Caribisch Gebied heeft dringend klimaatfinanciering nodig

De leiders van kleine Caribische eilandstaten zeiden donderdag dat de financiële schade veroorzaakt door orkaan Beryl, hun capaciteiten te boven zou gaan en drongen er bij kredietverstrekkers op aan om de financieringskosten te verlagen om de verslechterende gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken.

Het Atlantische orkaanseizoen loopt van juni tot november, maar Beryl, de eerste orkaan van dit seizoen, was de vroegste ooit die een categorie 5 bereikte, omdat de door de mens veroorzaakte klimaatverandering ervoor zorgt dat stormen sneller en sterker toenemen.

Naar schatting verloren 20.000 mensen hun huizen in Grenada en St. Vincent en de Grenadines tijdens Beryl en zijn ze kwetsbaar voor meer stormen in wat naar verwachting een zeer actief seizoen zal worden als gevolg van recordtemperaturen in de oceanen.

De leiders van de twee landen schatten elk honderden miljoenen dollars aan schade, en zeiden dat het opbouwen van nog meer schulden aan internationale financiers noch rechtvaardig, noch duurzaam was.

"We zien wat er binnen een paar uur kan gebeuren – hele kleine eilanden worden gedecimeerd”, zei de premier van St. Vincent en de Grenadines, Ralph Gonsalves, op een persconferentie. Hij voegde eraan toe dat grote vervuilende landen ofwel niet luisterden, ofwel de politieke wil ontbeerden om de klimaatverandering aan te pakken.

De regio roept rijke landen al lang op om hun beloften na te komen om de uitstoot te verminderen, klimaathulp te financieren en schuldenverlichting te overwegen. Uit een recent onderzoek van Reuters bleek dat miljarden aan klimaatfondsen werden teruggesluisd naar rijke landen.

Internationale kredietverstrekkers, voegde Gonsalves eraan toe, "zijn niet geschikt voor dit soort rampen. Er is heel weinig geld beschikbaar voor noodhulp."

De Caribbean Catastrofe Risk Insurance Facility (CCRIF), een regionale risicopool, zei deze week dat het 44 miljoen dollar aan Grenada zou betalen, de grootste uitbetaling ooit. Het is meer dan de 40 miljoen dollar die het aan Haïti betaalde na de aardbeving van 2021.

CCRIF zei dat Beryl "sterk doet denken" aan orkaan Ivan uit 2004, die in de Verenigde Staten zo'n 20 miljard dollar aan schade veroorzaakte en 6 miljard dollar in het Caribisch gebied, wat zowel Grenada als de Kaaimaneilanden verliezen kostte die in totaal 200% van hun jaarlijkse bbp bedroegen.

De Grenadese premier Dickon Mitchell zei dat de twee naties zich 'gewoonweg geen nieuwe orkaan kunnen veroorloven'. Hij zei dat de uitbetalingen slechts een "druppel" waren van wat nodig was, aangezien het vasteland van Grenada de zwaarst getroffen eilanden in ieder geval de komende zes maanden zou moeten voeden. Het zou tientallen jaren kunnen duren voordat de verwoeste economieën, landbouw en natuur van de eilanden zich zouden herstellen.

"De behoeften van onze burgers zijn onmiddellijk", zei Mitchell. "De kosten van levensonderhoud in de frontlinie van de klimaatcrisis, zijn te hoog om alleen te kunnen dragen."