Column: De verkoop van Staatsolie
23 Jul 2012, 13:00
foto


In 2007 heb ik een boek gepubliceerd met het levensverhaal van Eddy Jharap en de geschiedenis van Staatsolie. In dat boek is hoofdstuk 36 gewijd aan de verkoop van Staatsolie in 1998-1999 en de crisis daarom heen. De regering Bouterse overweegt opnieuw om Staatsolie te verkopen. Een gedeeltelijke verkoop via een minderheidsbelang is ook een verkoop. Laten we de film van de jaren negentig terugdraaien en beginnen met de vraag: waarom zou een regering een bedrijf als Staatsolie willen verkopen?

Economen voeren een helder argument om staatsbedrijven te verkopen: namelijk om het overheidsbudget niet te belasten met de verliezen van verliesgevende staatsbedrijven. Staatsbedrijven worden niet geleid als commerciële bedrijven en maken daarom verlies. Dat is een steekhoudend argument.
Maar als staatsbedrijven nu geen verlies lijden en de staatskas juist spekken, wat is dan het economische argument om winstgevende staatsbedrijven te verkopen? Dat is er niet. Volgens het jaarverslag 2010 van Staatsolie betaalde het bedrijf US$ 195 miljoen aan de staat (101 miljoen aan belasting en US$ 94 als winstuitkering).
Wat gebeurt er nu als Staatsolie verkocht wordt? De winstuitkering van ongeveer $US 100 miljoen per jaar komt dan in particuliere zakken terecht. Bij een gedeeltelijke verkoop gaat een gedeelte van de winst naar particulieren. De komende tien jaar gaat dus om een bedrag van US$ 1 miljard aan winstuitkering. Het kan meer of minder zijn, maar gegeven de grote vraag naar olie in de komende decennia (denk aan China en de opkomende grote economieën) zal het waarschijnlijk meer zijn.

Iedereen die discussieert over de vraag of Staatsolie verkocht moet worden, moet deze vraag beantwoorden: waarom zou een gemeenschap de komende tien jaar US$ 1 miljard dollar (of een deel daarvan) uit de gemeenschapskas willen geven aan particulieren. En om welke particulieren zal het gaan? Echt niet de allerarmsten van het land. Het zal gaan om rijke Surinamers die nog rijker gaan worden, en wie weet om rijke buitenlanders die nog rijker gaan worden. En de middenklasse? Die zal misschien wat aandelen kopen, maar het grootste deel van de winst zal niet naar hen gaan.

Nu wordt gedaan als het een normale zaak is dat een staatsbedrijf wordt verkocht. Maar zo normaal is het niet. Een belangrijke maatregel als deze hoort onderbouwd te worden met stevige rationele argumenten.

Laten we teruggaan naar de jaren negentig. Staatsolie had in 1997 een omzet van US$ 55 miljoen en een winst voor belasting van US$ 14 miljoen. De regering Wijdenbosch-Bouterse was in 1996 aan de macht gekomen. Er zouden twee bruggen worden gebouwd, maar er was geen geld. Eerst werd overwogen om de hele goudvoorraad van de Centrale Bank te verkopen. Vervolgens werd bedacht om Bruynzeel en Staatsolie te verkopen. Maar Bruynzeel was geen goed lopend bedrijf. Daar kon je niet rijk van worden.

Bij Staatsolie was er indertijd nog een wettelijk probleem. In de Mijnwet van 1986 en de Petroleumwet van 1990 is aardolie als strategische delfstof geclassificeerd, die alleen via een Staatsmaatschappij ontgonnen kan worden. Die wetten moesten eerst gewijzigd worden. Door de val van de regering Wijdenbosch is de wijziging bij de Staatsraad niet doorgegaan. Ik weet niet of die wijziging intussen is doorgevoerd en of aardolie niet meer als strategische delfstof word geclassificeerd.

Staatsolie heeft een persbericht uitgegeven waarin ze het volgende motief aanvoert voor mogelijke privatisering. Met verwijzing naar Columbia en Brazilië waar de staatsbedrijven een minderheid van de aandelen hebben verkocht, stelt het persbericht: “Deze aandelenspreiding heeft geresulteerd in versterking van de marktwerking met daaraan gekoppeld verruiming van de mogelijkheden tot opvoering van de productiviteit en efficiency.”

Mijn punt is nu dit: dit motief moet door Staatsolie op drie manieren onderbouwd worden.
Ten eerste, waar is nu op dit moment sprake van aantoonbaar mindere productiviteit en efficiency. Waaruit blijkt dat? Is er een vergelijking in de productie met andere staatsbedrijven? Dat moet eerst aangetoond worden.
Ten tweede, waaruit blijkt dat die mindere productiviteit en efficiency te wijten is aan het feit dat een minderheid van de aandelen NIET in particulieren handen is en niet op een andere manier door het huidige management kan worden opgelost.
Ten derde, als productiviteit en efficiency verbeterd zal worden door privatisering, waarom dan niet 100% van de aandelen verkopen, want dan zou je logischerwijs maximaal profijt moeten hebben van productiviteit en efficiency. Waarom slechts een minderheid van de aandelen vanuit het argument van verbetering van productiviteit en efficiency?

Dit zijn de argumenten die de case van privatisering zouden moeten onderbouwen.
Hiermee wordt tenslotte een hele operatie opgestart om (een deel van) de inkomsten die nu naar de gemeenschap gaat in particuliere handen te brengen.

Het probleem zie ik al voor me. Een management dat jarenlang het imago heeft opgebouwd dat zij uitstekend leiding gegeven heeft aan een modelbedrijf, staat voor een probleem. Als je op dit moment mindere productiviteit en efficiency kunt aantonen, waarom kun je er nu op dit moment er niets aan doen. Wat is er in de aard van die mindere productiviteit en efficiency dat niet nu met goed management kan worden aangepakt en wel als een minderheid van de aandelen wordt verkocht.

Mij bekruipt het gevoel dat er weinig steekhoudende argumenten worden aangevoerd om iets te doen, dat de gemeenschap aantoonbaar zal benadelen in de komende jaren: het overhevelen van de winst van de gemeenschap naar particuliere zakken. Dat is iets wat niet verdedigbaar is noch met economisch, noch met morele argumenten.

Sandew Hira
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May