De slag in de Javazee, zeventig jaar geleden
27 Feb 2012, 02:00
foto
Een schilderij van het schip 'De Ruyter' dat tijdens de Slag bij Javazee ten onder ging.


Het koloniaal verleden houdt velen van ons – nazaten van gekoloniseerden, maar ook van kolonialen – nog altijd bezig. Zelf heb ik in mijn familie een aantal “roots” die naar het voormalig Nederlands-Indië leiden. Ik ben een nazaat van kolonialen, dat valt niet te ontkennen. Ik heb me de laatste jaren relatief veel bezig gehouden met dit verleden, zowel vanuit individueel perspectief (wie waren die koloniale familieleden van mij en wat bezielde hen eigenlijk) als vanuit een collectief perspectief: het bestuderen van de koloniale geschiedenis.

Het is ten dele een geschiedenis, die verdrongen is. Ook bij mij thuis, werd er vroeger zelden of nooit gesproken over het Indisch verleden van de familie. Onder andere geïnspireerd door de columns van Sandew Hira (“decolonising the mind”), probeer ik me zo kritisch mogelijk op te stellen tegenover dit koloniaal verleden. Daarbij behoort ook, het onderzoeken van je eigen vooroordelen. Af en toe lijkt het alsof velen, als gevolg van het kolonialisme, gedoemd zijn om vooroordelen te blijven koesteren tegenover mensen die tot een andere etnische groep behoren.

Eigen leed
Wij Nederlanders hebben ons in de periode na de Tweede Wereldoorlog, vooral bezig gehouden met het leed ons aangedaan door de Duitsers. Dat lag immers simpel: zij waren “fout” en wij waren “goed”. De ellende die de oorlog ook in Nederlands-Indië teweeg heeft gebracht, met als onbedoeld gevolg de uitroeping van de onafhankelijke Republiek Indonesië op 17 augustus 1945, was iets waarover we liever zwegen. Overigens wilde Nederland die Onafhankelijkheid in eerste instantie niet erkennen en ging eerst nog een bloedige en achteraf zinloze strijd aan met de Indonesische nationalisten (1945 -1949).

Natuurlijk hebben ook de Japanners heel wat oorlogsmisdaden begaan, met als gevolg tienduizenden doden onder de Nederlanders en zelfs honderdduizenden slachtoffers onder de Indonesiërs. Maar we ontkomen er niet aan om te erkennen, dat Nederland zelf in Indonesië – net als in Suriname - een koloniaal systeem in stand hield, dat gebaseerd was op onderdrukking, ongelijkheid en economische uitbuiting. Wij Nederlanders kunnen dus moeilijk aan de conclusie ontkomen, dat onze voorouders zelf ook behoorlijk “fout” zijn geweest.

De Slag in de Javazee
Mijn grootmoeder van moederskant was een “totok” (zo werden blanken genoemd die geboren zijn in Nederlands-Indië). Ik heb haar nooit gekend, omdat ze na de oorlog spoorloos is verdwenen. Mijn grootvader van moederskant was een Nederlandse Marine officier, die in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw veelvuldig in Nederlands-Indië diende. Ook hem heb ik nooit gekend: hij sneuvelde op 27 februari 1942 in de Slag om de Javazee als opvarende van de kruiser Hr. Ms. de Ruyter. Mijn grootvader was toen veertig jaar oud.
Vandaag, maandag 27 februari 2012, wordt in Den Haag herdacht dat deze dramatische gebeurtenis precies zeventig jaar geleden plaatsvond. Kroonprins Willem-Alexander zal bij de herdenking aanwezig zijn, waarbij de gedachten van eenieder nu natuurlijk uitgaan naar het onheil dat de koninklijke familie recent getroffen heeft, na het lawine-ongeluk van prins Friso.

De Slag in de Javazee was een dappere, maar tragisch mislukte poging om de Japanse invasie van Nederlands-Indië te stoppen met een eskader van 41 geallieerde oorlogsschepen (vooral Nederlandse en Amerikaanse), onder commando van schout-bij-nacht Karel Doorman. Omdat de Japanners als enigen over luchtsteun beschikten alsmede over lange afstand torpedo’s, was het een kansloos gevecht voor de geallieerden.

Alleen al op de late avond van 27 februari 1942 sneuvelden ongeveer 900 zeelieden, onder wie mijn grootvader. Tellen we de dagen erna mee, dan vielen er meer dan 2300 doden, waarvan maar enkelen aan Japanse kant. Het verliezen van deze zeeslag was de opmaat voor het definitief ineenstorten van het oostelijke deel Nederlandse koloniale imperium, omdat het Japanse leger na de slag in luttele weken de Indonesische archipel kon veroveren.

Het oordeel van de geschiedenis
Tellen die gesneuvelde zeelieden mee in de grote eindafrekening van de geschiedenis? Ik denk het niet. Hoeveel honderdduizenden of zelfs miljoenen Indonesiërs, Surinamers, Antillianen en Afrikanen zijn er niet omgekomen door wreedheden in 350 jaar Nederlandse overheersing en door de slavenhandel? De menselijke en economische schade als gevolg van het kolonialisme is waarschijnlijk nauwelijks te becijferen.

Ook in de latere fase van het kolonialisme, toen dat een wat menselijker aangezicht kreeg, bleef het onderscheid tussen rassen een bepalende factor in de maatschappij. Van de blanke bovenlaag, hebben maar heel weinigen zich destijds echt gedistantieerd van die denkbeelden. Ze waren er mee opgegroeid en ze wisten niet anders. Toch waren er ook mensen bij, die zich met hart en ziel ingezet hebben voor een ideaal, of die in ieder geval naar eer en geweten hun plicht deden. Hun verhaal is misschien te lang verzwegen of genegeerd.

Toen de kruiser De Ruyter zonk, kon er nog één reddingsboot gestreken worden, met plaats voor ongeveer 30 personen. Daarin heeft men de gewonden geplaatst en enkele schepelingen, die konden roeien. Daar waren ook inheemse schepelingen bij, zodat we mogen hopen dat het op dat moment eerlijk en correct is verlopen. Ook zijn er nog schepelingen geweest die zich wisten te redden op kleine vlotten. De hoogste officieren bleven, conform traditie van de Koninklijke Marine, achter op het schip en zijn ermee ten onder gegaan.

Jan Gajentaan
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May