Column: Borrelpraat no. 809
10 Mar, 22:22
foto


“Zow heren, wat een sombere gezichten. Don’t worry, be happy, zong Bobby McFerrin in 1988 in dat schitterend liedje. En het heeft flink geregend, alle plantjes en fruitbomen hebben hemelwater gehad.”
“Inderdaad, maar wij krijgen helwater met die verhoging van die stroomtarieven.”
“Ja, die moesten al sinds vorige regeringen aangepast worden, dus het zou eens moeten gebeuren.”
“Don’t worry, luister naar de woorden van dat machtige liedje. Die verhoging wordt in fasen doorgevoerd; de sociaal zwakkeren worden nog een tijdje nog een beetje nog beschermd met nog wat subsidie.”
“Maar dat zal die verhoging van prijzen niet kunnen compenseren, denk ik.”
“Welke verhoging van prijzen, bedoelt u meester?”
“Jongere zuipvriend in ons midden, je zal het merken aan alles wat je zal kopen, don't worry. Overal zal de verhoging van de energieprijs in doorberekend worden, vooral in hier geproduceerde producten. Dat wordt zwaar voor het gros van de gezinnen.”
“Gelukkig heb ik nog geen gezin, dus ik spang niet zo erg.”
“Jongere vriend, je zal zien hoeveel een shot sopi met ijs zal gaan kosten.”
“Wat? Nee, dat kan niet! Dat mag niet! Ik ga de straat op. Ik ga bivakkeren voor de deur van het Energiebedrijf. Ik ga daar met dossiers zaken bossen!”
“Ha, nu spang je wel! Ga je daar als sopi-activist de E.M. een petitie aanbieden die op het laatste moment niet in ontvangst zal worden genomen?”
“Meester, u zegt rare dingen. Ik ken het OM, maar wie of wat is het EM?”
“De Energie Meester.”
“Maar ziet de overheid niet in dat zij met het robuust afschaffen van de subsidie op energie dit getergde land, deze kwijnende samenleving, dit uitgeknepen volk, deze hongerende massa nog meer doodmaakt?”
“Je kan maar één keer doodgaan en daarna niet nog meer doodgaan, beste vriend.”
“Nou, als ik kijk naar al die files nu die brug over het Saramaccakanaal gesloten is, dan vraag ik me af hoe dat werkelijk met dit armoedige en uitgeknepen en bijkans gewurgde volk zit.”
“Je moet niet kijken naar die paar duizend mensen die in de file staan; kijk naar die tienduizenden die hun kinderen met honger naar school sturen.”
“Maar mijn goede hemel, we dreigen weer eens af te dwalen van ons onderwerp van verhoogde energietarieven. Juist het bedrijfsleven wordt het zwaarst aangepakt.”
“Ja toch, dat komt ervan als populisten en omhooggevallen politici afkomstig van marcheerkorpsen het voor het zeggen hebben.”
“Maar de brede schouders moeten toch de zwaarste lasten dragen?”
“Ja, maar die zogenoemde breedste schouders zoals onze fabrikanten, onze eigen producenten, het bedrijfsleven bezwijkt bijkans onder die lasten van een corrupt en amateuristisch beleid, dat meer ambtenaren produceert en die nog erbij onderbetaalt.”
“Met zo een ondernemers-onvriendelijk beleid gaan de producenten van goederen en diensten de verhoging van de energietarieven grotendeels doorberekenen  op ons, de consument. Of ze gaan werknemers ontslaan of ze gaan sluiten.”
“Of ze gaan in die volgorde alle drie doen.”
“Denk je dat onze populistische regeerders zich daar druk om maken? Die maken zichzelf met hun schor en dom geschreeuw nu al op hun podia belachelijk.”
“Kortom: we zijn dus sinds 1975 weer eens de pineut. Wij, de slachtoffers van onze eigen politieke non-valeurs.”
