Ramdin: Regering blijft aanzitten tot zeker 2025...
04 Jan, 00:01
foto
Minister Albert Ramdin blikt terug op een succesvol dienstjaar 2023.


Nog voordat Starnieuws een vraag kan stellen aan minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis), merkt hij de vergaderzaal binnenlopend breed grijnzend op dat "de regering blijft aanzitten zeker tot 2025 en zelfs daarna". Op de vraag waarom deze introductie, geeft de bewindsman aan dat deze regering veel heeft moeten doorstaan en ook veel werk heeft verzet. 

Ramdin blijft lang stilstaan bij de bijdrage die het personeel van het ministerie de afgelopen periode heeft geleverd. “Misschien zeg ik het veel te weinig, want de minister wordt vaak in beeld gebracht, maar het zijn de personeelsleden die bergen werk verzetten. Hiervoor wil ik ze echt bedanken. Dit ministerie is niet gebonden aan tijd.  Op sommige momenten zijn de personeelsleden tot twee uur ‘s nachts of later bezig en dat is prijzenswaardig".  

Het Surinaamse 'IMF team' verzet heel veel werk, zonder inbreng van buitenlandse expertise. Ook het National Risk Assessment Team met de Financial Action Task Force die bemand is door Surinamers en het land heeft bespaard voor een blacklisting. Volgens Ramdin heeft een groot deel van het overheidsapparaat baanbrekend werk verzet.

Naamswijziging BuZa naar Bibis moet blijven
Als het van Ramdin afhangt blijft de naamswijziging van Buitenlandse Zaken (Buza) naar Bibis voor altijd bestaan. In de onderbouwing laat hij doorschemeren dat het ministerie met diverse zaken bezig is. Als het gaat om de herschikking van de schulden in samenwerking met het ministerie van Financiën & Planning, is het volgens hem tot nog toe goed verlopen. De projecten van Landbouw, Veeteelt & Visserij zoals het Maisproject met de Braziliaanse counterparts en de activiteiten binnen de olie- en gasindustrie waarbij een aantal bedrijven wil investeren. 

Over de verkiezingsbelofte dat er een groot aantal investeerders in de rij staan om te willen investeren in Suriname, zegt de bewindsman dat dit wel heeft plaatsgevonden alleen niet in de mate waarin dat werd verwacht. Er moet nog worden gewerkt aan enkele randvoorwaarden. Ease of doing business is een van ze.

Suriname verder ontwikkelen 
Ramdin pleit ervoor dat elke medewerker op een ministerie in de gelegenheid moet worden gesteld om op een bepaald niveau de verantwoordelijkheid te helpen dragen. Ze moeten worden meegenomen in de besluitvorming. Elke regering moet dat doen ongeacht de politieke kleur, omdat het gebrek aan betrokkenheid, de onervarenheid en de inefficiëntie te merken is. Volgens de bewindsman is dit een van de grootste problemen van Suriname op dit moment. Het gebrek aan stootkracht. Er is weinig slagvaardigheid. Zo legt de minister uit dat er diverse projecten zijn, maar die kunnen nu niet uitgevoerd worden. 

"Een zwakke economie kan niet alles absorberen, soms kan je niet meer dan US$ 200 miljoen per jaar spenderen om activiteiten te ontplooien. De economie van Suriname heeft in de goede tijden met genoeg ontwikkelingscapaciteit $175 miljoen aan ontwikkelingskapitaal besteed. Nu is het veel minder. Ook al heb je geld, maar het incasseringsvermogen van de huidige economie kan dit niet verdragen". 

De minister meent dat er nog meer redenen zijn waardoor de ontwikkeling van Suriname nog niet in een versneld tempo kan plaatsvinden. Zo noemt hij de verouderde wetten en de bestuurlijke traagheid. Hij vindt dit geen excuus maar legt uit dat de regering met dit alles rekening heeft moeten houden. De regering heeft volgens Ramdin wel voor wat stabiliteit gezorgd.  Daarnaast geeft de bewindsman ook aan dat indien personeelsleden niet bereid zijn om hun schouders onder het werk te zetten, er maatregelen moeten worden genomen. Hij wijst er op dat de overheidsuitgaven veel te hoog zijn. Dit is geen gezonde zaak. Zo kan het land moeilijk tot ontwikkeling worden gebracht, stelt de minister.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May