Quota voor inheemse walvisjacht toegekend

De quota voor walvisvangst voor inheemse groepen in Alaska, Rusland en het Caribisch Gebied is hernieuwd op de jaarvergadering van de Internationale Walvis Commissie (IWC). De 64ste jaarlijkse bijeenkomst van de IWC wordt van 2 tot en met 6 juli gehouden in Panama.

De stemming betekent dat Alaska zijn quotum van 56 Groenlandse walvissen per jaar behoudt. Russische inheemse volkeren in Chukotka in Oost-Siberië zullen jaarlijks blijven jagen op 120 grijze walvissen, terwijl de Bequians hun jaarlijks recht op vier bultruggen behouden. De stemming kwam in weerwil van vragen of het aanbod van St Vincent en the Grenadines was toegestaan op grond van IWC-regels. Een bod op soortgelijke quota in Groenland moet nog worden besproken.

Traditionele walvisvangst voor levensonderhoud (ASW-regels) is toegestaan als inheemse volkeren een “voedings-en culturele behoefte” hebben en er geen gevaar is voor de walvispopulatie. Het debat over de quota kende verhitte momenten. Vooral de uitspraak van afgevaardigde Daven Joseph van St Kitts en Nevis dat het vooral de Latijns-Amerikaanse landen waren die het aanbod willen blokkeren en dat dit ‘grensde aan racisme” bracht de gemoederen in beroering.

Niet echt inheems
"Kleine landen worden uitgesloten," zei hij. "Als St Vincent en the Grenadines elk jaar vier bultrug walvissen willen vangen uit een populatie van 10.000, wie geeft de Dominicaanse Republiek, Ecuador, Chili of Costa Rica dan het recht om voor St Vincent te bepalen hoe zij de walvissen moeten gebruiken?"

Maar anderen zeiden dat het aanbod niet in aanmerking komt voor ASW-regels, omdat de Bequians, de groep die de jacht in stand houdt, niet echt inheems is. De Bequians "die een kolonistenfamilie is vanaf 1875, komt niet in aanmerking om gekwalificeerd te worden als 'aboriginals'," betoogde Frederic Briand van Monaco. "Dus we kunnen de fundamentele vraag stellen - is er een rechtvaardiging voor verdere goedkeuring van dit quotum?"

Louise Mitchell Joseph, die namens de Oost-Caribische Coalitie voor milieubewustzijn sprak, zei dat er geen gedocumenteerde geschiedenis van walvisvangst is op de eilanden. "Er zijn veel archeologische opgravingen gedaan, en er is geen enkel bewijs gevonden van walvisjacht door inheemse volkeren," zei ze. “Noch walvisresten, noch wapens die eventueel gebruikt zouden zijn om dergelijke grote zoogdieren te doden, zijn ooit gevonden. Ook op de rotstekeningen ontbreken afbeeldingen van walvissen.”

Uit de hand gelopen
Peter Sanchez van de Dominicaanse Republiek, zei dat het ging om “uit de hand gelopen ambachtelijke walvisjacht". Hij wees erop dat de jagers herhaaldelijk de regels hebben verbroken – en op jonge en drachtige walvissen hebben gejaagd. “Wij erkennen de behoeften van de inheemse volkeren in de Verenigde Staten en Rusland, maar we kunnen het (gezamenlijk) verzoek door de drie landen niet steunen", zei hij.
Een aantal delegaties deelde dezelfde mening en maakte duidelijk dat ze tegen het verzoek van St Vincent zouden hebben gestemd, als de drie landen hun aanbod afzonderlijk hadden gedaan. Maar met de stemming van 48 tegen 10, was het duidelijk dat weinigen de wil hadden om de gezamenlijke resolutie te blokkeren.

Overheden moeten om de vijf jaar een aanvraag voor ASW-quota indienen. De huidige quota kan zes jaar gelden, als de IWC-leden besluiten om in de toekomst hun bijeenkomsten om de twee jaar te houden.