Aangeboden: Spanningen–ontevredenheid VHP?

Er zijn geen spanningen binnen de partij; ben niet bekend met ontevredenheid doch misschien toch wel enige ruis binnen de partij. Het is even afwachten!

Ik vraag me in gemoede af hoe de partij een democratischer imago kan worden geven als daar tegenover o.a. gesteld wordt dat:
- “strenge” voorwaarden zijn gesteld door de voorzitter;
- “nieuwe criteria” vastgesteld door de partijleider.
Algemeen bekend is dat binnen het verenigingsleven gesproken wordt van een collectieve verantwoordelijkheid van organen/ besturen. En dit geldt zeker ook voor politieke organisaties. Immers zijn zij gelijk verenigingen in de zin van het Burgerlijk Wetboek, als bedoeld in de artikelen 1665 en volgende!

Dat kandidaat kernbestuursleden naast een groot politiek, sociaal ook nog een economisch (!) draagvlak moeten hebben kan niet anders gezien worden dan een zoveelste drempel! Terwijl aan de andere kant gesteld wordt dat voor een toegang tot de partij deze drempels drastisch verlaagd moeten worden. Conclusie: slechts voor financieel draagkrachtigen is een plaats weggelegd.

Samenvallen kernen
Dat kernen moeten samenvallen met een stembureau moet sterk worden betwist. Immers artikel 2 lid 1 van de statuten bepaald duidelijk dat de grenzen van de kernen samenvallen met de wettelijke indeling in ressorten. De toevoeging “door het Hoofdbestuur” te worden vastgesteld kan dus niet anders worden dan gekwalificeerd een handelen in strijd met de wet e/o partijrecht. Hetzelfde geldt voor het aantal van ruim 300 kernen, terwijl bij SB 1987, no. 67 “overall” 62 ressorten vastgesteld zijn. De partij zou - in principe- dus niet meer dan 62 kernen moeten mogen tellen.
De ± 300 kernen zijn gelijk een “papieren leger” onder beheer van de zogenaamde coördinatoren- (krijgsheren) om politieke gewin, macht en invloed af te dwingen/in te kopen overeenkomstig het verderfelijk patronage, verdeel- en heerspolitiek.!

De eis dat kernen uit tenminste vijftig leden moeten bestaan, om mee te doen aan de komende kernverkiezingen mist enig partijrecht e/o wettelijk grondslag!
Immers artikel 12 lid 2 van de statuten bepalen dat de leiding van een kern worden gekozen uit en door de stemgerechtigde leden van de partij, die binnen het gebied van de betreffende kern (ressort) woonachtig zijn. Bovendien bepaalt artikel 5 lid 7 van de statuten dat alleen gewone leden stemrecht hebben. Daarna bepaalt artikel 13 lid 2 ten overvloede dat aan de stemming uitsluitend door gewone leden van de partij kunnen worden deelgenomen, die aan de gestelde vereisten voldoen!
Het aantal van vijftig leden is dus een klinkbare onzin! Partijrecht spreekt van geregistreerde kernen en van leden die voorkomen op de geactualiseerde ledenlijst zoals samengesteld na de herregistratie van 1987,1991, 1996 en 2000 en van personen in het bezit van een geldige registratiekaart van de partij ( Verkiezingsreglement HB).

Breder draagvlak
Door te kiezen voor een model van een coördinatieteam, om een belangrijk storend aspect, de coördinatie binnen de districten te veranderen naar een breder draagvlak de zoveelste niet- statutair handeling. Machtige partijbeginselen – art. 2 van de Statuten- zoals democratische rechtsstaat, gelijkheidsbeginsel, gezonde efficiënte bestuurlijke organisatie verworden alzo tot een farçe! Waar immers artikel 12 lid 2 van de statuten bepaalt dat de leiding van een afdeling- berust bij het Afdelingsbestuur.
Een Afdelingsbestuur gekozen uit de in het betrokken district woonachtig stemgerechtigde leden van de partij door de afgevaardigden van de binnen betreffende Afdeling gelegen kernen, naar evenredigheid van het aantal tot elke kern behorende stemgerechtelijke leden.

De zogenaamde “drastische” criteria voor de kernen, dat deze een weerspiegeling – een evenredige vertegenwoordiging van etnische groepen in het land- moeten zijn van de gemeenschap is ook zo'n politiek slag in de lucht!. Vermag niet in te zien hoe burgers te verplichten- alzo ter verkrijging van een weerspiegeling- lid te worden van de partij?
Algemeen is toch bekend dat de Staat de bevoegdheid van de burgers erkent om politieke organisaties op te richten en/of lid te worden (art. 53 GW).
Overigens bepaalt art.5 lid 2 van de Statuten niet dat gewone leden o.a. ingezetenen moeten zijn, geen lid zijn van een andere in Suriname geregistreerde politieke organisatie en de beginselen van de partij moeten onderschrijven.

Aan de leden van de partij om nu af te dwingen dat nu eens eindelijk naar letter en geest van de wettelijke regelingen alsook partijrecht, de partij wordt gestructureerd. Alleen dan kan daadwerkelijk worden gesproken dat de interne organisatie democratisch is. En dat het functioneren beantwoordt aan de beginselen van behoorlijk bestuur, alsmede aan de gestelde wettelijke regels voor de waarborging van de openbaarheid en inzichtelijkheid en een waarachtige democratie.

Partijrecht zoals statuten, huishoudelijke reglementen, verkiezingsreglementen en selectie- en keuze regels kandidaten zijn geenszins “versierselen” van de partij doch noodzakelijke instrumenten voor goede organisatie en functionering.

Suriname -VHP- voorwaarts.

A. R. Ramdjielal