Nieuw Front vraagt IPU aandacht voor amnestiewet
09 May 2012, 17:30
foto


De Nieuw Front oppositie in De Nationale Assemblee heeft in een brief aan de secretaris generaal van de Internationale Parlementaire Unie (IPU), aandacht gevraagd voor de amnestiewet. In het schrijven gedateerd, 7 mei 2012, wordt aan de secretaris generaal van de IPU, Anders B Johnssen, gevraagd deze kwestie voor te leggen aan de mensenrechten commissie van de IPU.

De oppositieleden benadrukken dat volgens artikel 1 van de grondwet Suriname een democratische rechtsstaat is, met respect voor de soevereine wil van het volk en de waarborging van fundamentele mensenrechten. Onze grondwet beschermt het recht op leven, garandeert dat niemand van zijn fysieke vrijheid mag worden beroofd, willekeurig mag worden gearresteerd en opgesloten of onderworpen aan martelingen of straf.
Eenieder die wordt beroofd van zijn vrijheid heeft het recht, zonder uitstel onmiddellijk voor een onafhankelijke rechter te verschijnen opdat die over de wettigheid van zijn arrestatie kan beslissen. Nabestaanden of andere belanghebbenden hebben eveneens het recht op compenserende maatregelen.

Gemarteld en vermoord
Deze fundamentele rechten van de mens worden beschermd door de Verenigde Naties en staan in overeenstemming met het verdrag over de Burger- en Politieke rechten en het Inter-Amerikaans verdrag voor de Rechten van de Mens. Deze verdragen zijn zonder enige reserves erkend en bekrachtigd door Suriname.
Rond 8 december 1982, werden 15 prominente voorstanders van de democratie, onder wie journalisten, advocaten, docenten van de universiteit en vakbondsleiders in de nacht gearresteerd en overgebracht naar Fort Zeelandia.

Daar werden zij gemarteld en geëxecuteerd. De periode die daarop volgde, staat in de geschiedenis bekend als een van de ernstige verschrikkingen. Door de gezag- en machtsverhoudingen is door het Openbaar Ministerie geen proces op gang gebracht om het geval te onderzoeken en het voor te brengen bij het Hof van Justitie. Pas in 1995 heeft het parlement een motie aangenomen waarin de overheid werd gevraagd onderzoek te laten plegen en een strafproces in te zetten door de onafhankelijke rechter. In 2000 heeft het Hof van Justitie op verzoek van de nabestaanden van de slachtoffers opdracht gegeven aan de procureur generaal een onderzoek te starten naar de moorden van 8 december 1982.

Protest tegen wet
Nadat door de regering alle maatregelen waren genomen, kon in 2000 een begin worden gemaakt met het proces. Voor de krijgsraad is nu het moment aangebroken om binnen enkele maanden vonnis te wijzen in deze case. Op 19 maart 2012, hebben zes leden van de coalitie een voorstel ingediend voor een amnestiewet. Het doel was om een halt toe te roepen aan dit proces van onderzoek en berechting door de krijgsraad en amnestie te verlenen aan de daders en schenders van deze mensenrechten. Sinds deze wet is ingediend bij het parlement heeft de oppositie geprotesteerd tegen deze poging geweld aan te doen aan de grondwet en de internationale rechtsorde.

Aan de voorzitter van het parlement zijn verschillende brieven gestuurd. Ondanks deze protesten heeft het parlement op 5 april 2012 deze wet aangenomen en amnestie verleend aan staatsburgers die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige vormen van mensenrechtenschendingen.
Het Nieuw Front vindt dat het parlement door deze actie, ernstig misbruik gemaakt heeft van zijn machtspositie. “In onze grondwet staat duidelijk dat het parlement zich moet houden aan de grondbeginselen van de rechtsstaat en de rechten van de mens moet waarborgen. De grondwet verbiedt enige interventie in een rechtsproces dat in behandeling is bij de rechterlijke macht”, aldus de briefschrijvers.

Niet tolereren
Dit gedrag van het parlement kan niet worden getolereerd, vindt het Nieuw Front. Dit is volgens de oppositie niet in overeenstemming met de plicht en de essentie van parlementaire democratie om mensenrechten die universeel zijn, te bevorderen en te beschermen. “Wij kunnen daarom niet anders dan u vriendelijk te vragen deze brief voor te leggen aan de mensenrechtencommissie van het parlement en andere relevante organisaties, waardoor deze kwestie in overweging kan worden genomen”, zeggen de briefschrijvers. Zij kijken naar de inzichten van de IPU in deze kwestie, die zij typeren als een serieuze schending van de grondwet en internationale wetten.

De brief is ondertekend door de Nieuw Front oppositieleden: Radjkoemar Randjietsingh (VHP), Guno Castelen (SPA), Winston Jessurun (DA-91), Ronald Venetiaan (NPS), Ruth Wijdenbosch (NPS), Chandrikapersad Santokhi (VHP), Asiskumar Gajadien (VHP), Ganeshkoemar Kandhai (VHP), Arthur Tjin-A-Tsoi (NPS), Mahinder Rathipal (VHP) en Mahinder Jogi (VHP) en Patrick Kensenhuis (NPS).
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May