Vanaf vanmiddag is Jennifer Simons (71) formeel 'president-elect' van Suriname, gekozen bij enkele kandidaatstelling. Daarmee is zij nu al vereeuwigd in de geschiedenisboeken van de republiek als de eerste vrouwelijke president. Haar negen voorgangers waren allen mannen.

Simons, arts en doorgewinterd politica, beklimt de hoogste politieke top na een carrière van bijna drie decennia. Ze staat bekend om haar vastberadenheid, strategisch inzicht en het vermogen knopen door te hakken waar anderen aarzelen.

Simons begon haar politieke loopbaan in 1996, toen zij namens de Nationale Democratische Partij (NDP) zitting nam in De Nationale Assemblee (DNA). Ze groeide uit tot fractieleider en werd in 2010 de tweede vrouwelijke voorzitter van het parlement, een functie die zij tot 2020 met vaste hand bekleedde.

Na de verkiezingsnederlaag van de NDP in 2020 leek haar politieke rol uitgespeeld. Ze koos ervoor geen zitting te nemen in De Nationale Assemblee nadat haar partij in de oppositie belandde. In 2024 maakte zij echter een opmerkelijke comeback door het voorzitterschap van de NDP te veroveren - de eerste belangrijke horde. Zij is de eerste vrouwelijke voorzitter van de paarse partij. Ondanks diepe verdeeldheid binnen e NDP, slaagde Simons erin om samen met haar medestanders de partij te herenigen en voerde zij een ethische code in om corruptie en machtsmisbruik tegen te gaan.

Onder haar leiding behaalde de NDP bij de recent gehouden verkiezingen 18 zetels, een verbetering ten opzichte van 2020. Door moeizame maar succesvolle onderhandelingen met de ABOP, NPS, BEP, PL en A20 wist ze een tweederdemeerderheid van 34 zetels te smeden—voldoende om het presidentschap veilig te stellen. De verkiezing van Ashwin Adhin als Assembleevoorzitter, met de unanieme steun van alle coalitieleden, bevestigde haar solide machtsbasis. De VHP trok zich terug, waardoor Simons vandaag zonder tegenkandidaat tot president wordt gekozen, met Gregory Rusland als vicepresident.

Corruptie wordt niet getolereerd
Simons heeft herhaaldelijk benadrukt dat corruptiebestrijding bovenaan haar agenda staat. Ze maakt geen geheim van haar voornemen om het Openbaar Ministerie te hervormen en de rechtspraak onafhankelijker en daadkrachtiger te maken. “Mensen die stelen, zullen niet de hand boven het hoofd worden gehouden,” zegt ze stellig. Ze wil afrekenen met vriendjespolitiek en het vertrouwen van de burger herstellen door te tonen dat niemand boven de wet staat - een moeilijke taak, omdat ook binnen eigen gelederen harde maatregelen nodig zullen zijn.

De sociaal-economische koers
Op sociaal-economisch vlak wil Simons eveneens stevig ingrijpen. De groeiende olie-inkomsten bieden kansen, maar zij is zich terdege bewust van het gevaar van de zogenoemde 'resource curse' - de hulpbronnenvloek die in andere landen tot armoede, corruptie en ongelijkheid leidde. Simons streeft ernaar de opbrengsten van de olie-industrie ten goede te laten komen aan de gehele samenleving, met investeringen in onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur en armoedebestrijding.

Uitdagingen die de nieuwe president te wachten staan
De weg die Simons moet bewandelen is echter allesbehalve eenvoudig. Zij staat voor meerdere, complexe uitdagingen:

 Economisch herstel: Suriname kampt met een zware schuldenlast, hoge inflatie en laag vertrouwen in de economie. De verwachte olie-inkomsten worden pas vanaf 2028 substantieel.


 Corruptiebestrijding en rechtshandhaving: Haar belofte om justitie te hervormen zal op verzet stuiten, ook binnen haar eigen partij.

 Politieke stabiliteit: De vijf coalitiepartners hebben uiteenlopende belangen. Het bijeenhouden van deze diverse groep, vooral met assertieve partijen als de ABOP, vergt sterk leiderschap.

  Eerlijke verdeling van olie-inkomsten: De samenleving verwacht dat de rijkdom uit de olievelden niet slechts een elite ten goede komt.

  Herstel van vertrouwen in instituties: Jaren van wanbeleid en vriendjespolitiek hebben geleid tot diepgeworteld cynisme. Simons zal overtuigend moeten bewijzen dat echte verandering mogelijk is.

  Bestrijding van sociale ongelijkheid en armoede: Met een aanzienlijk deel van de bevolking onder de armoedegrens zal haar sociaal beleid snel resultaat moeten opleveren om het vertrouwen te behouden.

De vrouw achter de politica
Jennifer Simons staat bekend als kordaat, intelligent en soms compromisloos. Als Assembleevoorzitter kreeg zij kritiek op haar autoritaire stijl, vooral tijdens de controversiële amnestiewet van 2012. Tegelijkertijd wordt zij geprezen voor haar vasthoudendheid, organisatorisch talent en haar focus op duurzaamheid, gezondheidszorg, onderwijs en milieu.

Haar historische verkiezing als eerste vrouwelijke president is niet alleen een persoonlijke overwinning, maar ook een symbool van maatschappelijke verandering. Of zij daadwerkelijk de cultuur van straffeloosheid, corruptie en politieke vriendjesnetwerken weet te doorbreken, zal de toekomst uitwijzen.

Medische en sociale achtergrond
Jennifer Geerlings-Simons werd geboren op 5 september 1953 in Paramaribo. Als oudste dochter in een gezin van vier kinderen studeerde zij in 1979 af als arts aan de Medische Faculteit van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Ze werkte jarenlang als huisarts, als coördinator van het nationaal Hiv/Aids-programma en als docent binnen de gezondheidszorg. Via de Stichting Sranan Kolibri en Educons zette zij zich in voor gemeenschapsprojecten, waarbij zij ICT in het onderwijs introduceerde en duizenden leerkrachten en leerlingen trainde.
Politieke carrière

In 1996 werd Simons voor het eerst gekozen in De Nationale Assemblee (DNA) voor de NDP. Ze groeide uit tot een van de meest invloedrijke vrouwelijke politici van Suriname. Van 2000 tot 2006 was ze fractieleider en in 2010 werd zij gekozen tot voorzitter van DNA, een rol die zij tien jaar lang bekleedde. Tijdens haar voorzitterschap zette ze zich in voor transparantie, burgerparticipatie en parlementaire versterking, onder meer via DNA-TV en livestreaming van vergaderingen.

Simons speelde een rol in de totstandkoming van belangrijke wetgeving, waaronder de Milieuraamwet, de Wet Nationaal Woningbouwfonds en de Wet Spaar- en Stabiliteitsfonds. Internationaal was zij actief binnen Parlamericas en COPA.

Na intensieve onderhandelingen met de ABOP en andere partijen smeedde zij de coalitie van 34 zetels, verzekerde zich van unanieme steun voor Ashwin Adhin als Assembleevoorzitter en maakte de weg vrij voor haar verkiezing tot president, met Gregory Rusland als vicepresident.