Polarisatie op niveau wetgevende en rechterlijke macht
14 Apr 2012, 03:00
foto
Henri Behr (Foto: RNW)


Henri Behr, broer van de op 8 december vermoorde Bram Behr, is niet al te zeer verrast met de wending die het 8 decemberstrafproces vrijdag heeft gekregen. Uren nadat de voortgang van het proces is verdaagd naar 11 mei, maakt Behr de balans op en probeert tot een analyse te komen van wat er is gebeurd en wat verder te verwachten valt.

“In elk geval kan ik zeggen dat de rechterlijke macht een bullebak heeft gemaakt voor de wetgevende macht, maar vooral niet in haar gezicht maar achter haar rug om. De polarisatie is tot op het niveau van de beide machten. Respect voor elkaar is er totaal niet”, zegt Behr. Volgens hem heeft het openbaar ministerie een voor de nabestaanden harde maar duidelijk boodschap gegeven aan de wetgevende macht.

Van alles verwacht
“Ik heb naar deze dag toegeleefd met de wetenschap van pas een nare ervaring te hebben meegemaakt met de aanname van de amnestiewet. Na 25 jaar strijd om gerechtigheid is het geen aangenaam gevoel. Hoewel ik wat hoop heb gehad dat alles normaal voortgang zou vinden, heb ik er rekening mee gehouden dat de hoofdverdachte en de mensen om hem heen tot alles in staat zijn. Toen de rechtszaak dus een andere wending nam, was ik dus niet helemaal verrast.

De echte verrassing was wel dat de krijgsraad ambtshalve zelf de amnestiewet ter sprake bracht en niet de advocaten van de verdachten die zich daarop hadden geconcentreerd en voorbereid. Ik was verrast en besefte pas goed de diepgang in onze rechtsstaat.

Boodschap
Behr zegt evenwel dat hij pas later op de dag het gebeurde te Boxel goed op een rij heeft kunnen zetten en analyseren. “Ik moet zeggen dat ik kan begrijpen dat het voor de rechters en de auditeur militair een moeilijke dag kan zijn geweest. Eigenlijk moet ik achteraf zeggen dat ik positief verrast ben dat auditeur militair Roy Elgin de zaak zo heeft aangepakt door voor te stellen dat het Constitutioneel Hof, dat er niet is, moet beslissen over de amnestiewet. Hij geeft hiermee een directe boodschap mee aan de wetgevende macht dat zij met de amnestiewet gezorgd heeft voor een constitutioneel probleem. Hij heeft dan ook niet anders gehandeld dan te doen wat de grondwet van hem vraagt en te verwijzen naar het Constitutioneel Hof. Hij heeft niet voldaan aan de eis van de wetgevende macht en ook niet aan de eis van de advocaten van de daders om zich niet ontvankelijk te laten verklaren.”, motiveert Behr.

Voor wat betreft het besluit van de rechters om de zaak uit te stellen, zegt Behr dat ook zij geen gehoor hebben gegeven aan niemands verlangen. Hoewel ik mezelf geen illusies maakt dat deze rechtszaak nog voortgang zal vinden, kan ik het eerlijk gezegd waarderen dat de president van de krijgsraad besloten heeft nog meer tijd in te ruimen om de zaak nader te bekijken, adviezen in te winnen om uiteindelijk met een oordeel te komen over de verdere voortgang van het proces. Het is mij opgevallen dat de auditeur militair op spottende toon tijdens de zitting van de militaire kamer heeft opgemerkt dat het instellen van het Constitutioneel Hof helemaal niet lang hoeft te duren, omdat niet zo lang terug er binnen zeer korte tijd een wet is aangenomen en afgekondigd”, legt Behr uit.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May