Ingezonden: VHP en Keti Koti
03 Jul 2012, 03:00
foto


Van emancipatie van de groep naar emancipatie van de mens.
Vrijdag 29 juli 2012 was een gedenkwaardige dag: het wetenschappelijk bureau van de VHP organiseerde een Keti Koti herdenkingsbijeenkomst. Belangstellenden en vertegenwoordigers van de partijen in het Nieuw Front namen deel aan dit evenement met inleidingen van Maurits Hassankhan, dominee Loswijk en professor Lamur in het panel. De voorzitter van de VHP Chandrikapersad Santokhi opende de bijeenkomst en gaf als zijn voornaamste aandachtspunten mee: de oriëntatie op de toekomst van de samenleving en de veranderende rol van de VHP op weg naar die toekomst, en het feit dat we in Suriname en in de globaliserende wereld nog steeds te maken hebben met allerlei vormen van slavernij, met name 'human trafficking'.

Opmerkelijk was de openhartige mededeling van de voorzitter dat het oorspronkelijke plan was geweest om op 1 juli een 'Men’s Cook Out' te organiseren, maar dat er daarvoor nog geen groot draagvlak in de partij was gevonden, althans dat er vragen werden gesteld in de trant van “moet dat nu wel?”. Hij was blij met het initiatief van het wetenschappelijk bureau, met name Maurits Hassankhan en Stanly Raghoebarsing. Hij sprak de hoop uit dat de VHP volgend jaar ready zal zijn om met 1 juli wel zoiets te organiseren.

Keti Koti: uit berekening of uit goedheid?
Maurits Hassankhan gaf een historisch overzicht van het verschijnsel slavernij in haar verschillende vormen. Hij behandelde cruciale vragen over het hoe en waarom van 1 juli 1863. Het debat daarover beweegt zich tussen twee voorstellingen: dat de slavernij werd afgeschaft omdat het economisch niet meer werkte, versus, dat de afschaffing het resultaat was van ideologische en religieuze inzichten. Volgens Hassankhan gaat het om een combinatie van beide zaken.
Hassankhan’s voornaamste punt was de link tussen Keti Koti en Immigratie: de immigratie was nodig om de plantages draaiende te houden: in de politieke strijd rond Keti Koti stelde de planterspartij immigratie als voorwaarde voor Keti Koti.
Zelfbevrijding.

Dominee Loswijk legde in zijn spreekbeurt de nadruk op emancipatie als een zaak van zelfbevrijding van de tot slaaf gemaakten. Ook belichtte hij de rol van de kerk, met name de EBG, in dit proces van zelfbevrijding. Kerkleiders van de EBG, zoals Richard Vouillaire, hebben ons voorgehouden dat mensen die iets te bieden hebben aan deze wereld, iets dat goed en gewild is, niet achtergesteld zullen blijven. De wereld zal hun kunnen en kunde waarderen.
Dominee Loswijk was niet te spreken over nazaten van planters die nu naar Suriname komen om de plantages van hun voorouders te claimen. Hij bracht onder de aandacht dat de planters vergoed werden en geld kregen voor elke vrijgemaakte slaaf, maar dat de vrijgemaakten op geen enkele wijze werden vergoed voor het onrecht dat hen was aangedaan. Hij memoreerde het goede voorbeeld dat gegeven werd door onze voorouders, kinderen van slaven en ex-slaven, die na de afschaffing van de slavernij, van Commewijne tot Nickerie, tientallen plantages hebben gekocht van hun voormalige meesters.

Na de inleidingen werden er opmerkingen geplaatst door verschillende deelnemers, zoals dominee Persaud, Armand Zunder, Hardeo Ramadin, professor Lamur, ondergetekende , en –last but not least -, de jonge Loswijk, zoon van de dominee. Stanley Raghoebarsing leidde de discussie.
Alle sprekers spraken hun waardering uit voor het initiatief van de VHP. Dominee Persaud reageerde op opmerkingen over het mogelijk nog niet aanwezig zijn van draagvlak in de VHP voor een grotere betrokkenheid bij 1 juli. Hij riep de leiders van de VHP op dit vermeende obstakel te overwinnen door “naar buiten te komen”, zoals hij dat noemde, en door te gaan op de nieuwe weg.

Geschiedschrijving vanuit Surinaams perspectief
Armand Zunder merkte kritisch op dat Hassankhan gewerkt had met inzichten van de Nederlandse historici Gert Oostindie en Alex van Stipriaan, die volgens hem ontmaskerd zijn als pleitbezorges voor het koloniale gezichtspunt in de geschiedschrijving. Hij gaf aan dat we moeten naar een nieuwe geschiedschrijving vanuit Surinaams perspectief en noemde daarbij als voorbeeld de historicus Dew Baboeram.

