NDP-fractieleider voerde in De Nationale Assemblee aan dat er veel inefficiëntie is. Deze moet worden aangepakt waardoor de kosten omlaag kunnen gaan.
Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, heeft tijdens de vergadering over de energie- en watertarieven, kritiek geuit op de wijze waarop de kosten voor elektriciteit worden opgebouwd en hoe deze worden vastgesteld. Volgens hem schiet de transparantie tekort en zijn er diverse aspecten in de kostenopbouw die vragen oproepen. Parmessar heeft op basis van de Elektriciteitswet kanttekeningen geplaatst bij de kostenopbouw voor energie. Volgens hem moet de Energie Autoriteit Suriname (EAS) de kosten per producent per maand voor het leveren van elektriciteit presenteren aan DNA. “Dit hebben wij nooit gehad.” De politicus meent dat conform de Wet Energie Autoriteit Suriname, er geen reguleringskosten opgebracht mogen worden in het stroomtarief.

Een punt van zorg is voor hem de zogenaamde Recovery Cost, waarbij de Energie Bedrijven Suriname (EBS) een prijs van US$ 13.22cts/kWh hanteert, wat hoger is dan eerder gepresenteerde bedragen van US$ 12.7cts/kWh. Daarnaast merkte hij op dat in de Recovery Cost onder andere regulatorische kosten, aansluitkosten, overige kosten, transmissie- en distributiekosten, afschrijvingen en kapitaalkosten zijn opgenomen. Dit, terwijl reguleringskosten niet mogen worden opgenomen. De Recovery Cost die nu ruim 28.8% omvatten, moeten volgens hem met een vergrootglas bekeken worden door onafhankelijke deskundigen. “Er kan sprake zijn van doublures en overlappingen”, stelde hij.

Verder bekritiseert de NDP fractieleider de diverse prijzen die worden gepresenteerd door verschillende partijen, zoals EBS, Staatsolie en de Energiecommissie. Hij wijst op de noodzaak van actuele en betrouwbare gegevens van de EAS, die volgens de wet verplicht zijn, maar niet zijn verstrekt. De NDP’er zei ook dat de administratie van Staatsolie te doorzichtig is en vroeg of het mogelijk is dat een Surinaams Staatsbedrijf lokaal geproduceerde olie aan EBS verkoopt ver boven de wereldmarktprijs. “Wij zijn er tot nu toe niet in geslaagd om de meest efficiënte, dus een eerlijke prijs, aan de samenleving te presenteren. De regering bepaalt het tarief, dus zal de regering met het verschil moeten inkomen. De EAS dient actuele cijfers te presenteren”.

Volgens de wet wordt het aansluittarief vastgesteld door de EAS aan de hand van de in het Energie Sector Plan (ESP) voorgeschreven methodologie. Parmessar voerde aan dat er geen ESP is en wilde weten in hoeverre wij kunnen spreken van een wettig vastgesteld tarief. Parmessar zei dat de regering tot nu toe niet de meest efficiënte prijs heeft kunnen presenteren. Bij de berekeningen is de regering uitgegaan van een koers van 36 voor een US$, terwijl de koers thans 31.45 is en verder aan het dalen is. “Dat betekent dat alleen al hierdoor afhankelijk van de calculatie, de stroomprijs met ongeveer 12,6% omlaag kan. Dus een klein rekensommetje levert ons een andere prijs op van $13.22ct - $1.66ct = $11.55ct. Dit alleen op basis van koersaanpassing”, stelde Parmessar.