RGD-artsen beklagen zich over achtergestelde positie

De positie van artsen in dienst van de Regionale Gezondheidsdienst (RGD) kent een achterstand van langer dan drie jaar. Vanochtend heeft een deel van de RGD-artsen uit protest het werk onderbroken. Ze vragen aandacht voor hun situatie. Met een netto salaris van SRD 2400 ten opzichte van artsen bij andere instellingen die netto SRD 5500 per maand verdienen, en de nieuwe ontwikkelingen rond het Functie Informatie Systeem van de Overheid (Fiso) leiden de RGD-artsen een armoedig bestaan.

Fiso is niet van toepassing op de RGD-artsen. Wat zij bijverdienen aan de behandeling van SZF-patienten is onzeker. Die vergoeding wordt bepaald volgens een “oneerlijke methode” en waarvan 30 procent ook al moet worden afgestaan aan de RGD. “Ik wil na een zware studie van acht jaar en een zware werkdruk niet voor nog een tweede salaris gaan werken. Ik wil een vast en eerlijk loon van de RGD”, zegt een vrouwelijke arts.

De RGD-artsen hebben vanmorgen in een persconferentie hun situatie verduidelijkt en gereageerd op een brief van RGD-directeur Malti Ashim-Sardjoe. Die heeft volgens de artsen een totaal verkeerd beeld geschetst van de situatie waarin de RGD-artsen verkeren. De RGD-directeur heeft in die brief beweerd dat de artsen behoorlijk verdienen. SRD 15000 bij het SZF, plus een vast salaris van de RGD bij werkdagen van 08.00 uur tot 12.00 uur.

Vanmorgen heeft de Vereniging van Regionale gezondheidsdienst Artsen (VRA) in het CLO-gebouw haar kant van het verhaal gedaan. Zij is intussen opgeroepen door het stichtingsbestuur van de RGD. Als die gesprekken goed verlopen, gaan de artsen weer werken. Minister Celcius Waterberg van Volksgezondheid heeft vanmorgen een oplossing beloofd voor wat hij noemt een niet al te moeilijke kwestie.

De VRA heeft vanmorgen uitgelegd dat 63 artsen in dienst zijn van de RGD. Hun SZF-inkomen is afhankelijk van de locatie van hun RGD-kliniek. Slechts vier artsen komen in aanmerking voor het bedrag van SRD 15000 van het SZF omdat zij op een locatie of district actief zijn, waar geen andere artsen opereren. Van deze vier artsen werkt er een in Paramaribo. Van het totaal aantal artsen heeft 25 een minimaal inkomen dat vrijwel te verwaarlozen is, omdat hun patiëntenbestand uit slechts nul tot honderd personen is opgebouwd. De rest verdient, afhankelijk van hun standplaats, een hoger maandbedrag.

De VRA-leden zeggen dat hun directeur en stichtingsbestuur heel goed weten dat werkdagen van 08.00 tot 12.00 uur nooit voorkomen. RGD-artsen behoren tot de eerstelijnszorg en met de toename van het aantal on- en minvermogende patienten, is het eerder regel dan uitzondering dat zij tot in de middag op de poli zijn. “En dan gaat het niet alleen om consult, zoals men dat kent, maar om medische en sociale handelingen en alles wat er nog meer bij komt kijken in ons beroep”, zo stellen de VRA-artsen. De artsen vinden het vreemd dat het personeel van de RGD afgelopen week al haar wensenpakket gehonoreerd heeft gekregen over het jaar 2010, maar dat zij steeds een onderhandelingsachterstand hebben van drie jaar. Er wordt nu pas gesproken over 2008.