Jairam wil productschap voor rijst

Soedesh Jairam heeft graag dat zonder uitstel overgegaan wordt tot de instelling van een productschap voor rijst. Versterking van de organisatorische structuur van deze sector kan wezenlijk bijdragen tot ombuiging van de neerwaartse trend in de landbouwproductie.

Jairam is de vorige week afgestudeerd aan de masteropleiding ‘Macroeconomic Analysis and Policy’ van het Institute of Graduate Studies and Research (IGSR). Bij die gelegenheid heeft hij met succes zijn thesis verdedigd, waarin hij een vurig pleidooi houdt voor een productschap voor rijst.

Gebrek aan samenwerking
Volgens Jairam is de neergang in de rijstsector vooral te wijten aan gebrekkige samenwerking tussen de boeren, werknemers, verwerkers, inputleveranciers, exporteurs, banken en de overheid. De ondernemers tonen te weinig initiatief, hebben te weinig know how en te weinig managementcapaciteiten. De overheid is onvoldoende in staat om een productiviteitsbevorderend klimaat te scheppen. De sector kenmerkt zich voorts door onder meer gebrekkige verticale en horizontale coördinatie, waardoor potentiële ontwikkelingskansen onderbenut blijven.

Het productschapmodel is een businessmodel dat een platform schept, waarbij alle spelers samen de spelregels opstellen en activiteiten initiëren. Zo een model garandeert een breed draagvlak en bevordert bedrijfs- en beleidsvoering. Indien dit gekoppeld wordt aan contractfarming dan kunnen harmonische marktverhoudingen worden geschapen, die de kennisontwikkeling, innovatie en de productie zullen bevorderen. De internationale concurrentie in de rijstsector neemt toe, maar op deze wijze kan de concurrentiepositie verbeterd worden. Indien er niets gebeurd zet de vicieuze cirkel van productie op kleine schaal en de lage investeringsbereidheid zich voort.

De thesis is beoordeeld door prof. Dr. D. Mahadew, dhr. S. Algoe, MSc. en ir. W. Ramautarsing.

Nog 15 studeren binnenkort af
De opleiding Macroeconomic Analysis and Policy staat onder leiding van professor Anthony Caram. Het studieprogramma van 120 credit points is in nauwe samenwerking ontwikkeld en uitgevoerd door docenten van de Universiteiten van Amsterdam, Rotterdam en Groningen, alsmede van de Nederlandsche Bank. Belangrijke ondersteuning is verleend door lokale counterparts van de Centrale Bank en andere vakspecialisten. De gevormde macro-economen kunnen volgens internationaal aanvaardbare academische normen functioneren.

De eerste macro-econoom van de opleiding, Vanessa Simson, studeerde op 20 maart af op een thesis over de optimale benutting van het Surinaamse bos. De overige 15 studenten zullen naar verwachting gedurende het komende jaar geleidelijk de opleiding voltooien, waarmee een nieuwe generatie macro-economen zich aandient.