De Chinese president Xi Jinping en de India premier Narindra Modi.
De Indiase premier Narendra Modi zal volgende week naar Tianjin afreizen voor de jaarlijkse top van de Shanghai Cooperation Organization (SCO). Het wordt zijn eerste officiële bezoek aan China sinds het dodelijke grensincident in de Galwan-vallei in 2020. Diplomaten zien het als een kans voor een voorzichtige dooi in de gespannen relatie tussen de twee Aziatische grootmachten.

India en China delen een grens van ruim 3.400 kilometer, waarvan grote delen betwist zijn. Het conflict escaleerde in juni 2020 in de Galwan-vallei in Ladakh, waarbij twintig Indiase militairen omkwamen. Sindsdien zijn de betrekkingen bekoeld en hebben beide landen troepenopbouw en -terugtrekking afgewisseld, zonder een definitieve oplossing te bereiken. Het grensgeschil blijft de achilleshiel van de relatie.

Economische verwevenheid en rivaliteit
Ondanks de spanningen is China India’s grootste handelspartner. De bilaterale handel bedroeg in 2022 meer dan 125 miljard dollar, al klaagt India over een sterk scheve balans. Waar China grootschalig afgewerkte producten uitvoert, levert India vooral grondstoffen. Tegelijkertijd speelt de strategische rivaliteit steeds nadrukkelijker mee: China investeert via zijn Belt & Road Initiative in Pakistan, Nepal en Sri Lanka, wat in New Delhi wordt gezien als een bedreiging van de Indiase invloedssfeer.

Sinds een ontmoeting tussen Modi en Xi Jinping in Kazan vorig jaar, is de diplomatieke toon zachter geworden. Modi wil met zijn bezoek de deur openen naar verdere normalisering. Voor China is dit eveneens van belang: in een tijd van toenemende rivaliteit met het Westen wil Peking aantonen dat samenwerking in Azië mogelijk blijft.

Analyse: balanceren tussen samenwerking en rivaliteit
De relatie India–China kent een dubbel gezicht. Aan de ene kant zijn er structurele spanningen:

· Het grensconflict dat onopgelost blijft.
· De nauwe banden tussen China en Pakistan, India’s aartsrivaal.
· De machtsstrijd om invloed in Zuid-Azië en de Indische Oceaan.

Aan de andere kant is er een duidelijke behoefte aan samenwerking:
· Handel en economische groei.
· Gezamenlijk optreden binnen multilaterale fora zoals de SCO en BRICS.
· Klimaat, energie en regionale veiligheid.

De SCO-top in Tianjin biedt een zeldzaam moment om beide kanten van de relatie in balans te brengen. Voor Modi is het een kans zich te profileren als grootmachtleider die niet alleen inzet op samenwerking met het Westen, maar ook regionale stabiliteit zoekt. Voor Xi is het een gelegenheid om te laten zien dat China constructief kan omgaan met een belangrijke rivaal.

Of het bezoek leidt tot concrete doorbraken is onzeker. Verwacht wordt dat er afspraken komen over grensdialoog, handelsbevordering en samenwerking binnen de SCO. Maar fundamentele kwesties – zoals het grensgeschil en de Chinese aanwezigheid in Pakistan – zullen waarschijnlijk ook na Tianjin onverminderd de relatie blijven belasten.