De aankondiging van de president dat elke Surinamer die in ons land woont een aandeel in de verkregen royalty’s van TotalEnergies krijgt, stemt natuurlijk goed. We zullen enkele jaren op de eerste rente moeten wachten, behalve als een nieuwe regering een beter voorstel heeft. Maar als de prijzen in de winkels niet flink omlaag gaan blijft de samenleving ontevreden. Kundig beleid hieromtrent kan maar niet gevonden worden terwijl een voorstel om alvast de prijzen in de winkels te beteugelen een hele tijd al in regeringskringen ronddoolt. Dit is een heel belangrijke issue waar elke ingezetene naar hunkert. Want met SRD 1000 konden we vroeger 10 producten kopen maar met SRD 3000 van nu kunnen we slechts 7 of 8 van diezelfde producten aanschaffen. Hoe dan?
Om veel zetels in de wacht te kunnen slepen bij de verkiezingen op 25 mei 2025 zal “meer kunnen kopen en doen met wat men verdient” waarschijnlijk een belangrijke issue worden waarop kiezers zullen focussen. Verkiezingen worden gewonnen wanneer de belangrijkste noden van de samenleving worden gelenigd. Alle andere mooie verhalen ten spijt want die komen pas daarna aan de orde. Onze politieke partijen die vorengenoemde issue overtuigend, simpel en geloofwaardig weten over te brengen aan de kiezers zullen zeker hoog scoren. Natuurlijk zijn er ook andere belangrijke sectoren en zaken die de nieuwe regering zal moeten aanpakken maar “meer kunnen kopen en doen met wat je verdient” is nu voor de meeste kiezers de main thing in ons land.
In de opsomming van de president himself van de vele dingen die deze regering heeft gerealiseerd vindt hij het anderzijds onbevredigend dat er nog veel schort aan de communicatie met het volk en dat op het prijzenfront het hem tot nu toe niet is gelukt de meeste prijzen in de winkels te kunnen beteugelen en deze zelfs lager te kunnen krijgen. De meest elementaire zaken voor goed bestuur in een land waarmee wij nu te kampen hebben zoals onderwijs op zijn best maar ook afgestemd op de behoefte van ons land, optimale gezondheidszorg en de garantie op meer veiligheid, vallen zelfs in het niet als men geen dak boven het hoofd heeft en brood op de planken niet gegarandeerd is.
Elke regering in wat voor malaise een land ook verkeert zal ervoor moeten zorgen dat elke burger des lands voldoende verdient zodat de basale zaken bekostigd kunnen worden. Ons macro-economisch plaatje ziet er volgens het IMF en de regering gunstig uit wat zelfs nu zou moeten resulteren in het kelderen van prijzen in de winkels, wat maar niet gebeurt. Integendeel gaan de prijzen van sommige goederen en diensten juist de lucht in. In deze hebben wij het dan over malafide winkeliers en dienstverleners.
Begin de belastingschijven weer aan te passen en verruim het minimumloon indachtig de enorme verdiensten die we straks zullen hebben uit olie en gas. Ook een verdere verhoging van de salarissen van ambtenaren alsook de pensioenen van gepensioneerde ambtenaren, allemaal zaken die voor meer koopkracht kunnen zorgdragen. Natuurlijk moet er ook een evenwicht gevonden worden dat deze verhogingen niet weer zullen bijdragen dat prijzen nog meer zullen stijgen anders is het pur bruku wer bruku.
De regering schijnt ook bang te zijn om meer uit de informele sector te halen. Hierdoor konden de minderbedeelden onder ons met een beter sociaal programma meer financiële ondersteuning krijgen en dus meer koopkracht. Dankzij inventiviteit van ons volk (kostwinner/consument) hoe om te gaan met hun inkomsten, is niemand aan honger overleden.
Meer tools aanreiken en dus creatief faciliterend optreden naar onze ondernemers toe i.h.b. producenten, zodat die meer en concurrerend kunnen produceren, met als mikpunt de export. Ook een mogelijkheid zodat de lonen in de particuliere sector kunnen toenemen.
Anyway de viering van 49 jaar Srefidensi zal met de mededeling van het spaarbiljet ad $750 als een kleine opsteker de geschiedenis ingaan, terwijl aan de andere kant jammer genoeg de wirwar van hoge prijzen, nog steeds blijft aanhouden.
Rudi Moeridjan