Ingezonden: Wat brengt Rio+20 voor Suriname?

Harde werkers praten niet veel en steken vooral hun belerende vinger niet omhoog.

In 1997 was de conferentie van de NAM (Niet Gebonden Landen) in New Delhi.
De dagen van de Koude Oorlog waren toen reeds bijna geteld. Op gegeven moment sprak de president van Dominica de conferentie toe. De inhoud van zijn toespraak, vol van heftige non-verbale bewegingen, is helaas niemand bijgebleven, maar de katheder heeft het toen bijna moeten afleggen.
Een Indiase professor die naast me zat, zei op een zeer ironische toon en stoïcijns zoals hij was: “Don’t worry, it’s just a rock”.

De berichtgeving van de afgelopen tijd in de media naar aanleiding van het optreden van de Surinaamse overheid over Rio +20, liegt er niet om. Er werden ferme uitspraken gedaan.
Natuurlijk zal niemand ontkennen dat Suriname als land in de wereld een mening erop mag nahouden. Realiteitszin is daarbij zeer aan te raden en natuurlijk zal je je eigen maat vooral voor ogen moeten hebben.
De vraag die zich daarbij onomstotelijk opdringt is: "Welke nationale huiswerk heeft Suriname de afgelopen 20 jaren gedaan binnen het kader van Rio+20?
En daar gaat het nou gruwelijk mis.

Suriname is in de afgelopen 20 jaren niet in staat gebleken:
1. Een Nationale Milieubeleid te formuleren.
2.Suriname komt voor in de top vijf van de meest bedreigde landen in verband met klimaatsverandering (zeespiegelstijging).
Een nationale klimaatveranderingsstrategie is nog niet eens in de pen.
3. De discussie voor het ontwerpen van een roadmap is niet eens op gang gebracht, bevattende de wijze waarop ingespeeld kan worden om de interactie met de bilaterale en multilaterale processen te bevorderen en deze uiteindelijk in te zetten voor onze nationale doelen.
4. De discussie voor het ontwerpen van een roadmap is niet eens op gang gebracht, bevattende de wijzen waarop gebruik gemaakt kan worden van verdragen en mechanismen om internationale milieu investeringen te realiseren.
5. Daadwerkelijk invulling kunnen geven aan het nationale klimaatveranderingsbeleid, waarbij alle ministeries en instituten betrokken worden.
6. Voor het realiseren van een Clean Development Project. Suriname staat steevast op nul.
7. Wat het traject is, dat tot op heden (nog) te ondernomen zijn om het bosvolume van Suriname in kaart te brengen.
8. Welk beleid de minister cq het ministerie voor ogen heeft om de bos afhankelijke leefgemeenschappen tegemoet te komen die afhankelijk zijn van de omgeving als economisch woongebied.
9. Welke maatregelen de minister heeft nagelaten om het Presidentiële Klimaatsverandering Agentschap, bij presidentieel besluit van 2 augustus 2011 ingesteld, tot enige bloei en groei te brengen.

Hierboven een greep van de vele zaken die we nationaal niet eens hebben opgepakt of mogelijk in gang hebben gezet, maar wel een belerende vinger omhoog steken, voor de wereld.
Nogmaals, geen van de bovengemelde instrumenten en/of beleidsvoornemens zijn reeds ingezet, althans de gemeenschap, noch De Nationale Assemblee draagt enige kennis hiervan.
Met een bloedend hart moeten we constateren dat de ministeries ATM en RGB zich de afgelopen 20 jaren volledig in stilte hebben gehuld en er zijn geen vooruitzichten voor de toekomst die het tij op korte termijn zouden kunnen doen keren.
Klappen uitdelen aan NGO’s is nog geen beleid formuleren.
De minister van RGB (die langer dan 2 jaar ook minister bij ATM is geweest) wordt vriendelijk, doch dringend uitgenodigd om de gemeenschap spoedig te vertellen welke maatregelen -niet in abstracto- hij in petto heeft voor de beleidsgebieden: Klimaatsverandering, Biodiversiteit, Milieubeleid ea. Hopelijk niet in navolging van zijn geroemde oplossing van het pettenflessen problematiek, waarvan we - na langer dan 2 jaren- nog steeds in afwachting verkeren. De minister is aan zet.
Natuurlijk zal een zoveel omvattend en cross-cutting onderwerp als climate change cs, die met bijna alle ministeries enige raakvlakken hebben, voor het daadkrachtig kunnen handelen van beleid en uitvoering, liever vanuit het kabinet van de president gecoördineerd moeten worden. De M van Milieu bij het kabinet van de president.

Mr. Ramesh Malahe