Ingezonden: Wie voorziet in rechtsvacuüm?
17 May 2012, 04:00
foto


De Krijgsraad heeft in paragraaf 7 het vonnis van 11 mei 2012 gesteld dat zich een prealabele vraag van constitutioneel recht voordoet. De Krijgsraad heeft tevens geoordeeld dat die vraag beantwoord dient te worden door een niet bestaand Constitutioneel Hof. Het is naar mijn mening klip en klaar dat er sprake is van een ontoelaatbare en ongewenst rechtsvacuüm.

De vraag doet zich dan ook voor of de Krijgsraad daarin dan niet zelf had behoren te voorzien, temeer daar het een concrete strafzaak betreft en de Krijgsraad ter zake als het meest deskundige instituut aangemerkt kan. Het komt mij zo voor dat de Krijgsraad doordat de voorgaande presidenten van de republiek Suriname verzuimd hebben om een Constitutioneel Hof te benomen had kunnen en had mogen oordelen dat de president de bevoegdheden die aan artikel 144 lid 2 Grondwet ontleend kunnen worden impliciet en de facto aan iedere individuele rechter heeft gedelegeerd.

De Krijgsraad had zich op grond van voormelde redenering en op grond van het beginsel van rechtszekerheid dat mede aan de Grondwet ten grondslag ligt dan ook bevoegd mogen achten om de gewijzigde Amnestiewet aan artikel 131 lid 3 van de Grondwet te toetsen. Vervolgens kan het standpunt van de Krijgsraad (eventueel) in hoger beroep door het thans hoogste fungerend rechterlijk college (Hof van Justitie) worden beoordeeld. Tenslotte is het aan de president - voor het geval hij het niet met de hiervoor vermelde rechtsgang eens is – om zo spoedig als mogelijk een Constitutioneel Hof te benoemen teneinde in de bestaande leemte te voorzien.

Amsterdam, 16 mei 2012

mr. O.H.A. Mo-Ajok
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May