Op eigen kracht of met het IMF
03 Oct, 22:41
foto


Reactie op het artikel van Peter Wolff op Starnieuws onder de kop: Het IMF en Chan vogels van gelijke veren. Voor de verkiezingen leek het erop dat de staatsschuld van Suriname rond de 80% van het BBP lag. Op basis daarvan ging de VHP er van uit dat de economie na 1 à 2 jaren te stabiliseren was. Echter bleek na het aantreden van de regering dat de schuldenberg veel hoger was. Er is samen met het bedrijf Lazard Fréres vanaf september 2020 tot maart 2021 hard gewerkt om de achtergelaten augiasstal in kaart te brengen. Het werd duidelijk dat de schuld onhoudbaar was met een debt-to-GDP-ratio van 159% in 2020 (Herstelplan 2020-2022).

De regering heeft toen ook onderzocht of het mogelijk was om kapitaalmarktleningen af te sluiten. Maar de rentes waren veel te hoog en geen enkele bonafide partij zou Suriname leningen verstrekken. De regering Santokhi had geen keus dan om met het IMF in zee te gaan. Dit was ook de voorwaarde van de schuldeisers, die anders niet zouden meewerken aan schuldherschikkingen.

Een debt-to-GDP-ratio van 159% bevordert een hoge inflatie. Er was ook heel veel geld voor de verkiezingen door de vorige regering in omloop gebracht wat inflatie aanwakkerde. De Covid-19 crisis en de importinflatie als gevolg van het conflict tussen Rusland en Oekraïne speelden daarnaast mee. En de regering moest de afgelopen jaren het Sociaal Vangnet financieren om de armoede te bestrijden.

In het artikel beweert de heer Wolff dat de staatsschuld is gestegen naar 200%, maar volgens de website van het SDMO is dit juist gedaald naar 116% van het BBP in juni 2022. Volgens de cijfers van het IMF is de ratio in 2023 zelfs tot onder de 90% gedaald.

Misleidende grafiek
De heer Wolff laat een zeer misleidende grafiek zien van de wisselkoersontwikkeling en de politieke partijen die toen de regering vormden. Over de periode 2000 tot aan 2010 was de Front-regering aan de macht, waar de VHP ook deel van uitmaakte. Wij laten hierbij het stuk van 1994 tot en met 2005 zien. In 2004 zijn drie nullen geschrapt en werd de Surinaamse gulden (Sf) vervangen door de Surinaamse dollar (SRD). De wisselkoers was toen SRD 2,80 voor een Amerikaanse dollar.


 
Het medicijn is bitter, maar het werkt
In hoofdlijnen is het medicijn dat president Venetiaan destijds had toegediend, hetzelfde dat president Santokhi nu toedient. De Frontregering nam een gehavende economie over in 2000. De staatsschuld was voornamelijk in Surinaamse guldens en werd teruggekocht en geherfinancierd. Het duurde destijds echter 4 jaren om de wisselkoers te stabiliseren (zie grafiek).
In 2020 was er geen Nederlandse ontwikkelingshulp meer, de Centrale Bank van Suriname stond er heel slecht voor en alle banken waren gehavend. De Regering nam een bankroet Suriname over, maar uit de jaarrede 2024 en de begroting blijkt dat Suriname op de goede weg is naar macro economische stabiliteit. Dat zegt ook het IMF.

Op eigen kracht of met het IMF
Suriname kon kiezen om op eigen kracht uit deze ellende te geraken of met ondersteuning van het IMF. In 2020 zou 80% van alle staatsinkomsten naar rente en schuldaflossing gaan en de jaren daarna ook. Dat betekende dat er niet voldoende geld zou zijn om de ambtenaren te betalen, medicijnen te kopen, etc.  Er zou heel veel ingeleverd moeten worden en er zouden massaontslagen komen.

Op eigen kracht zou niet lukken, omdat Suriname dan op korte termijn meer dan US$ 1 miljard (38 miljard SRD!) zou moeten bezuinigen. De belastingen zouden fors omhoog moeten en salarissen fors omlaag. Je hoeft niet van het IMF te houden, maar de keuze voor het IMF was een meer humane en economisch juiste oplossing.

Het IMF geeft Suriname overbruggingskrediet tegen 2%, een zeer lage rente. Door het goedkope geld van het IMF en samen met het herschikken van schulden en bezuinigingen is alvast het bankroet van Suriname opgeheven. De credit rating van Moody is nog niet goed, maar wel van negatief naar stabiel, dankzij de inspanningen van de regering Santokhi. In 2024 wordt het zeker beter.

Wij moeten leren uit het verleden en de periode 2000-2004 laat zien dat Suriname er toen met goede economische maatregelen bovenop gekomen is. Het vergt wel wat geduld. Kritiek leveren mag, maar het moet wel eerlijk gedaan worden en op basis van een goed begrip van de economie. Meneer Wolff vertelt niet het hele verhaal en dat is niet eerlijk. Dat lijkt meer op een wolf in schaapskleren.

VHP mediacommissie
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May