De jonge Loswijk vertelde dat hij veel geleerd had van Dew Baboeram. Hij zei dat hij, na een periode van afwezigheid terug in Suriname, merkt dat de etnische segmentatie van de bevolking tegenwoordig meer nadrukkelijk is dan vroeger.
Van emancipatie van de groep naar emancipatie van de mens
Mijn inbreng op de bijeenkomst betrof een voorstel om ons perspectief op emancipatie te verschuiven. De emancipatie wordt tot nu toe te veel gezien als een corporatieve aangelegenheid: de nadruk ligt op de emancipatie van groepen, zoals Afro-Surinamers, Hindustanen, Javanen, etc. De nadruk zou moeten liggen op de emancipatie van het individu.

Ik maakte een vergelijking met de emancipatie van het Franse volk. Het was een proces van meerdere generaties: waar het bij de volksopstanden van 1570 in het Zuidoosten van het land nog ging om de corporatieve emancipatie van de derde stand, lag het accent in het Parijs van 1789 op de bevrijding van het individu.
Zo moeten wij de emancipatie van het Surinaamse volk uittillen boven de corporatieve emancipatie van etnische groepen en minderheidsgroepen, door de ontwikkeling van de individuele Surinamer, los van haardracht, huidskleur, leeftijd en geslacht, uiterlijke kenmerken en andere attributen, die niet het wezenlijke van de mens vertegenwoordigen.

Groepsidentiteit versus individuele autonomie
Maurits Hassankhan zag niet veel praktisch nut in mijn bijdrage. Hij wees er op dat mensen zich als groepen moeten bundelen om maatschappelijke veranderingen te kunnen bewerkstelligen. Ook dominee Loswijk zag weinig politieke bruikbaarheid in mijn voorstel. Hij vond het wel mooi, maar te idealistisch.
Professor Lamur had een positieve reactie. Hij vertelde dat er een tendens is in de moderne geschiedschrijving om niet meer alleen te kijken naar groepen, maar ook naar de rol van het individu. Als voorbeeld noemde hij een man als Quasi, de eerste eigenaar van Van Engelbuiten. Het leven van zo’n individu kan ons veel leren. Wij moeten oppassen voor de neiging om mensen in groepen op te sluiten. Zo werden zwarte Surinamers, die in de jaren vijftig en zestig voor het Eenheidsfront waren, veroordeeld omdat het Eenheidsfront voor witte Surinamers zou zijn.

Jammer genoeg was er gezien het late uur geen tijd meer voor een reactie van mij. Maar de discussie werd op de parkeerplaats van 'De Olifant' tot bijna middernacht voortgezet. De punten die ik nog probeerde te maken waren de volgende.
De corporatieve emancipatie komt tot een bepaalde hoogte, daarna wordt zij een belemmering voor verdere emancipatie, omdat het individu wordt geketend aan zijn etnische kenmerken. Emancipatie heeft uiteindelijk niet veel te maken met onveranderlijke, aangeboren kenmerken zoals haardracht en huidskleur, maar met de rol die we spelen in de samenleving, de nuttige, gewaardeerde betekenis die wij hebben voor anderen. Helemaal in lijn met het betoog van dominee Loswijk.

De betekenis van de etniciteit
Als ik door de stad rijd in mijn auto, ben ik geen Chinees, maar autobestuurder. Als ik een vliegtuig bestuur ben ik geen Hindustaan, maar piloot. Wanneer ben ik nog van betekenis als Indiaan-an-sich in de moderne maatschappij van vandaag?
Tijdens onze discussie op de parkeerplaats kwamen wij tot de discussie dat groepsidentiteit een belangrijk aspect is van de politiekvoering. Populistische politici kunnen etnische groepsbindingen makkelijk misbruiken. Zelfs grote, voorbeeldige leiders zoals Lachmon en Pengel hebben er op bepaalde momenten misbruik van gemaakt. Populistische leiders zijn tevreden als ze ons als volgelingen kunnen mobiliseren. Maar emancipatie houdt in dat elk persoon uitgroeit tot een autonome, zelfstandige burger, die de wereld kent en die vaardig, voordelig en voorbeeldig weet te handelen, voor zichzelf kan zorgen, vrij van ketenen van etniciteit, gender, leeftijd, afkomst en herkomst.

Ook concludeerden wij dat de corporatieve strategie van bevrijding mogelijk historisch vooraf moet gaan aan de individuele emancipatie. De corporatieve bevrijding is mogelijk een voorwaarde voor de individuele bevrijding: voor 1789 kon gebeuren, moest eerst 1570 geschieden.

Paramaribo, 2 juli 2012. Wim Bakker. Lid Adviesraad NPS.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May