Ramdin: Corantijnbrug is deel ontsluiting Zuid-Amerika
30 Mar, 00:00
foto
Minister Albert Ramdin gaat dieper in op de bouw van de brug over de Corantijnrivier. (Foto: René Gompers)


Als alles goed loopt zal aan het eind van het jaar ten minste “iets getekend” moeten zijn om te beginnen met het bouwen van de brug die Suriname en Guyana gaat verbinden. Er moet nog gekozen worden wie de brug gaat bouwen; de Nederlandse Ballast Nedam of de China Road and Bridge Corporation. De brug over de Corantijnrivier is onderdeel van een groter geheel; de Initiative for the Integration of the Regional Infrastructure of South America (IIRSA). Met dit project worden de economieën van Zuid-Amerika met elkaar verbonden via bruggen, wegen, energie en telecommunicatie.

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking heeft op een regeringspersconferentie uitgelegd over de status van de te bouwen brug. “Veiligheid, koopkrachtversterking, prijsbeheersing, volksgezondheid, onderwijs... die blijven de hoogste prioriteit hebben,” benadrukt Ramdin. “Maar regeren betekent ook dat je een aantal andere trajecten moet uitzetten voor de toekomst. Die brug is daar eentje van.”

“Een vaste oeververbinding is een regionale aangelegenheid.” merkt Ramdin op. “De regio gaat er voordeel aan hebben. De handel tussen Suriname en Guyana, toerisme, personenverkeer, investeringen. Gaan alleen maar toenemen. Dat is allemaal goed voor ons.” Hij deelt mee dat er nog gesprekken zijn met de bouwers van de brug: “In eerste instantie zijn er 2, een Chinese- en een Europese maatschappij. Om te praten over de technische aspecten, de heronderhandeling van de prijs en de financiering.”

Ramdin geeft aan dat in minder dan een maand, wanneer president Chan Santokhi uit China terug is, samen met president Irfaan Ali van Guyana beslist zal worden wie het werk krijgt. “Maar de bouw van de brug is dus op spoor en hopelijk voor eind van het jaar zullen we in staat zijn om in ieder geval iets te ondertekenen dat richting de bouw van de brug zal gaan.”

Over de vraag waarom de brug per se samen met Guyana gebouwd moet worden en Suriname het niet zelf doet -de hele Corantijnrivier behoort immers aan Suriname toe- zegt Ramdin: “U moet die brug niet zien als een brug van Suriname. Het is een connectie tussen 2 onafhankelijke soevereine landen. Dus er is altijd een samenwerking. Of die brug nou 100 procent wordt gefinancierd door Suriname of niet. We gaan altijd een relatie moeten hebben met het buurland. Het is ook zo in het zuiden van Guyana met Brazilië.”

“We moeten ook rekening houden met het feit dat dit onderdeel is van de IIRSA project, een infrastructureel project van Zuid-Amerika waarbij alle landen met elkaar verbonden moeten worden. Dat betekent dat we met de landen moeten samenwerken.” Ramdin benadrukt: “De volledige Corantijnrivier is van Suriname. Daar hebben we geen onderhandelingspunt over.”

Ramdin legt verder uit: “Een brug bouwen vereist andersoortige afspraken. We hebben afspraken gemaakt dat er een politiek protocol komt waarbij deze dingen goed zijn vastgelegd, waarbij ook gekeken wordt naar het beheersorgaan dat uiteindelijk de brug moet beheren. Want je gaat afspraken moeten maken over douane, politie optreden, personenverkeer, kosten voor gebruik van zo een brug. Al die dingen moeten gedaan worden in goed en gemeen overleg.” Er zijn ook nog wat zaken die geregeld moeten worden over de bouw zelf, geeft de bewindsman. Hij benadrukt: “Het verstandigste op dit moment is om die brug gezamenlijk te bouwen en als onderdeel van een regionaal project.”
Advertenties

Sunday 28 April
Saturday 27 April
Friday 26 April