden
Een voorbeeld van een van de fouten is het antwoord op de vraag wat voor soort klimaat de stad Beijing heeft. Volgens de critici moet het juiste antwoord zijn, ‘een gematigd klimaat’. In het examenwerk is hier het antwoord ‘subtropisch klimaat’ als juist aangegeven. Het antwoord op deze vraag had volgens een leerkracht meer goede keuzen en juist het foutieve antwoord wordt als goed gerekend. Een andere kritiek geldt het geschiedeniswerk. Daar is een vraag gesteld over quartaire beroepen. Behalve dat leerstof over deze vraag niet in het programma voorkomt, geeft de literatuur een totaal andere definitie hieraan dan het Examenbureau.

Deze kwestie zou volgens de leerkrachten ook onder de aandacht zijn gebracht van het Mulo-Directeuren Beraad. De kritiek van de leerkrachten is dat de muloschool-directeuren, er niet voor kiezen in te gaan tegen het beleid van het Examenbureau. Volgens de leerkrachten is vanuit het bureau ervoor gezorgd dat zij de directeuren aan hun zijde hebben gekregen. Rodgers zegt dat de kritiek van de scholen niet terzijde is gelegd, maar dat het Examenbureau zelfs extra kosten heeft gemaakt om het werk opnieuw te laten nakijken.