Studiecommissie: Vertrouwen nodig voor amnestie

"Een noodzakelijke voorwaarde voor een wettelijke amnestieverlening is dat amnestie dient te berusten op een bij alle betrokken partijen aanwezige, bepaalde mate van vertrouwen. De commissie ziet het als primaire taak van de regering c.q. de president, om dit geleidelijk proces van dialoog en constructief overleg met alle betrokken partijen te bevorderen".

Dit staat in het eindverslag van de studiecommissie Amnestie bij resolutie no 179 ingesteld op 9 januari 1989. Deze commissie heeft de amnestiewet 1989 voorbereid. Deze commissie stond onder leiding van de jurist Frank Truideman. De commissie heeft zich laten adviseren door ambassadeur Henk Heidweiler, die door de president Ramsewak Shankar was toegevoegd aan het team. Deze wet is afgekondigd in 1992, toen Ronald Venetiaan president was. In de studiecommissie zaten verder de jurist Freddy Kruisland als ondervoorzitter, Soebhas Punwasi (Openbaar Ministerie) en de juristen J. Nelson en M. Ferrier namens het bureau Wetgeving van Justitie en Politie.

In het rapport wordt opgemerkt dat amnestie geen doel op zichzelf is, maar slechts één van vele andere middelen om te geraken tot nationale verzoening. Tevens kan amnestie contra-effect werken, bijvoorbeeld indien de ene groep wel en een andere groep niet gebruik maakt van de regelingen, met alle gevolgen van dien. De commissie had als aanbeveling dat de regering contact maakt met internationale instanties, zoals het Internationale Comité van het Rode Kruis en de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten.