“Voorzitter van onze borrelclub, voordat we van start gaan met de politieke analyses, even dit: ik heb weer eens opgemerkt hoe wij in dit land kampioen zijn in het verzinnen van goedkope smoesjes om ons falen te coveren, tot het belachelijke toe.”
“Giem tori, geef ons wat van die smoesjes.”
“Wel, een verkeerscrimineel gaat zonder rijbewijs zijn vriendin thuis zetten en heeft op de terugweg zo een haast dat hij een file links op het fietspad inhaalt en twee vrouwen die bij een bus stonden morsdood rijdt.”
“Ja, dat verschrikkelijk geval. En wat is zijn smoes?”
“Volgens zijn advocaat was hij in de war, hij was niet bij, hij was in slaap gevallen, hoorde een klap en dacht een hond te hebben geslagen, dat soort dingen.” 
 “Moordenaar, moordenaar!”
“Rustig Sjaak, rustig. Dat mag je niet zeggen. Hij is nog niet veroordeeld en was in de war.”
“Zeker uit gemis aan zijn net afgezette vriendin.”
 “Zolang dit soort verkeersovertredingen geen onderdeel zijn van de algemene strafwetgeving, ga je dit soort dingen krijgen. Mensen nemen bewust grote kansen in het verkeer, omdat ze er met lichte straffen vanaf komen.”
“Als je weet dat je 10 jaren gevangenisstraf krijgt als je zonder rijbewijs een aanrijding veroorzaakt of 20 jaar krijgt als je dronken iemand doodslaat, dan zal je wel beter oppassen.”
“Dan nu gaan ze meer doorrijden na een aanrijding.”
“Dan krijg je 10 jaar extra.” 
“Oké, elkeen heeft recht op een advocaat, maar hoe kan een weldenkend jurist met dit soort goedkope smoesjes voor zijn cliënt op de proppen komen? Maak je jezelf niet belachelijk?”
“Pleit me vrij, dan zal ik je rijkelijk belonen. Waarom denk je dat velen de advocatuur ingaan? Om het recht te dienen?”
“Heb je nog zo een smoes?”
“Wel, een ander overgiet zijn klusjesman met kokend water.”
“Ja, ik heb dat ook gelezen, die smoes was een smoezenmedaille waard.”
“Giem tori, giem a smoes.”
“De dader had net thee gezet en ging naar buiten om de rest van het hete water op een mierennest te gieten en botste daarbij op de 60-jarige klusjesman en de inhoud van zijn watercooker viel daarbij zo ‘whoeps’ over de man heen.”
“Maar in dat bericht staat dat de dader daarna achter de man rende en nog meer heet water op hem gooide.”
“Dan zal hij zeker aan de rechter vertellen dat de kusjesman er met dat mierennest vandoor was gegaan en hij hem daarom al heet water gooiend achterna was gegaan.” 
“Maar die klusjesman moet echt wel iets onbehoorlijks hebben uitgehaald.” 
“Wat hij ook gedaan mag hebben, je hebt niet het recht kokend water op hem te gooien. Zijn mensen soms gek geworden in dit land?”
“En met wat voor smoesje zal die alleenstaande vrouw komen die haar pasgeboren baby op haar erf heeft begraven?”
“Boi, no taki, dan praat men zo over geweld tegen vrouwen, terecht overigens, maar wattebout geweld van vrouwen tegen baby’s dan? Want elders is er ook een babylijkje in verre staat van ontbinding uit het water gevist.”
“Gaat men dan met smoesjes komen, zo van: is die crisis en die ontrouwe mannen maken dat vrouwen hun pasgeborenen dumpen?”
“Ja, gold die crisis ook toen die baby verwekt werd? Of was men toen en de negen maanden daarna ook in de war?” 
“Maar voorzitter van onze zuipclub, we zitten onze dure vergadertijd vandaag te verdoen met praten over goedkope smoesjes.”
“Moet ook eens kunnen. Waarover wil het geachte lid Jules het dan hebben?”
“Wel, na al dat zinnig en onzinnig heen en weer gebabbel over dat verhogen van het leningenplafond….”
“O, dat gedoe over de staatsschuld, dit land leent zich te pletter, ‘al zijn grond is nu verpand…”
“Gaarne geen interrupties. Dus na al die opjutting en goedkeuring van die wet lees ik op Sterrennieuws een kort en glashelder artikel van John Djan sa no misi, waarin goed belicht wordt waar het bij staatsleningen om gaat en dat het strafbaar stellen van een minister voor hoegenaamd teveel lenen een onding was.”
“Dat zei een Nederlandse hoogleraar ook al tegen La-Biem van de Alfabetische zender.”
“Klopt, maar zoals John Djan dat stelt: niet dat lenen is fout, maar wat je met die lening doet, is van belang. Als je daarmee bijvoorbeeld dozen koopt om de export van bacoven gaande te houden, zal niemand daar iets tegen zeggen.”
“En we moeten als bevolking wel weten, wat er met dat geleend geld wordt gedaan. Maar nee, we lenen maar voort, zo te zien om onze schijnwelvaart te subsidiëren en te voorkomen dat de koers vóór de verkiezingen naar SRD 12 voor één US dollar zal stijgen.”
“Daarom vond ik dat artikel van Bre Hansfeld ook zo schitterend over onze komende srefidensiviering. Wat gedenken, bedenken of herdenken we op 25 november? Een mickey mouse freedom? Een schijnrepubliek met stelselmatig uitgeholde en verzwakte controle-instituten zodat slimme jongens met politieke backing steeds hun slag kunnen slaan?”
“En what about de breed georiënteerde artikelen van Locar Jadnasing?”
“Inderdaad, maar dit soort artikelen lezen we nauwelijks in dit land; ze zijn ons te lang, er zit geen koskosi, geen roddels oftewel sma-tori in, geen sensatie. Nee, we babbelen elkaar maar na en schelden maar kriskras op de social media, zo van ‘Weg met Bouta’, of: ‘Blijf met Bouta.”
“Uit dit soort eerlijke en belezen denkers en schrijvers moeten we onze komende president kiezen, want al die politieke ‘heren’ die zich nu al sluipfasi of openlijk opstellen om na de verkiezingen uit hun midden na allerlei koehandel een president naar voren te schuiven, zijn in mijn ogen hoogst ongeschikt.”
“Aan de tijd van populistische, etnische en smal ontwikkelde politieke presidenten met een kronkelige trackrecord en schimmige financierders achter de schermen lijkt nu een eind te komen.”
“Inderdaad, geen van de huidige politieke presidentskandidaten zal na 2020 in staat blijken te zijn de sociale en financiële chaos recht te trekken, zonder minstens vijf jaren lang impopulaire, maar goed uitgedachte noodzakelijke herstelmaatregelen te treffen.”
“Of de volgende regeercoalitie zal voort moeten gaan met lenen, lenen en nogmaals lenen, tot zij zelf het water uit onze rivieren als onderpand weggeeft.” 
“Helemaal met je eens, Jules, maar als de meerderheid van de kiezers in zijn opgejutte domheid dit wil, wat kunnen wij daar aan doen?” 
“Doorzuipen! Ik geef een rondje ter overdenking. Vincent, een rondje voor de zuipclub. Nee, Ron krijgt sap, hij rijdt ons vandaag naar huis.” 

Rappa