Hulp OAS in amnestiekwestie moet draagvlak hebben

Ambassadeur Albert Ramdin, assistent secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), zegt dat het hulpverzoek bij het samenstellen van een waarheidscommissie breed gedragen moet worden. De oriëntatiemissie die binnen enkele weken naar Suriname komt, zal niet alleen praten met de regering en het parlement, maar ook met maatschappelijke groepen.

“Wij hebben een verantwoordelijkheid die zo goed mogelijk moet worden uitgevoerd, maar natuurlijk zonder dat op enigerlei wijze schade wordt gebracht aan de fundamentele principes van de OAS”, zegt Ramdin aan Starnieuws.

Hij is in Suriname voor het bijwonen van de Cofcor-vergadering van de Caricom- ministers van Buitenlandse Zaken. Namens de secretaris-generaal van de OAS heeft hij het antwoord schriftelijk overhandigd aan minister Winston Lackin van Buitenlandse Zaken.

Positief
In het antwoord dat Ramdin ‘positief’ noemt op het verzoek van Suriname, is aangegeven dat de OAS nu aan het evalueren is op welke wijze de ondersteuning gegeven kan worden. De OAS-topman zegt dat vanuit de Surinaamse en de kant van zijn organisatie er wat meer studie verricht moet worden hoe dat verzoek er uiteindelijk uit moet zien, wat van de OAS wordt verwacht, wat de mogelijkheden zijn en hoe deze kwestie zal worden aangepakt.

“Ik moet zeggen dat dit geen eenvoudige zaak is, maar het moet wel een serieuze zijn om vertrouwen te creëren en ervoor te zorgen dat wat er ook uitkomt het gedragen en gerespecteerd wordt”, stelt de ambassadeur.

Gebruik maken ervaring
Ramdin zegt dat de OAS heeft meegedaan aan verschillende modaliteiten van waarheids- en verzoeningscommissies op het westelijk halfrond en daarbuiten. Van die ervaring zal worden gebruik gemaakt om te kijken wat het beste model is voor Suriname. Mandaat en randvoorwaarden hiervoor zullen vooraf worden afgestemd.

“Wat wij Suriname hebben toegezegd is specifiek technische bijstand bij de waarheids- en verzoeningscommissie. Ik verwacht dat er andere reacties komen ten aanzien van de amnestieregeling”, deelt Ramdin mee.

Onderscheid maken
De ambassadeur zegt dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens en het algemeen secretariaat van de OAS. Dat het secretariaat positief heeft gereageerd op het verzoek van Suriname, heeft alles te maken met het feit dat de OAS er is om democratisch gekozen regeringen bij te staan.

“Ook Suriname kan dus een verzoek doen voor technische bijstand. Het is een normale zaak. In vrijwel 90 procent van de gevallen waar de assistentie van de OAS wordt ingeroepen, wordt positief gereageerd. De ambassadeur legt uit dat daarnaast de OAS niet anders kan dan de autonomie van de mensenrechten commissie te respecteren. Deze commissie heeft zich negatief uitgesproken over de in Suriname aangenomen amnestiewet. “De autonome positie van dit orgaan staat recht overeind omdat zij het recht heeft daar een visie over te hebben”, zegt Ramdin.

Wilfred Leeuwin