Roozendaal getuigt in zaak Bouterse

Ruben Roozendaal, lid van de groep van 16 die de militaire coup pleegde in februari 1980, voelt zich niet lekker en getuigt op dit moment in de zaak tegen Desi Bouterse. Hij geeft toe dat hij André Kamperveen en Fred Derby heeft opgehaald in de nacht van 7 op 8 december 1982. "Maar ik wist niet wat er met hen zou gebeuren. Ik heb een opdracht uitgevoerd. Ik ben militair maar ik ben tegen doden", aldus Roozendaal.

Al voor de aanvang van de zitting van de krijgsraad gaf Roozendaal aan dat hij zich niet lekker voelde. Roozendaal is nierpatiënt en ondergaat drie keer per week een nierdialyse. Speciaal voor hem wordt deze zitting vandaag gehouden op een dag waarop hij de minste hinder van zijn behandeling ondervindt. Naast zijn getuigenis in de zaak, moet hij ook als verdachte gehoord worden. Roozendaal bevestigt dat hij in de ochtend van 8 december 1982 lijken heeft gezien in Fort Zeelandia.

Op de vraag of hij Bouterse in Fort Zeelandia heeft gezien, antwoordt hij ontkennend. "Ik heb tijdens het hele proces Bouterse niet gezien", aldus Roozendaal. Hij merkte op dat Kamperveen een verre oom van hem was en Derby ook goed kende. "Maar ik wist niet dat ze doodgeschoten zouden worden. Ik heb in het verleden vaker mensen opgehaald. Het is een militaire opdracht", aldus Roozendaal. Op dit moment wordt hij verder verhoord als getuige.