Kanhai niet in hoger beroep tegen vonnis krijgsraad
24 May 2012, 00:00
foto
Irwin Kanhai, raadsman Desi Bouterse in het 8 december strafproces.


Irwin Kanhai, raadsman van hoofdverdachte Desi Bouterse en zes anderen, zal geen hoger beroep aantekenen tegen het vonnis van de krijgsraad in het 8 december strafproces. Het vonnis is dinsdag pas betekend aan zijn cliënten. Volgens het Wetboek van Strafvordering hebben de verdachten hierna drie dagen de tijd om in hoger beroep te gaan.

Kanhai, die vandaag zijn 63ste jaardag viert, zegt aan Starnieuws dat de 'zwartepiet' nu bij de auditeur militair en de krijgsraad is. "Ik ga geen beroep aantekeningen uit strategische overwegingen", stelt de raadsman. Hij vindt het vonnis 'slecht'. "Hoe kan de auditeur militair de prealabele vraag beantwoorden of de amnestiewet volgens de grondwet een inmenging is in het strafproces? De auditeur militair is geen rechtspersoon. Hij kan geen vordering instellen", meent Kanhai.

Termijn verstreken
De advocaat merkt op dat de krijgsraad verkeerde informatie heeft doorgegeven tijdens de zitting van 11 mei. Toen is gezegd dat binnen veertien dagen in beroep kon worden gegaan. De verdachten moesten opstaan om dit aan te horen. Kanhai wijst erop dat de procedure duidelijk staat aangegeven in het wetboek. "Nu worden alle verdachten, zoals in de wet is aangegeven, betekend. Mijn cliënt Bouterse kreeg het vonnis dinsdagmiddag", vertelt Kanhai.

De raadsman merkt op dat de auditeur militair helemaal niet meer in beroep kan gaan tegen het vonnis. Zijn termijn is allang verstreken. In artikel 12 lid 1 van het 'Wetboek van Strafvordering' staat:
Tegen beschikkingen omtrent schorsing, door de kantonrechter gegeven, staat de vervolgingsambtenaar binnen drie dagen daarna en de verdachte binnen drie dagen na de betekening hoger beroep open. Kanhai wijst erop dat na de uitspraak de auditeur militair drie dagen de tijd had. Zijn termijn is sinds 15 mei verlopen.

Onmogelijke opdracht
"Het vonnis is niet uit te voeren voor de auditeur militair. Hoe moet hij de rechtsvraag beantwoorden of hier sprake is van inmenging?", vraagt Kanhai zich af. Hij merkt op dat de krijgsraad al gezegd heeft dat de amnestiewet niet in strijd is met de grondwet en ook geen misdaad tegen de menselijkheid is. "Dan blijft alleen nog de prealabele vraag over de inmenging over", stelt Kanhai.

Volgens de raadsman is de gewone rechter niet bevoegd om deze vraag te beantwoorden. "Dan zou de gewone rechter de grondwet moeten toetsen; dat is in strijd met de grondwet", stelt Kanhai. Hij vindt dat de krijgsraad zich vastgewerkt heeft met het vonnis en de auditeur militair is ook met zijn rug tegen de muur. "Zij houden de zwartepiet vast en ik zal ze daar niet van bevrijden", verzekert Kanhai.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May