“Het is goed dat vanuit de politieke partijen, ook de ABOP, en de journalistiek felle afkeuring is uitgesproken op de laffe aanval op de politieke criticus Bennie M.”
“Ja, het is sowieso een daad van laagwaardigheid om iemand vanwege een politiek meningsverschil vanuit een groep nog wel op een rouwzitting van achteren neer te slaan.”
“Maar ik vind dat we niet alleen luid van de daken moeten schreeuwen dat we het afkeuren.”
“Je hebt mooi praats, beste broeder, wat moeten we dan doen? Stil blijven en daardoor dit naar fascisme riekend gedrag z’n gang laten gaan?”
“Tuurlijk niet. Maar ‘al sem gevolg heb sem oorzaak.’ Ja toch?”
“Maar dat praat ‘al sem gevolg’ toch niet goed?”
“Zeker niet. Maar velen van ons groeien al van huis uit op in een soort van traditie om niet rustig naar elkaars verschillende meningen te luisteren en die te respecteren, zonder meteen al schreeuwend op te springen.”
“Ja, dat merkte ik vaak tijdens het lesgeven bij het onderdeel ‘discussie’. De zaak ontaardde maar al te vaak in een heen en weer geschreeuw en geruzie in de klas, ondanks alle uitleg vooraf om dat niet te doen.”
“Is dat het gevolg van onze ‘tropical heat’ of weer eens dat slavernijverleden?”
“Of komt het door onze diepere drift om steeds maar gelijk te willen krijgen, anders lijden we gezichtsverlies en vallen we van onze troon?”
“Mi no sabi. Wel is het opmerkelijk dat dit nog steeds leeft in vele gezinnen, families, verenigingen, bedrijven en zeker binnen politieke partijen in ons land.”
“Inderdaad. Terechte kritiek met als doel verbetering wordt door de leiding nog te veel gezien als ondermijning van het gezag. De criticus wordt dan vaak geschreeuwd, rancuneus behandeld en zelfs uit de orga gestoten.”
“Dan blijven de ja-knikkers over, de likkers, degenen die alles van zijne hoogheid de directeur, de leider, de voorzitter goedkeuren, al weten ze bliksemsgoed dat die goed fout handelt.”
“Sommigen die zeggen partij-aanhangers te zijn, keuren deze laffe daad op FB goed, maar gelukkig keurt het gros van de mensen deze aanslag op Bennie M. in felle bewoordingen af.”
“Zie je, dat bedoel ik nou: we keuren het allemaal luidkeels af, zeer terecht natuurlijk, maar moeten we ook niet wat meer de hand in eigen boezem steken?”
“Wat bedoelt u, meester?”
“Dat wij soms bij het uiten van onze kritieken en politieke driften via de media openlijk of subtiel de zaken onnodig op de spits drijven; de ene zegt dat christenen de president twee wangklappen gaan geven, een andere noemt politieke tegenstanders ‘ratten’ of weer een andere kwaakt etnische dingen als ‘gladiolen’, daarmee bedoelend mensen met glad of sluik haar.”
“En wat ik het ergste vind, is dat allerlei derderangs journalisten dit soort gefrustreerde ophitsers vaak vrije baan geven op hun medium, want ze trekken luisteraars of kijkers.”
“Ze hebben zo te zien niet het niveau om corrigerend op te treden, of ze durven dat niet, of ze zijn het eens met deze opstokerij.”
“Wel, dan ben je mede schuldig als de zaak escaleert.”
“Maar nu de verkiezingen naderen, willen allerlei fortuinjagers een politiek slaatje meepikken door flink te schelden op de regeerders.”
“Het is inderdaad nogal goedkoop en simplistisch om de machthebbers steeds de schuld van ons collectief falen van de afgelopen 50 jaar te geven, hen van alles te verwijten, en vaak terecht, maar zelf nauwelijks met bruikbare en uitvoerbare oplossingsmodellen te komen.”
“Daarmee zullen we op de proppen komen als u op ons stemt. Onze plannen kunnen we nu niet aan u vertellen, want anders nemen onze tegenstanders die over.”
“Ow, maar als je dankzij onze stem daar komt te zitten, ben je ons opeens vergeten en begin je in rap tempo eerst je eigen kringen te bevoordelen.”
“Ja, maar dat doen ze allemaal en dat is de eerste stommiteit die begaan wordt. Bevoordeel namelijk eerst de samenleving, dan je tegenstanders, daarmee neem je hun de wind uit de zeilen. Je aanhangers zullen dan wel mopperen, maar laat hun liever wachten en waarheen gaan ze weglopen?”
“Klopt. Later zal je vrouw, friends & Co flink in de watten leggen.”
“Dus u stelt dat we bijvoorbeeld in gezelschappen met verschillende politieke meningen, de komende tijd alvast niet heftig moeten reageren op anderen.”
“Klopt. Luister naar de ander, al ben je het er niet volledig mee eens. Daar leer je veel van. No dyompo go interrumpeer a persoon; drape a escalatie e begin.”
“Maar zelfs vele van onze assembleeleden, nu en in het verleden, geven op deze punten een slecht voorbeeld. Ze schreeuwen zelfs krachttermen buiten de microfoon door de zaal.”
“Zie je weer wat ik bedoel met de hand ook in eigen boezem steken? Nogmaals, ik praat dat met fles op hoofd slaan van een criticus absoluut niet goed, maar waar eindigt het slechte en begint het goede voorbeeld?”
“Wie rende met een schop achter jongeren aan die ‘geboord’ waren om in ’zijn’ voetbalstadion naar een wedstrijd te komen kijken? Wie liet een journalist neerslaan die eventjes piepte bij de open deur van zijn dienstwagen? En wie schopte een collega DNA-lid tijdens een vergadering gewoon van z’n benen? De hele wereld heeft dat aanschouwd en ons weer eens hoofdschuddend uitgelachen.”
“En wie riep buiten de microfoon om aanhangers op om een DNA-lid te rammelen als die zich in Albina zou vertonen, omdat zij ‘een geheim’ van de aankoop van zo een Pan American-huis had verklapt?”
“Tja, laat dit daarom een waarschuwing zijn voor kritische mensen, dat ze hun uitspraken een beetje camoufleren, liever geen naam en toenaam noemen, dus niet persoonlijk worden. Het is een kleine gemeenschap.”
“Het is makkelijker op de man te spelen, dan op de bal.”
“Klopt, maar komt dat het niveau van het voetbalspel ten goede?”
“Maar moet je als criticus die naar corruptie riekende uitgifte van een flink stuk stalweide in Nickerie dan camoufleren of verzwijgen? Of dat gedoe met paspoorten waar al jaren tot vandaag de dag vele honderden euro’s voor gedokt moeten worden?”
“Tuurlijk niet, maar sab fa yu du en. Want met de verkiezingen in aantocht wordt van sommige mensen de lont steeds korter.”
“Daarom een toast op het spoedig herstel van criticus Bennie M.”
“Yes, proost op zijn herstel.”
Rappa