“Aan de andere kant zeg ik: kijk waartoe het niet tijdig afbouwen van hoge subsidies op energie geleid heeft: Cuba zit nu deels in het donker, Venezuela is behoorlijk gevallen.”
“En het zijn juist de sociaal zwakkeren, die eerst met subsidies werden zoetgehouden, die er nu het zwaarst onder lijden.”
“Maar een vlot pratende politieman met politieke ambities vindt dat Tjan de minst populaire president uit onze politieke geschiedenis is.”
“Tja, dat heeft hij deels aan zijn family and friends beleid te danken, want in het begin had hij brede steun.”
“Maar meester, móét een president populair zijn? Wat heb je bijvoorbeeld aan een popi-leerkracht die geen les weet te geven en meer dommies voortbrengt?”
“Ken ik uit mijn tijd als leerkracht. En zulke popi-types plakken cijfers, zodat het lijkt alsof hun leerlingen echt goed scoren. Ik vergelijk dat cijfers plakken met de subsidie op energie: je krijgt een onwerkelijk beeld van die leerlingen.”
“Inderdaad. Maar hoe liep dit dan af?”
“Nou, als die leerlingen met die geplakte punten in een hogere klas kwamen bij een leerkracht die geen punten plakte, bleek hun grote achterstand. Ze kregen massaal onvoldoendes.”
“En natuurlijk was die leerkracht de slechterik, want die gaf ze onvoldoendes.”
“Klopt. En ze gingen klagen bij de directie en wilden massaal weer les krijgen van die popi-leerkracht waar ze ‘goede’ cijfers haalden.”
“En wat deed de directie?”
“Die joeg die popi-leerkracht weg en liet diens ex-leerlingen in de vakanties extra lessen volgen, zodat ze de achterstanden konden inlopen. Een groot gemopper onder de leerlingen natuurlijk, maar de ouders stonden natuurlijk achter de directie, want die keken naar het belang van hun kinderen op de langere termijn.”
“Dus zo een popi-boy zijn hoeft niet te leiden tot succesvol beleid.”
“Vaak niet. Maar gelukkig merkten de leerlingen dat die strenge meester de leerstof goed uitlegde en begrip voor hun situatie toonde.”
“Maar als die strenge leerkracht zo ‘pats-boem’ die achterstanden had willen inlopen, zonder eerst rustig met die leerlingen te hebben gecommuniceerd, was het misschien misgelopen.”
“Klopt, daarom moet een uitvoerder van een beleid dat met koni doen, bedachtzaam zijn, geen kadaver-discipline van die leerlingen eisen, geen straffen meteen uitdelen of dreigen met moeilijke reps. Maar een helpende hand bieden waar nodig. Dát kweekt respect.”
“En hoe liep het af met die klas?”
“Ze werden goede maatjes, want de leerlingen zagen hoe ze vooruit kwamen. En toen velen randje-kantje overgingen naar de examenklas, gingen ze weer naar de directie.”
“Toch niet om weer te klagen over die leerkracht?”
“Echt niet. Ze gingen vragen of ze hem ook in de examenklas mochten krijgen. En de directie voldeed aan dat verzoek niet alleen, die leerkracht werd zelfs hun klassenleraar in de examenklas.”
“En wat waren de examenresultaten van die klas?”
“Het was een zwaar jaar voor ze, maar ze gingen ervoor. Van de 27 bakten er helaas vier, acht kregen her, waarvan allemaal slaagden, en 15 slaagden meteen.”
“Waw, redelijk goed resultaat. Maar meester, hoe heeft u dit geval na al die jaren zo precies weten te onthouden?”
“Ach, gewoon. Bepaalde mooie dingen uit je loopbaan blijf je onthouden.”
“Wacht even, was u die strenge meester?”
“Wel, nou jaa, kijk, oke, zo een beetje.”
“Daar toasten we op.”
“Yes, ten volle. Proost!”
 
Rappa

Advertenties

Saturday 27 April
Friday 26 April
Thursday 25 April