Ahmadali: Districten sneller vooruit door decentralisatie

Commewijne is het derde gedecentraliseerde district dat ‘ownership’ heeft gekregen, waardoor taken zelfstandig uitgevoerd kunnen worden. De districten hebben meer verantwoordelijkheid gekregen door de decentralisatie en kunnen autonoom functioneren. Het districtsbestuur heeft nu meer armslag en is minder afhankelijk van het ministerie van Regionale Ontwikkeling (RO).

De directeur van het Decentralisatiebureau (DLGP 2), Bas Ahmadali, verduidelijkt tegenover Starnieuws welke taken van RO gedecentraliseerd zijn. Het gaat om onderhoud van 2100 km aan secundaire en tertiaire wegen in de districten, uitgezonderd Paramaribo. Vuilophaal en reinigingsdiensten (behalve Paramaribo), de openbare markten en de verbetering van woon- en leefklimaat in de districten zijn nu een verantwoordelijkheid van de lokale overheid.

Anders functioneren
‘Ownership’ houdt in dat de taken die eerst door RO uitgevoerd werden en de middelen die hiervoor nodig zijn, afgestoten zijn naar de districtscommissariaten. Ahmadali stelt dat het ministerie én de districten ‘anders’ moeten gaan functioneren. De gedecentraliseerde taken zijn voor de districten autonome taken geworden. Zolang die nog voorkomen in de taakomschrijving van RO zijn ze als mede bewindstaken gebleven.

Het ‘anders’ functioneren van het ministerie houdt volgens Ahmadali in om deze mede bewindstaken opnieuw tot uitdrukking te brengen in de begroting van RO voor een krachtige steun aan de districten. Dit ministerie komt in een mooiere rol om tien lokale overheden te managen om in een geïntegreerd samenwerkingsverband met de overige ministeries, de burgers en de private sector te werken aan de sociaaleconomische ontwikkeling van de districten. Dit beleid moet nog gemaakt worden, zoals vastgelegd in het Ontwikkelingsplan 2012-2016. Ahmadali vindt dat het mooi staat in het regeringsdocument: ‘Zonder decentralisatie van bestuur en regelgeving geen ontwikkeling’.

Versnelde ontwikkeling
Ahmadali wijst ook op een ander karakter en strekking van het DLGP, dat niet wordt begrepen. Een gedecentraliseerd district voldoet aan alle technische eisen en voorwaarden om in aanmerking te komen voor financiering. Het geld wordt beschikbaar gesteld door het Inter Amerikaanse Ontwikkelingsbank (via DLGP) en via vervolg meerjaren ontwikkelingsprogramma’s op voor wegenbestrating en ontwatering van woongebieden.

Districten hebben capaciteit getoond dit soort programma’s te kunnen uitvoeren. Ahmadali benadrukt dat de districten getraind zijn in een intensieve programma. Ze beantwoorden aan alle voorwaarden en zijn hiervoor gecertificeerd. Van de districten kan niet worden gevergd dat dit deze werken uit eigen inkomsten gefinancierd moeten worden. De DLGP-directeur wijst op dat er veel achterstallig onderhoud is “en dat wordt niet gedecentraliseerd”. Het normale onderhoud kan wel uit de districtsbegroting worden betalen. De centrale overheid en de gedecentraliseerde overheid verkeren altijd in een win-win situatie ten faveure van de bevolking, meent Ahmadali.

Vijf districten gedecentraliseerd
Vanaf november 2006 zijn vijf gedecentraliseerd. Ahmadali zegt het belangrijk is dat de commissariaten, de districtsraad- en ressortraadsleden de volledige 'ownership' van het decentralisatieprogramma moeten aanvaarden. Zij moeten zich er terdege bewust zijn van de daaruit voortvloeiende nieuwe bevoegdheden, verantwoordelijkheden, taken, en rollen bij het besturen en ontwikkelen van hun district met de ‘tools’ die decentralisatie hen biedt. Dat is volgens hem nog niet overal het geval, maar er zijn voldoende mogelijkheden aangereikt in de verschillende trainingen en beschikbaar gestelde handleidingen.

Eerder hebben Nickerie en Marowijne 'ownership' gekregen en kunnen eveneens taken zelfstandig uitvoeren. Para en Wanica komen binnenkort aan de beurt. Ahmadali zegt dat de 'change' door de lokale besturen en RO gemaakt moet worden. Er zijn veel mogelijkheden om veranderingen door te voeren.