Baptista: Geheugen Geffery voldoende in tact

De neuroloog Roberto Baptista moest aan de krijgsraad vrijdag uitleggen of de verdachte Ernst Geffery in staat was te putten uit zijn geheugen over 8 december 1982. Geffery gaf het vorige jaar tijdens zijn verhoor te kennen dat hij een beroerte had gekregen en behandeld wordt door Baptista. Geffery zei dat zijn geheugen hem in de steek laat af en toe, waardoor de woorden blijven steken.

Geffery staat terecht in het 8 decemberstrafproces, waarbij 15 mannen zijn opgepakt, gemarteld en om het leven gebracht. Hij is lid van de groep van 16 militairen die een coup pleegden op 25 februari 1980. Tijdens zijn verhoor zei Geffery op gegeven moment dat hij zich niet alle zaken goed kan herinneren door de beroerte die hij had gekregen.

Arts niet nodig
Baptista bevestigde schriftelijk dat zijn patiënt inderdaad een beroerte heeft gehad, waardoor hij enkele plaatselijke beschadigingen heeft opgelopen. De specialist legde uit dat als de vragen eenvoudig gesteld worden, Geffery in staat is antwoord te geven. De gebreken worden manifest als er sprake is van lichamelijke of geestelijke stress.

De president van de Krijgsraad wilde weten of zo'n verhoor hem onder stress zou kunnen plaatsen. Baptista zei dat het hem geen stress oplevert. Hij merkte op dat Geffery geen bijstand van hem nodig heeft tijdens het proces. Hierna mocht Baptista weer weg. Geffery ontkende op vragen van auditeur-militair Roy Elgin dat hij op 8 en 9 december in Fort Zeelandia was, ook al beweren veel getuigen dat ze hem gezien hebben. Geffery zei dat de mensen bedoelen 'de groep van 16' maar niet iedereen was daar. Zijn verhoor duurde kort omdat de krijgsraad de vorige keer al ver gevorderd was ermee.

Zeeuw niet verschenen
Marcel Zeeuw die na het verhoor van Geffery voor de krijgsraad moest verschijnen, liet voor de tweede keer verstek gaan. De dagvaarding is hem tijdig in persoon uitgereikt. Hij heeft er blijkbaar geen behoefte aan om verhoord te worden. Zeeuw heeft ook geen bericht van verhindering gestuurd.

Na een kort beraad besloot de krijgsraad om hem niet meer te horen, aangezien hij twee keer niks van zich heeft laten horen. Indien alle getuigen gehoord zijn en de verdachten zijn verhoord, zal de strafeis volgen. Tot dan wordt Zeeuw niet meer gedagvaard.